Operating Systems alles samen

0.0(0)
studied byStudied by 2 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/149

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

150 Terms

1
New cards

Wat is een besturingssysteem (OS)?

Een programma dat hardwarecomponenten controleert en communicatie verzorgt tussen gebruiker, software en hardware.

2
New cards

Geef 3 voorbeelden van besturingssystemen.

Windows, Linux Fedora, MacOS.

3
New cards

Wat zijn de taken van een besturingssysteem?

Data opslaan en ophalen; programma's afschermen; bronnen beheren/delen; stroom regelen; prioriteiten regelen; reageren op fouten; tijdsplanning maken.

4
New cards

Wat is het verschil tussen single-tasking, multitasking en multi-user systemen?

Single-tasking: 1 taak tegelijk; Multitasking: meerdere taken tegelijk; Multi-user: meerdere gebruikers tegelijk.

5
New cards

Wat zijn de verschillende lagen in een besturingssysteem?

Shell (CLI): gebruikersinteractie; Utilities: routines voor complexe commands; Kernel: hart van het OS; Hardware.

6
New cards

Wat zijn interactieve programma's?

Programma's die door de gebruiker worden geactiveerd en snel moeten reageren.

7
New cards

Wat zijn batch programma's?

Programma's met opdrachten in een file, uitgevoerd via batch queue zonder directe feedback.

8
New cards

Wat zijn real-time programma's?

Programma's die binnen een strikte tijdslimiet moeten reageren, bv. in robots of luchtverkeer.

9
New cards

Wat is een proces binnen een OS?

Een reeks opdrachten die als een werkeenheid worden beschouwd.

10
New cards

Wat bepaalt het OS bij processenbeheer?

Welke processen uitgevoerd worden; welke bronnen ze krijgen; CPU-gebruik; geheugentoewijzing; toegang tot randapparatuur; bestandbeheer.

11
New cards

Noem 4 soorten resources die het OS beheert.

Geheugen; CPU; Randapparatuur (printers, disks); Bestanden.

12
New cards

Wat is scheduling in multitasking?

De manier waarop het OS prioriteiten toekent aan processen via een wachtrij.

13
New cards

Wat is concurrency?

Tegelijkertijd actieve processen die niet onafhankelijk zijn, bv. conflict bij gedeelde printer.

14
New cards

Welke ontwerpcriteria moet een OS volgen?

Consistentie; Flexibiliteit; Overdraagbaarheid.

15
New cards

Wat is virtualisatie?

Het maken van een virtuele versie van iets, zoals virtuele hardware, opslag of netwerkbronnen.

16
New cards

Wat zijn de voordelen van virtualisatie?

Efficiënter gebruik van hardware; goedkoper dan fysieke systemen; lagere ecologische voetafdruk.

17
New cards

Wat is een virtuele machine (VM)?

Een programma dat een volledige computer nabootst.

18
New cards

Welke soorten VM's bestaan er?

Programmeertaal-specifiek (JVM); Emulatoren (bv. VirtualBox); Applicatie-specifiek (bv. Docker).

19
New cards

Wat is een hypervisor?

Software die VMs aanmaakt en beheert, ook wel Virtual Machine Monitor (VMM) genoemd.

20
New cards

Wat is een Type 1 hypervisor?

Niet afhankelijk van OS, draait rechtstreeks op hardware; efficiënter maar complexer; bv. Hyper-V, VMWare ESXi.

21
New cards

Wat is een Type 2 hypervisor?

Draait bovenop een OS; eenvoudiger te installeren; geschikt voor persoonlijk gebruik; bv. VirtualBox.

22
New cards

Wat is multi-tenancy?

Een systeem waarin meerdere gebruikers (tenants) gedeelde bronnen gebruiken.

23
New cards

Wat zijn de voordelen van multi-tenancy?

Efficiënt gebruik van bronnen; lagere kosten.

24
New cards

Wat zijn de nadelen van multi-tenancy?

Minder beveiligings- en prestatie-isolatie; risico dat grote tenants kleine beïnvloeden.

25
New cards

Wat is cloud computing?

Op aanvraag beschikbaar stellen van hardware/software via een netwerk.

26
New cards

Wat zijn de kenmerken van cloud computing?

Pay-as-you-go model; elasticiteit; geen fysieke tussenkomst nodig.

27
New cards

Wat is de historische opkomst van cloud computing?

Definitie in 1997; SaaS rond 2000; grootschalige cloud computing tussen 2005-2007.

28
New cards

Wat is 'de cloud'?

Een schaalbare virtuele infrastructuur waar de gebruiker geen inzicht heeft in locatie of beheer van servers.

29
New cards

Wat zijn de 3 cloud modellen?

Publieke cloud (voor iedereen); Private cloud (beperkt); Hybride cloud (combinatie).

30
New cards

Wat is IaaS (Infrastructure as a Service)?

Gebruiker beheert OS, software en hardware; volledige controle.

31
New cards

Wat is PaaS (Platform as a Service)?

Gebruiker beheert enkel software; bv. Azure, Google App Engine.

32
New cards

Wat is SaaS (Software as a Service)?

Gebruiker gebruikt software zonder iets te beheren; bv. Gmail, Office 365.

33
New cards

Waarom is virtualisatie essentieel voor cloud computing?

Virtualisatie maakt schaalbare en gedeelde infrastructuur mogelijk.

34
New cards

Wat betekent elasticiteit in cloud computing?

Automatisch op- of afschalen van bronnen in functie van de vraag.

35
New cards

Wat is het verband tussen cloud computing en multi-tenancy?

Cloud computing gebruikt multi-tenancy om bronnen efficiënt te delen tussen gebruikers.

36
New cards

Wat is een nadeel van één OS op bare metal draaien?

Een crash van een app kan hele server offline halen; geen isolatie tussen services.

37
New cards

Waarom zijn VM's beter dan bare metal voor multitenancy?

Een fysieke server kan worden opgesplitst in meerdere geïsoleerde VM's, gedeeld over klanten.

38
New cards

Wat is een hypervisor?

Software die VM's creëert en beheert op een fysieke machine.

39
New cards

Wat is het verschil tussen type 1 en type 2 hypervisor?

Type 1 draait direct op hardware; type 2 draait op bestaand OS.

40
New cards

Wat zijn nadelen van VM's?

Trage installatie, veel schijfruimte, beheer is complex.

41
New cards

Wat is een container?

Lichtgewicht, geïsoleerde omgeving die een applicatie draait zonder volledig OS.

42
New cards

Waarom zijn containers efficiënter dan VM's?

Ze delen de hostkernel en hebben geen extra OS nodig.

43
New cards

Wat is een Docker image?

Een onveranderbare blauwdruk met applicatie en dependencies.

44
New cards

Wat is een Docker container?

Een draaiende instantie van een image met een beschrijfbare laag.

45
New cards

Waarvoor dient DockerHub?

Online opslagplaats voor Docker images die je kan downloaden of uploaden.

46
New cards

Wat doet een Dockerfile?

Bevat instructies om een Docker image te bouwen.

47
New cards

Wat is het voordeel van Docker voor ontwikkelaars?

Eenmalig builden en universeel verspreiden zonder platformproblemen.

48
New cards

Hoe start je een container?

Met docker run op basis van een image.

49
New cards

Wat is port binding?

Een poort van de container koppelen aan een poort op de host voor externe toegang.

50
New cards

Wat is een named volume?

Persistent opslag beheerd door Docker, onafhankelijk van container.

51
New cards

Wat is een bind mount?

Hostmap koppelen aan een containerpad, handig voor live edits.

52
New cards

Wat is het verschil tussen een image en container?

Image is statisch, container is een draaiende kopie met aanpasbare laag.

53
New cards

Wat is een Docker tag?

Versieaanduiding van een image zoals 'latest', 'v1.0'.

54
New cards

Waarom is 'latest' niet veilig voor productie?

Je weet niet zeker welke versie je draait bij updates.

55
New cards

Wat zijn environment variables in Docker?

Variabelen voor configuratie zoals wachtwoorden of database-URL’s.

56
New cards

Wat is Docker Compose?

Tool om meerdere containers te definiëren en beheren via docker-compose.yml.

57
New cards

Wat zijn voordelen van Docker Compose?

Eenvoudig beheer, herhaalbare omgevingen, multi-container setup.

58
New cards

Wat doet 'docker compose up'?

Start alle services volgens het docker-compose.yml bestand.

59
New cards

Wat is het nut van netwerken in Docker Compose?

Containers kunnen elkaar benaderen via servicenamen zonder IP.

60
New cards

Waarom gebruik je niet 'localhost' in Docker Compose?

Dat verwijst naar de container zelf, niet naar een andere container.

61
New cards

Wat is 'Infrastructure as Code' in Docker Compose?

De omgeving wordt beschreven in code (YAML) en is reproduceerbaar.

62
New cards
63
New cards

Wat is persistente opslag?

Opslag die data bewaart na afsluiten, met mogelijkheid om grote hoeveelheden data te bewaren en te delen.

64
New cards

Wat zijn kenmerken van een HDD?

Magnetische opslag, draaiende schijf, seek time, grote capaciteit, lage kost.

65
New cards

Wat zijn kenmerken van een SSD?

Opslag in ICs, geen bewegende onderdelen, snel, duurder dan HDD.

66
New cards

Wat zijn kenmerken van CD/DVD?

Optische opslag, beperkt in capaciteit en snelheid, vaak read-only.

67
New cards

Wat zijn kenmerken van een USB-stick?

Externe IC-opslag, beperkt in capaciteit en performantie.

68
New cards

Wat is een file?

Abstracte eenheid van data, opgebouwd uit blokken, verborgen complexiteit van fysieke opslag.

69
New cards

Wat zijn eigenschappen van een file?

Naam en extensie, grootte, toegangsrechten, wijzigdatum, verwijzingen naar datablokken.

70
New cards

Wat zijn soorten files?

Directories, links, special files (block/character), sockets, pipes.

71
New cards

Wat doen de commando's ls -l en ls -F?

ls -l toont type via eigenschappen; ls -F toont type via suffix.

72
New cards

Wat is sequentieel vs random access?

Sequentieel: lezen in volgorde; Random: lezen op willekeurige plaatsen.

73
New cards

Wat is een directory?

Een map die bestanden groepeert en een hiërarchische structuur creëert.

74
New cards

Wat zijn padnamen?

Absoluut pad: vanaf root (/); Relatief pad: vanaf huidige directory.

75
New cards

Wat is een file system?

Onderdeel van OS dat fysieke opslag beheert en bestanden/directories implementeert.

76
New cards

Welke methodes zijn er om bestanden te implementeren?

Contiguous storage, linked lists, FAT, index nodes (inodes).

77
New cards

Wat is contiguous storage?

Bestanden in aaneengesloten blokken; snel en ondersteunt random access; risico op fragmentatie.

78
New cards

Wat zijn linked lists in file storage?

Elke blok verwijst naar de volgende; geen fragmentatie; traag en geen random access.

79
New cards

Wat is de File Allocation Table (FAT)?

Toewijzingstabel in RAM; snel en random access; verbruikt veel RAM.

80
New cards

Wat zijn index nodes (inodes)?

Bevatten metadata en blokverwijzingen; enkel geopende bestanden in RAM; efficiënt en ondersteund random access.

81
New cards

Hoe werkt directory-implementatie?

Directory is bestand met entries per bestand/subdirectory, met verwijzingen naar blok of inode.

82
New cards

Wat is het verschil tussen hardlink en softlink?

Hardlink deelt inode; softlink heeft eigen inode en kan leiden tot 'dangling pointer'.

83
New cards

Wat is journaling in file systems?

Logboek van schrijfoperaties; laat systeem herstellen na crash tijdens schrijven.

84
New cards

Wat is een Virtual File System (VFS)?

Laag die verschillende file systems presenteert als één structuur; vertaalt OS-aanroepen.

85
New cards

Wat doen mount en unmount?

Mount: koppel fysiek file system aan map in VFS; Unmount: verwijder koppeling.

86
New cards

Wat zijn partities?

Verdeling van fysieke opslag; elke partitie heeft eigen bestandssysteem.

87
New cards

Wat is het verschil tussen MBR en GPT?

MBR: oudere standaard met boot loader; GPT: nieuwer, ondersteunt UEFI, achterwaarts compatibel.

88
New cards

Wat is NTFS?

Windows-standaard met journaling.

89
New cards

Wat is FAT32?

Microsoft-formaat; breed compatibel; max 4GB bestand en 2TB systeem.

90
New cards

Wat is exFAT?

Extensible FAT voor USB/SD; geen journaling; niet compatibel met Linux/Mac.

91
New cards

Wat is HFS+?

Mac-formaat met journaling; vroeger standaard op Mac.

92
New cards

Wat is APFS?

Modern MacOS bestandssysteem, gericht op SSD's en encryptie.

93
New cards

Wat is ext4?

Standaard Linux bestandssysteem met journaling.

94
New cards

Wat is ZFS?

Geavanceerd bestandssysteem voor Linux/FreeBSD; sterk tegen datacorruptie; weinig flexibel.

95
New cards

Wat is Btrfs?

Alternatief voor ZFS; standaard op Fedora; sterk tegen bitrot en datacorruptie.

96
New cards

Wat is ISO 9660 / UDF?

File systems voor optische schijven (CD/DVD); gericht op write-once media.

97
New cards
98
New cards

Wat is compileren?

Omzetten van programmeertaal naar CPU-instructieset.

99
New cards

Wat is een CPU-instructieset?

Verzameling instructies die een specifieke CPU begrijpt.

100
New cards

Welke CPU-instructiesets zijn er?

x86 (verouderd), x86-64 (modern), ARM (mobiel), MIPS (embedded), JVM (Java bytecode).