1/9
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
MORFOLOGIE
Woordvormleer
Basiswoorden → varianten
Uitgangen
Voor- of achtervoegsels
Andere wijzigingen (bv. klinkerverandering)
Samengevoegd samenstellingen
→ Dragen bij tot de betekenis van het woord
Bv: duidelijk:
meervoud = méér dan één
verkleinwoordvorm = mini-exemplaar
klinkerwijziging sterk werkwoord = andere tijd
minder duidelijk:
eind-e bij een bijvoegl. naamwoord (mooi plaatjes kijken en mooie plaatsjes kijken), geeft enkel aan dat het bijvoegl. Naamwoord bij het naamwoord past
Flexiemorfologie
Verbuiging of declinatie van naamwoorden –
Meervouden
Verkleinwoorden
Eind –e en –s bij het adjectief (mooie, moois)
Rangen van het telwoord en flecties zoals die met –en (zessen)
Naamvallen (genitief –s)
Vervoeging of conjugatie van werkwoorden
Morfemen voor persoon en getal
Morfemen voor tijdsaanduiding
Aspecten en wijzen van het werkwoord
Lexicale morfologie
Afleiding of derivatie – Verbinding van een grondwoord (vrij morfeem= kan alleen voorkomen) met een toevoegsel (gebonden morfeem)
Bv: ondier, slechterik, gebergte, lelijker
Samenstelling of compositie – Verbinding van grondwoorden (vrije morfemen)
Bv: slaapkamer, bezemsteel, hogeschool
Samenstellende afleiding
Bv: “viervoet”-er
Differentiatiefase
Eerste morfologische experimenten
“Laatste hoofdstuk” dat het kind “aanpakt”
Verdere evolutie van pragmatiek, fonologie, semantiek en syntaxis
Ontwikkelingspsychologische krachtlijnen - 1.
Concrete morfologie (je kan het je voorstellen)
Komt eerst
Elke geleding in het woord kent een tegenhanger in de realiteit
Bv: meervouden en verkleinwoorden – Merkbaar verschillen (zintuigen)
Buiten bereik zintuigen
Komen later
Bv: werkwoordstijden (OVT), werkwoordwijzen (voorwaardelijke wijs), sommige mannelijke en vrouwelijke termen (kat-kattin)
Compleet arbitraire woordvormvariaties
Komen laatst
“Gril van de taal”
Bv: grammaticaal geslacht van meisje is onzijdig, van een stoel is mannelijk
→ Cognitivistische visie
Ontwikkelingspsychologische krachtlijnen - 2
Stadia
Per morfologische regel, soms per woord
Hele taalgebruik zal niet in één klap van het ene naar het andere stadium gaan
Vooruitgang: aantal morfologische mechanismen die zich in latere stadia bevinden
Géén of geïmiteerde woordvormvarianten
Infinitiefvorm (bv: Inge vallen)
Wel woordvormvariant maar gevolg van imitatie (snappen het niet → gebruiken miss enkel het verkleinwoord)
Woordvorm is nog ondeelbaar
Bv: kindje
Verbuiging of vervoeging
zonder inzicht in de regel
Overregularisatie
Te pas en ten onpas toepassen van de regel
Bv: mijn schoenes aandoen, hij loopte rap weg
Terugvorming
Speciaal geval van overregularisatie
Regel wordt opgeheven
Bv: roodkap, een vark, een grote meis
Juiste woordvormvariatie
Verkleinwoorden en meervoudsvormen
verkleinwoorden
2;0-2;6 Correcte maar zonder inzicht geïmiteerde vormen van zeer vaak gehoorde vormen bv: kindjes, koekje, snoepje,…
3;6 Overregularisaties (bv: Sneeuwwit → terugvorming)
3;6-4;0 Regelmatige vormen beheerst onregelmatige vormen (“schipje” i.p.v. scheepje) nog moeilijk
Morfonologische moeilijkheden (-mpje, -kje) nog niet beheerst
Meervoudsvormen
Vroeg “valse”, zonder inzicht geïmiteerde vormen (bv: schoenen kopen)
2;0-2;6 meervoudsconcept met omschrijvingen (bv: allemaal snoepjes, nog kindjes)
Tot 4;0 overregularisaties (bv: autoën, schoenes)
Terugvormingen (bv: een vark, een scheep)
4;0 Regelmatige meervoudsvormen beheerst
6;0 Onregelmatige vormen blijven struikelblok (bv: schippen, blatten)
Werkwoordsvervoeging
2;0 Eerste omschrijvingen tijdsconcept “onmiddellijk toekomst”: “gaan + …”
Werkwoordsvervoeging volgorde
Voltooid deelwoorden worden eerder beheerst dan de OVT
VD verwijst naar onmiddellijke verleden, vaststaand tijdstip, zit nog goed in geheugen, gevolgen soms nog zichtbaar
Zwakke werkwoorden eerder beheerst dan sterke werkwoorden
Eenvoud van de de/te regel
ABA werkwoorden
Voorsprong VD
Zelfde klinker als tegenwoordige tijd
ook dichter in de tijd → is juist gebeurt
Bv: lopen – gelopen
OVT laatst
Vb: lopen – liep – gelopen
De voltooid deelwoord (gelopen) lijkt op de tegenwoordige tijd (lopen).
Kind denkt: "als het VD ‘gelopen’ is, dan is het OVT misschien ‘loopte’"
→ fout door overgeneralisatie
“Jullie doeten mij pijn” is een voorbeeld van
overgeneralisatie