Studied by 7 people
Alle vocabulaire uit oefeningen + glosario
en el norte
in het noorden
en el este
in het oosten
en el sur
in het zuiden
en el oeste
in het westen
en el centro
in het centrum
agradable
aangenaam
antiguo, antigua
antiek
bien/mal comunicado, comunicada
goed/slecht gelegen
bonito, bonita
mooi
céntrico, céntrica
centraal gelegen
comercial
handels-
elegante
chic, elegant
financiero, financiera
financieel
histórico, histórica
historisch
popular
volks
residencial
woon-
ruidoso, ruidosa
luidruchtig
tranquilo, tranquila
rustig
turístico, turística
toeristisch
Perdone, sabe dónde ésta..?
Excuseer, weet u waar.. is?
Perdona, sabes dónde esta..?
Excuseer, weet jij waar.. is?
Primero..
Eerst..
Luego/despues
daarna
Gira(s)
Je slaat af naar..
Sigue(s)
Je volgt..
Toma(s)
Je neemt..
Va(s)
Je gaat..
Enfrente de
tegenover
El aparcamiento
de parking
El aseo público
het openbaar toilet
El ayuntamiento
het stadshuis
El bar
het café
La biblioteca
de bibliotheek
Los bomberos
de brandweer
El cajero automático
de bankautomaat
La carnicería
de slagerij
El centro comercial
het winkelcentrum
El cine
de bioscoop
El colegio
de school
La comisaría
het politiebureau
El edificio
het gebouw
La estación
het station
La farmacia
de apotheek
La gasolinera
het tankstation
El hospital
het ziekenhuis
La iglesia
de kerk
El mercado
de markt
El museo
het museum
La oficina de información
de infobalie
La panadería
de bakkerij
La parada de autobús
de bushalte
El parque
het park
La plaza
het plein
La policía
de politie
El restaurante
het restaurant
El supermercado
het supermarkt
El teatro
het theater
La tienda
de winkel
El apartamento
het appartement
El ático
een penthouse
La casa de pueblo
een dorpshuis
El chalet
een villa
El dúplex
een duplex
El estudio
een studio
El piso
de flat
El ascensor
de lift
La cocina
de keuken
El comedor
De eetkamer
El cuarto de bano
de badkamer
El dormitorio
de slaapkamer
Las escaleras
de trappen
El garaje
de garage
La habitacíon
de kamer
El jardín
de tuin
La piscina
het zwembad
El salón
de woonkamer
La terraza
het terras
El armario
de kast
La cama
het bed
El escritorio
het bureau
La estantería
de boekenkast
La lámpara
de lamp
La mesa
de tafel
La silla
de stoel
El sofá
de zetel
Note 
Flashcard (21)