aan; naar; te
à
verlaten; opgeven
abandonner
aansnijden; aanvatten
aborder
leiden (tot)
aboutir
schuilplaats; onderdak
abri (m)
afwezigheid
absence (f)
afwezig
absent-absente
absoluut
absolu-absolue
zeker
absolument
absorberen
absorber
accent
accent (m)
aanvaarden
accepter
toegang
accès (m)
ongeval
accident (m)
begeleiden
accompagner
uitvoeren
accomplir
akkoord; overeenkomst
accord (m)
toekennen; toestaan
accorder
toenemen; groeien
accroître
ontvangst; onthaal
accueil (m)
ontvangen; verwelkomen
accueillir
beschuldiging
accusation (f)
beschuldigen
accuser
aankoop
achat (m)
kopen
acheter
koper
acheteur (m)
voltooien
achever
kopen; verwerven
acquérir
aankoop
acquisition (f)
akte
acte (m)
actuer
acteur (m)
actief
actif-active
actie; aandeel
action (f)
activiteit
activité (f)
actrice
actrice (f)
actualiteit
actualité
actueel; huidig
actuel-actuelle
tegenwoordig
actuellement
aanpassing
adaption (f)
aanpassen
adapter
toegeven; toelaten
admettre
administratie
administration (f)
bewondering
admiration (f)
bewonderen
admirer
toegeven; toelating
admission (f)
adolescent(e)
adolescent(e)
aannemen
adopter
adoptie; goedkeuring
adoption (f)
aanbidden
adorer
adres
adresse (f)
zich richten (tot)
s’adresser (à)
handig
adroit(e)
volwassene
adulte
tegenstander
adversaire
luchthaven
aéroport (m)
zaak
affaire (f)
affiche
affiche (f)
bekendmaken; aanpakken
afficher
bewering
affirmation (f)
beweren; bevestigen
affirmer
afschuwelijk
afreux-affreuse
opdat
afin de + inf.
opdat
afin que + subj.
leeftijd
àge (m)
oud
àgé(e)
agentschap; bureau; kantoor
agence (f)
handelen
agir
schudden
agiter
vergroten
agrandir
vergroting; uitbreiding
agrandissement (m)
aangenaam
agréable
landbouwer
argiculteur (m)
landbouw
agriculture (f)
hulp
aide (f)
helper; helpster
aide
naald
aigulle (f)
vleugel
aile (f)
elders
ailleurs
aardig
aimable
houden van
aimer
zo
ainsi
lucht
air (m)
gemak
aise (f)
toevoegen
ajouter
album
album (m)
alcohol
alcool (m)
Duits
allemand(e)
gaan
aller
heenreis
aller (m)
weggaan
s’en aller
(het licht) aandoen
allumer
dus
alors
liefhebber
amateur (m)
ziel
âme (f)
ambitie
ambition (f)
verbeteren
améliorer
verbetering
amélioration (f)
boete
amende (f)
(mee)brengen; (mee)nemen
amener
vriend
ami (m)