 Call Kai
Call Kai Learn
Learn Practice Test
Practice Test Spaced Repetition
Spaced Repetition Match
Match1/74
Perfectum - Onregelmatige werkwoorden
| Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced | 
|---|
No study sessions yet.
Aandoen (to put on)
hebben aangedaan
aankomen (to arrive)
zijn aangekomen
afwassen (to wash dishes / to wash up)
hebben afgewassen
bakken (to bake)
hebben gebakken
beginnen (to begin)
zijn begonnen
begrijpen (to understand)
hebben begrepen
bezoeken (to visit)
hebben bezocht
blijven (to stay)
zijn gebleven
breken (to break)
hebben gebroken
brengen (to bring)
hebben gebracht
doen (to do)
hebben gedaan
dragen (to wear)
hebben gedragen
drinken (to drink)
hebben gedronken
eten (to eat)
hebben gegeten
gaan (to go)
zijn gegaan
geven (to give)
hebben gegeven
hangen (to hang)
hebben gehangen
hebben (to have)
hebben gehad
helpen (to help)
hebben geholpen
innemen (to take in)
hebben ingenomen
kiezen (to choose)
hebben gekozen
kijken (to look)
hebben gekeken
komen (to come)
zijn gekomen
kopen (to buy)
hebben gekocht
krijgen (to get/receive)
hebben gekregen
lachen - to laugh
hebben gelachen
lezen - to read
hebben gelezen
lopen - to walk
hebben gelopen maar zijn naar Nederland gelopen
meegaan - to go along
zijn meegegaan
meenemen - to take with you
hebben meegenomen
nemen - to take
hebben genomen
onderzoeken - to research
hebben onderzocht
ontbijten - to have breakfast
hebben ontbeten
opstaan - to get up
zijn opgestaan
oversteken - to cross
zijn/hebben overgestoken
rijden - to drive
hebben gereden maar zijn naar
Nederland gereden
scheiden - to get divorced
zijn gescheiden
schijnen - to shine
hebben geschenen
schrijven - to write
hebben geschreven
slapen - to sleep
hebben geslapen
sluiten - to close
hebben gesloten maar de winkel is gesloten
snijden - to cut
hebben gesneden
spreken - to speak
springen - to jump
hebben gesprongen maar zijn in het water gesprongen
steken - to stitch
hebben gestoken
stelen - to steal
hebben gestolen
sterven - to die
zijn gestorven
strijken - to iron
hebben gestreken
trekken - to pull
hebben getrokken
uitdoen - to take off / to turn off
hebben uitgedaan
uitgaan - to go out
zijn uitgegaan
uitsteken - to extend, to stand out
hebben uitgestoken
uittrekken - to take off, to get off
hebben uitgetrokken
vallen - to fall
zijn gevallen
varen - to sail
hebben gevaren maar zijn naar Nederland gevaren
verbieden - to ban
hebben verboden maar het is verboden
vergeten = to forget
hebben/zijn vergeten
verkopen - to sell
hebben verkocht
verliezen - to lose
hebben verloren
verstaan - to understand
hebben verstaan
vertrekken - to leave
zijn vertrokken
vinden - to find
hebben gevonden
vliegen - to fly
hebben gevonden maar zijn naar Nederland gevlogen
vriezen - to freeze
het heeft gevroren
wassen - to wash
hebben gewassen
wegen - to weigh
hebben gewogen
wijzen - to point
hebben gewezen
winnen - to win
hebben gewonnen
worden - to become
zijn geworden
zien - to see
hebben gezien
zijn - to be
zijn geweest
zingen - to sing
hebben gezongen
zitten - to sit
hebben gezeten
zoeken - to search
hebben gezocht
zwemmen - to swim
hebben gezwommen maar zijn naar Nederland gezwommen