TP NEE 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/39

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Dutch

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

40 Terms

1
New cards

Cuire

bakken bakte,bakten gebakken

2
New cards

tromper

bedriegen bedrog, bedrogen bedrogen

3
New cards

commencer

beginnen begon begonnen begonnen

4
New cards

Regarder, observer

Bekijken Bekeek, bekeken Bekeken

5
New cards

décrire

Beschrijven Beschreef,beschreven Beschreven

6
New cards

offrir

bieden bood boden geboden

7
New cards

mordre

bijten beet, beten gebeten

8
New cards

rester

blijven bleef bleven gebleven

9
New cards

s'avérer

blijken bleek bleken gebleken

10
New cards

casser

breken brak braken gebroken

11
New cards

apporter

brengen bracht brachten gebracht

12
New cards

penser

denken dacht dachten gedacht

13
New cards

faire

doen deed deden gedaan

14
New cards

porter

dragen droeg droegen gedragen

15
New cards

boire

drinken dronk dronken gedronken

16
New cards

plonger

duiken dook doken gedoken

17
New cards

manger

eten at aten gegeten

18
New cards

aller

gaan ging gingen gegaan

19
New cards

guérir

genezen genas genazen genezen

20
New cards

donner

geven gaf gaven gegeven

21
New cards

Profiter de

Genieten Genoot, genoten Genoten

22
New cards

glisser

glijden gleed gleden gegleden

23
New cards

saisir

grijpen greep grepen gegrepen

24
New cards

pendre

hangen hing hingen gehangen

25
New cards

avoir

hebben had, hadden gehad

26
New cards

aider

helpen hielp hielpen geholpen

27
New cards

s'appeler

heten heette heetten geheten

28
New cards

aimer

houden hield hielden gehouden

29
New cards

choisir

kiezen koos kozen gekozen

30
New cards

regarder

kijken keek keken gekeken

31
New cards

grimper

klimmen klom, klommen geklommen

32
New cards

venir

komen kwam kwamen gekomen

33
New cards

acheter

kopen kocht kochten gekocht

34
New cards

recevoir

krugen kreeg kregen gekregen

35
New cards

pouvoir

kunnen kon konden gekund

36
New cards

rire

lachen lachte lachten gelachen

37
New cards

charger

laden laadde laadden geladen

38
New cards

laisser

laten liet lieten gelaten

39
New cards

lire

lezen las, lazen gelezen

40
New cards

mentir

liegen loog, logen gelogen