 Call Kai
Call Kai Learn
Learn Practice Test
Practice Test Spaced Repetition
Spaced Repetition Match
Match1/36
Looks like no tags are added yet.
| Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced | 
|---|
No study sessions yet.
evolutionaire psychologie
biologisch overgeerfde factoren
genotype
erfelijk materiaal in dna
genotype → fenotype door:
omgeving en omstandgiheden
fenotype
waarneembare ontwikkelde kenmerken
rijpingstheorie
iedereen ontwikkeld in een vaste volgorde maar op eigen tempo
genexpressie
manier waarop genen tot uiting komen
epigenetische verandering
gen functioneerd anders maar gedraagd zich wel anders
psychoanalyse
erik erikson
E. baby
vertrouwen vs wantrouwen
E. peuter
zelfstandigheid vs twijfel
E. kleuter
initiatief vs schuld
E.lagere schoolkind
activiteit vs minderwaardigheid
E. jongere
identiteit vs identiteisverwarring
E. jongvolwassenen
intimiteit vs isolement
E. volwassene
productiviteit vs stilstaan
E. oudere
tevredenheid vs wanhoop
cognitief perspectief
piaget en kohlberg
kohlberg
theorie beschrijft ontwikkeling van het geweten
K. 1
preconventioneel - peuter - goed gedrag = geen straf :)
K. 2
preconventioneel - kleuter - goed gedrag = beloning → eigenbelang
K. 3
conventioneel niveau - lagere schoolkind - regels volgen om er bij te horen
K. 4
conventioneel niveau - begin puberteit -
1) wetten - belangrijk
2) peers zijn belangrijk
K. 5
postconventioneel - jongere/ volwassene - algemene morele principes goed/kwaad (mensenrecht)K
K. 6
postconventioneel - volwassne (niet voor iedereen) - wat slecht is is slecht ookal is dit onaangenaam voor de persoon zelf
piaget theorie
ontwikkeling van het denken
P. baby
sensomotorsich stadium - kennis door koppelingen door senso en motorische
P. peuter/kleuter
preoperationeel stadium - kind kan symbolisch denken
symbolisch denken
kind kan iets onthouden
objectpermanentie
beeld van vw knnen onthouden
persoonpermanentie
persoon kunnen onthouden
fantasie preoperationeel stadium
gaten worden door fantasie opgevult
denkfouten piaget preop
conservatie is er niet
denkacties kunnen niet omkeren
egocentrisme
verwarring fantasie en werkelijkheid
magisch denken
P. lagere schoolkind
concreet operationeel -
handelingen in gedachte
aandacht voor toestand en proces
geen egocentrisme
associatief geheugen → gedachtes verbinden
classificatie
dingen ordenen op klasse
seriatie
ordenen op reeks
P. adolescent
formeel operationeel stadium - kan abstract denken
labouvie vief
postformeel stadium - flexibeler denken