H7: morfologische vaardigheden

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/9

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

10 Terms

1
New cards

MORFOLOGIE

Woordvormleer

Basiswoorden → varianten

  • Uitgangen

  • Voor- of achtervoegsels

  • Andere wijzigingen (bv. klinkerverandering)

  • Samengevoegd samenstellingen

→ Dragen bij tot de betekenis van het woord

  • Bv: duidelijk:

    • meervoud = méér dan één

    • verkleinwoordvorm = mini-exemplaar

    • klinkerwijziging sterk werkwoord = andere tijd

  • minder duidelijk:

    • eind-e bij een bijvoegl. naamwoord (mooi plaatjes kijken en mooie plaatsjes kijken), geeft enkel aan dat het bijvoegl. Naamwoord bij het naamwoord past

2
New cards

Flexiemorfologie

  1. Verbuiging of declinatie van naamwoorden –

    1. Meervouden

    2. Verkleinwoorden

    3. Eind –e en –s bij het adjectief (mooie, moois)

    4. Rangen van het telwoord en flecties zoals die met –en (zessen)

    5. Naamvallen (genitief –s)

  2. Vervoeging of conjugatie van werkwoorden

    1. Morfemen voor persoon en getal

    2. Morfemen voor tijdsaanduiding

    3. Aspecten en wijzen van het werkwoord

3
New cards

Lexicale morfologie

  1. Afleiding of derivatie – Verbinding van een grondwoord (vrij morfeem= kan alleen voorkomen) met een toevoegsel (gebonden morfeem)

    1. Bv: ondier, slechterik, gebergte, lelijker

  2. Samenstelling of compositie – Verbinding van grondwoorden (vrije morfemen)

    1. Bv: slaapkamer, bezemsteel, hogeschool

  3. Samenstellende afleiding

    1. Bv: “viervoet”-er

4
New cards

Differentiatiefase

Eerste morfologische experimenten

“Laatste hoofdstuk” dat het kind “aanpakt”

Verdere evolutie van pragmatiek, fonologie, semantiek en syntaxis

5
New cards

Ontwikkelingspsychologische krachtlijnen - 1.

Concrete morfologie (je kan het je voorstellen)

  • Komt eerst

  • Elke geleding in het woord kent een tegenhanger in de realiteit

  • Bv: meervouden en verkleinwoorden – Merkbaar verschillen (zintuigen)

Buiten bereik zintuigen

  • Komen later

  • Bv: werkwoordstijden (OVT), werkwoordwijzen (voorwaardelijke wijs), sommige mannelijke en vrouwelijke termen (kat-kattin)

Compleet arbitraire woordvormvariaties

  • Komen laatst

  • “Gril van de taal”

  • Bv: grammaticaal geslacht van meisje is onzijdig, van een stoel is mannelijk

→ Cognitivistische visie

6
New cards

Ontwikkelingspsychologische krachtlijnen - 2

Stadia

  • Per morfologische regel, soms per woord

  • Hele taalgebruik zal niet in één klap van het ene naar het andere stadium gaan

  • Vooruitgang: aantal morfologische mechanismen die zich in latere stadia bevinden

  1. Géén of geïmiteerde woordvormvarianten

    • Infinitiefvorm (bv: Inge vallen)

    • Wel woordvormvariant maar gevolg van imitatie (snappen het niet → gebruiken miss enkel het verkleinwoord)

      • Woordvorm is nog ondeelbaar

      • Bv: kindje

  2. Verbuiging of vervoeging

    • zonder inzicht in de regel

    • Overregularisatie

      • Te pas en ten onpas toepassen van de regel

      • Bv: mijn schoenes aandoen, hij loopte rap weg

    • Terugvorming

      • Speciaal geval van overregularisatie

      • Regel wordt opgeheven

      • Bv: roodkap, een vark, een grote meis

  3. Juiste woordvormvariatie

7
New cards

Verkleinwoorden en meervoudsvormen

  • verkleinwoorden

    • 2;0-2;6 Correcte maar zonder inzicht geïmiteerde vormen van zeer vaak gehoorde vormen bv: kindjes, koekje, snoepje,…

    • 3;6 Overregularisaties (bv: Sneeuwwit → terugvorming)

    • 3;6-4;0 Regelmatige vormen beheerst onregelmatige vormen (“schipje” i.p.v. scheepje) nog moeilijk

      • Morfonologische moeilijkheden (-mpje, -kje) nog niet beheerst

  • Meervoudsvormen

    • Vroeg “valse”, zonder inzicht geïmiteerde vormen (bv: schoenen kopen)

    • 2;0-2;6 meervoudsconcept met omschrijvingen (bv: allemaal snoepjes, nog kindjes)

    • Tot 4;0 overregularisaties (bv: autoën, schoenes)

      • Terugvormingen (bv: een vark, een scheep)

    • 4;0 Regelmatige meervoudsvormen beheerst

    • 6;0 Onregelmatige vormen blijven struikelblok (bv: schippen, blatten)

<ul><li><p>verkleinwoorden</p><ul><li><p>2;0-2;6 Correcte maar zonder inzicht geïmiteerde vormen van zeer vaak gehoorde vormen bv: kindjes, koekje, snoepje,… </p></li><li><p>3;6 Overregularisaties (bv: Sneeuwwit → terugvorming) </p></li><li><p>3;6-4;0 Regelmatige vormen beheerst onregelmatige vormen (“schipje” i.p.v. scheepje) nog moeilijk </p><ul><li><p>Morfonologische moeilijkheden (-mpje, -kje) nog niet beheerst</p></li></ul></li></ul></li><li><p>Meervoudsvormen</p><ul><li><p>Vroeg “valse”, zonder inzicht geïmiteerde vormen (bv: schoenen kopen) </p></li><li><p>2;0-2;6 meervoudsconcept met omschrijvingen (bv: allemaal snoepjes, nog kindjes) </p></li><li><p>Tot 4;0 overregularisaties (bv: autoën, schoenes)</p><ul><li><p>Terugvormingen (bv: een vark, een scheep) </p></li></ul></li><li><p>4;0 Regelmatige meervoudsvormen beheerst </p></li><li><p>6;0 Onregelmatige vormen blijven struikelblok (bv: schippen, blatten)</p></li></ul></li></ul><p></p>
8
New cards

Werkwoordsvervoeging

2;0 Eerste omschrijvingen tijdsconcept “onmiddellijk toekomst”: “gaan + …”

<p>2;0 Eerste omschrijvingen tijdsconcept “onmiddellijk toekomst”: “gaan + …”</p>
9
New cards

Werkwoordsvervoeging volgorde

Voltooid deelwoorden worden eerder beheerst dan de OVT

  • VD verwijst naar onmiddellijke verleden, vaststaand tijdstip, zit nog goed in geheugen, gevolgen soms nog zichtbaar

Zwakke werkwoorden eerder beheerst dan sterke werkwoorden

  • Eenvoud van de de/te regel

ABA werkwoorden

  • Voorsprong VD

    • Zelfde klinker als tegenwoordige tijd

    • ook dichter in de tijd → is juist gebeurt

    • Bv: lopen – gelopen

  • OVT laatst

    • Vb: lopen – liep – gelopen

      • De voltooid deelwoord (gelopen) lijkt op de tegenwoordige tijd (lopen).

      • Kind denkt: "als het VD ‘gelopen’ is, dan is het OVT misschien ‘loopte’"
        fout door overgeneralisatie

10
New cards

“Jullie doeten mij pijn” is een voorbeeld van

overgeneralisatie