College 3: Persoonlijkheidsontwikkeling en het biologische domein

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/24

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

25 Terms

1
New cards

Persoonlijkheidsontwikkeling

de continuïteiten, consistenties and stabiliteit van mensen over de tijd en de manieren van hoe mensen over de tijd veranderen

2
New cards

temperament

Aangeboren, relatief stabiele emotionele en gedragsmatige reacties.
Komt vroeg tot uiting, heeft een neurobiologische basis en vormt de kern van latere persoonlijkheid.
→ Dimensies: emotie, activiteit, aandacht, zelfregulatie.

3
New cards

Verschil tussen temperament en persoonlijkheid

Temperament: het is de basispersoonlijkheid, biologisch, geen denken of zelfbeeld.
Persoonlijkheid: breder, omvat ook zelfconcept, attitudes en denken.
Beide zijn deels genetisch en ontwikkelen zich.

4
New cards
5
New cards

Mary Rothbart’s definitie

Constitutionele verschillen in reactiviteit en zelfregulatie

Reactiviteit: prikkelbaarheid van emotionele, fysiologische en gedragsmatige systemen

Zelfregulatie: processen die de reactiviteit reguleren, zoals aandacht en bewuste controle

6
New cards

transactioneel model van ontwikkeling

Kind en omgeving beïnvloeden elkaar voortdurend.
→ Kind selecteert, manipuleert, en roept reacties op uit omgeving.
→ Ouders (sensitiviteit) zijn belangrijke beïnvloeders.
→ Genetische aanleg zorgt voor stabiliteit.

<p>Kind en omgeving beïnvloeden elkaar voortdurend.<br>→ Kind selecteert, manipuleert, en roept reacties op uit omgeving.<br>→ Ouders (sensitiviteit) zijn belangrijke beïnvloeders.<br>→ Genetische aanleg zorgt voor stabiliteit.</p>
7
New cards

processen die de ontwikkeling van persoonlijkheid beïnvloeden

-biologische rijping

-interactie met de buitenwereld

8
New cards

Factoren die ontwikkeling persoonlijkheid beïnvloeden

  • Blootstelling aan verschillende leefomstandigheden> Armoede, Gewelddadige buurt, Extreem klimaat, Culturele denkbeelden

  • Blootstelling aan verschillende levensgebeurtenissen> Schokkende gebeurtenissen

9
New cards

Gen-omgevingsinteractie

Impact van de omgeving is juist afhankelijk van de aanleg/temperament/persoonlijkheid van het kind. Vanuit de aanleg is er ook verschil in perceptie van de buitenwereld. Dit kan je zien als een proces dat gerelateerd is aan gevoeligheid voor omgevingsinvloeden. Wat neem je waar en hoe interpreteer je het?

10
New cards

Relatieve stabiliteit

Verhouding tot anderen blijft gelijk over tijd.
Bijv. wie als kind extravert is, blijft dat relatief ook als volwassene.

Zoals je ziet lopen de lijnen van de verschillende personen niet parallel aan elkaar, ze ontwikkelen zich allemaal heel anders. Dit betekent dat de relatieve stabiliteit van deze persoonlijkheid erg laag is.

<p>Verhouding tot anderen blijft gelijk over tijd.<br>Bijv. wie als kind extravert is, blijft dat relatief ook als volwassene.</p><p>Zoals je ziet lopen de lijnen van de verschillende personen niet parallel aan elkaar, ze ontwikkelen zich allemaal heel anders. Dit betekent dat de relatieve stabiliteit van deze persoonlijkheid erg laag is.</p>
11
New cards

hoe ziet relatieve stabiliteit eruit in verhouding met de y-as?

Als je een correlatie op de y-as ziet weet je dat je te maken hebt met relatieve stabiliteit van een persoonlijkheidskenmerk.

Hier kan je bijv. zien dat er een piek is van relatieve stabiliteit bij 40 tot 60 jaar. Behalve bij conscientieusheid

<p>Als je een correlatie op de y-as ziet weet je dat je te maken hebt met relatieve stabiliteit van een persoonlijkheidskenmerk.</p><p>Hier kan je bijv. zien dat er een piek is van relatieve stabiliteit bij 40 tot 60 jaar. Behalve bij conscientieusheid</p>
12
New cards

absolute stabiliteit

Persoonlijkheidsniveau blijft exact gelijk over tijd.
Bijv. iemand scoort altijd een 7 op neuroticisme.

Je moet weten dat voor absolute relativiteit bij neurotisicme een sekseverschil is. Dit kan je bijvoorbeeld zien het feit dat vrouwen steeds meer angst ervaren.

Openheid, vriendelijkheid en conscientieusheid zijn redelijk gelijk, bij mannen en vrouwen een dip in de adolescentie en daarna gaat het geleidelijk omhoog.

13
New cards

Eysenck’s PEN-model

Drie onafhankelijke dimensies van persoonlijkheid:

  • Psychoticisme: impulsief, agressief, weinig empathie
    o Minder goed gedefinieerd dan E en N; meer controversieel

    o Verwant aan lage empathie, antisociaal gedrag

  • Extraversie: sociaal, energiek, prikkelzoekend

  • Neuroticisme: emotioneel instabiel, angstig
    → Gebaseerd op biologie en erfelijkheid

14
New cards

Onderbouwing PEN-model

Eysenck gebruikte:

  • Factoranalyse

  • Criteriumanalyse

  • Afhankelijkheid dimensies

  • Erfelijkheid > stabiiliteit over culturen, individuele stabiliteit & tweelingonderzoek
    → Psychoticisme bleek minder erfelijk en minder stabiel

  • Biologische correlaten 
    N → limbisch systeem, serotonine
    E → hersenactivatie, dopamine
    P → weinig bewijs, minder biologisch onderbouwd

  • relatie met gedragskenmerken

15
New cards

domeinen waar de relatie tussen persoonlijkheidstrekken en biologisch zichtbaar is

  • Sport: extraversie → uitdaging zoeken

  • Seksualiteit: P hoog → onpersoonlijke relaties, E hoog → gevarieerd leven en eerder actief, N hoog → piekert veel en vermijd

  • Criminaliteit: P hoog → verhoogd risico antisociaal gedrag, E hoog → gevoeliger voor beloning N hoog → gevoelig voor straf

  • Kunst/humor: E hoog → expressief en sociale grappen, E laag → rust en traditioneel droge humor

16
New cards

onderzoek naar de mensen die de mount Everets beklimmen (2003)

> Hoog op extraversie: zoeken extreme uitdaging

> Laag op neuroticisme: minder snel angstig, beter bestand tegen stress

17
New cards

Kwaliteit van de theorie

knowt flashcard image
18
New cards

Criteriumanalyse bij Eysenck

Beoordeelt of traits echt gedrag kunnen verklaren/voorspellen.
Bijv.: zijn traits stabiel, erfelijk en normaal verdeeld in de populatie?

19
New cards

Gray’s BIS-BAS-FFFS model

BAS: beloningsgevoelig, dopamine, toenadering → extraversie

BIS: strafgevoelig, serotonine, angst → neuroticisme

FFFS: paniek, vermijding → fight/flight/freeze-reactie

20
New cards

BIS en BAS conflict

Als beloning > straf → BAS wordt geactiveerd

Als straf > beloning → FFFS wordt geactiveerd
→ BIS reguleert de afweging

21
New cards

Sensation seeking (Zuckerman)

Behoefte aan prikkels; snel verveeld.
→ Lage MAO → minder afbraak neurotransmitters → meer prikkelgevoelig.
Subtypes: thrill seeking, experience seeking, disinhibition, boredom susceptibility.

22
New cards

Sensation seeking (Zuckerman, 1965)

Gerichtheid op activatie van je zenuwstelsel

Je hebt meer stimulatie nodig om tot je optimale activatie/prestatie te komen

Je kan niet goed tegen weinig prikkels

Er was onderzoek naar sensorische deprivatie (onderzoek naar wat er met mensen gebeurd als er nul prikkels zijn), mensen beginnen te hallucineren, in zichzelf te praten

Hieruit kwam dat alle mensen sensation seeking hebben, maar niet in dezelfde mate

23
New cards

monoamine oxidase (MAO)

enzym dat neurotransmitters afbreekt

Lage MAO: neurotransmitters worden langzamer afgebroken → verhoogde prikkelgevoeligheid → meer sensation seeking

Hoge MAO: te snelle afbraak → weinig stimulatie → lage prikkelgevoeligheid

24
New cards

relatie tussen sensation seeking en de Big five

Hoog sensation seeking →

  • Hoger op extraversie (r = .34)

  • Hoger op openheid (r = .37)

25
New cards

Tridimensioneel persoonlijkheidsmodel (Cloninger, 1986)

knowt flashcard image