VVMU Wk 1 Tekst 4 Warbuton ( John Stuart Mill)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/25

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

26 Terms

1
New cards

Freedom of Speech (Vrijheid van meningsuiting)

Het recht om meningen en ideeën te uiten zonder inmenging of censuur, zolang dit geen schade toebrengt aan anderen.

Vrije meningsuiting is cruciaal voor persoonlijke ontplooiing en maatschappelijke vooruitgang.

2
New cards

Harm Principle (Schadebeginsel)

Volgens Mill moeten volwassenen vrij zijn om te doen wat ze willen, zolang ze anderen geen schade berokkenen.

De enige rechtvaardiging voor beperking van vrijheid is het voorkomen van schade aan anderen.

3
New cards

Consequentialisme

Mill rechtvaardigt vrijheid van meningsuiting vanuit de gevolgen: het bevordert geluk, creativiteit en menselijke bloei.

4
New cards

Tyranny of the Majority (Tirannie van de meerderheid)

Het gevaar dat de meerderheid haar normen en waarden oplegt aan minderheden, waardoor individualiteit en diversiteit onderdrukt worden.

5
New cards

5. Individuality (Individualiteit)

Vrijheid stelt mensen in staat hun eigen levenspad te volgen en hun unieke potentieel te ontwikkelen — een kernwaarde bij Mill.

6
New cards

6. Marketplace of Ideas (Vrije markt van ideeën)

Metafoor voor een samenleving waarin ideeën vrij circuleren en met elkaar concurreren.

Door debat en botsing tussen meningen komt de waarheid naar voren.

7
New cards

7. Truth (Waarheid)

Voor Mill is waarheid waardevol omdat zij bijdraagt aan kennis en vooruitgang.

Vrij debat vergroot de kans dat waarheid naar boven komt en fouten worden gecorrigeerd.

8
New cards

The Infallibility Argument (Het Onfeilbaarheidsargument)

Niemand is onfeilbaar; iedereen kan zich vergissen.

Daarom moeten ook impopulaire of onjuiste meningen gehoord worden, want ze helpen onze overtuigingen te testen en te verbeteren.

9
New cards

The Dead Dogma Argument (Het Dode Dogma-argument)

Zelfs ware overtuigingen verliezen hun betekenis als ze niet kritisch besproken worden.

Zonder debat veranderen ze in “dode dogma’s” — geloofsartikelen die gedachteloos worden aangenomen.

10
New cards

The Partly True Argument (Het Gedeeltelijk Waar-argument)

Zelfs grotendeels verkeerde meningen kunnen een element van waarheid bevatten.

Door ze te onderdrukken verliezen we die waardevolle inzichten.

11
New cards

Living Truth (Levende waarheid)

Een overtuiging blijft levend als ze voortdurend getoetst wordt aan kritiek.

Zonder debat verstarren overtuigingen tot routine en betekenisloosheid.

12
New cards

Dogmatism (Dogmatisme)

De neiging om overtuigingen als absoluut waar te beschouwen zonder ze te bevragen.

Volgens Mill leidt censuur tot dogmatisme en stagnatie van kennis.

13
New cards

Censorship (Censuur)

Het onderdrukken of beperken van meningen of kunstuitingen om politieke, religieuze of morele redenen.

Mill waarschuwt dat censuur de zoektocht naar waarheid belemmert en dogmatisme versterkt.

14
New cards

Holocaust Denial (Holocaustontkenning)

Het ontkennen van de historische realiteit van de Holocaust.

Volgens Warburton zou Mill tegen censuur van zulke opvattingen zijn geweest, omdat open debat beter is dan onderdrukking:

  • Censuur maakt mensen dogmatisch.

  • Onware ideeën kunnen worden weerlegd.

  • Censuur kan van leugenaars martelaren maken.

15
New cards

Martyrdom Effect (Martelaarseffect)

Wanneer censuur een spreker tot martelaar maakt, waardoor diens ideeën juist meer aandacht of sympathie krijgen.

Wanneer censuur een spreker tot martelaar maakt, waardoor diens ideeën juist meer aandacht of sympathie krijgen.

16
New cards

Respect vs. Truth (Respect in plaats van waarheid)

Moderne conflicten gaan vaak over respect en belediging, niet over waarheid.

Religieuze of culturele groepen kunnen uitingen als beledigend ervaren, ook als er geen sprake is van feitelijke onwaarheid.

Mill’s model, gericht op waarheidsvinding, houdt hier geen rekening mee.

17
New cards

Offence (Belediging)

Voor Mill is gekwetst zijn door woorden geen geldige reden om meningsuiting te beperken, tenzij de uiting daadwerkelijk aanzet tot schade.

18
New cards

Psychological vs. Physical Harm (Psychische vs. fysieke schade)

Mill maakt onderscheid tussen fysieke schade (wel een reden voor beperking) en psychologische of morele schade (geen voldoende reden).

Warburton merkt op dat dit onderscheid vandaag minder houdbaar is.

19
New cards

The Value of Error (Waarde van dwaling)

Ook fouten hebben waarde: ze prikkelen debat, scherpen inzichten aan en helpen waarheid te versterken.

20
New cards

The Aim of Free Speech (Doel van vrije meningsuiting)

Vrijheid van meningsuiting bevordert waarheid, persoonlijke groei en maatschappelijke ontwikkeling.

21
New cards

Tolerance (Tolerantie)

De bereidheid om ideeën te verdragen die men afwijst.

Voor Mill is tolerantie essentieel voor intellectuele en morele vooruitgang.

22
New cards

The Role of Minority Opinions (Waarde van minderheidsstandpunten)

Minderheidsstemmen mogen niet worden onderdrukt, omdat zelfs een eenling de waarheid kan vertegenwoordigen.

23
New cards

Limits of Free Speech (Grenzen van vrije meningsuiting)

De grens ligt bij schade aan anderen. Belediging of onenigheid is op zichzelf geen reden voor beperking.

24
New cards

No Platform Argument (Geen Platform-argument)

Het standpunt dat het moreel onjuist is om personen met verwerpelijke ideeën toegang te geven tot invloedrijke platforms, omdat dit hun geloofwaardigheid versterkt.

Het is geen censuur, maar een weigering om een podium te bieden dat legitimiteit verleent.

25
New cards

Relation between No Platform and Mill

Het No Platform-standpunt staat deels haaks op Mill’s visie: Mill zou pleiten voor het juist wél toelaten van zulke stemmen, om waarheid en inzicht te bevorderen via debat.

26
New cards

The Modern Challenge to Mill

Warburton wijst erop dat Mill’s model te idealistisch is.

In de praktijk draait het debat niet alleen om waarheid, maar ook om macht, identiteit, respect en de psychologische impact van woorden.