Looks like no one added any tags here yet for you.
ENG
Electronic News Gathering
→ op het draaimoment zelf pas keuzes maken rond camerastandpunten
Talking Heads (shot)
Wanneer een persoon direct in de camera spreekt
Vox Pop
Video met een reeks interviews met mensen die de reporter op straat is tegengekomen
Inductie-effect
Beelden beïnvloeden elkaar door de onderlinge volgorde en krijgen daarmee een eigen nieuwe betekenis als beeldverhaal
Slow TV
Meest objectieve vorm van video
vb: Treinrit-video’s
Ephemeral video
Tijdelijke video’s
→ denk aan Instagram- en Facebook verhalen
Draaistijl
De manier waarop een videoproduct gefilmd wordt.
Dit hoort een doordachte keuze te zijn en doorheen het product gevolgd te worden.
CTA
Call To Action
→ Er wordt van de kijker een handeling of betrokkenheid verwacht.
→ De acteur kijkt recht in de camera
Kadreren
Bepalen welk deel van het geheel de kijker te zien krijgt.
Kadrage draagt bij aan de ervaring en betrokkenheid van de kijker.
Jump cuts
Ook wel ‘Springers’ genoemd.
Wanneer twee shots na montage niet genoeg verschillen in kadrage.
→ vaak bij vlogs van youtubers als ze een spreekfout of dergelijke weghalen
Axial cut
Jump cut waarbij er bvb. van een ruim kader naar een close kader gesprongen wordt.
Links-Rechts principe
Als je meerdere mensen gaat interviewen, wissel je steeds hun kijkrichting en kadrage af.
EST
Establishing shot
Een overzichtsschot waarin een locatie wordt geïntroduceerd waar een scène of hele video gaat plaatsvinden.
→ tegenwoordig vaak met drone’s gemaakt
Long shot
Het onderwerp wordt van veraf gefilmd. Hierdoor lijkt het klein in verhouding met de omgeving.
Het toont een ruimer beeld van de scène en plaatst het onderwerp in zijn omgeving.
Vast shot
Fix shot
Beeld dat voor meerdere seconden geregistreerd wordt. Men spreekt van een vast shot wanneer de cameraman - na het induwen van de opnameknop - de camera niet bedient tijdens het maken van het beeld.
‘Over the shoulder’ shot
De cameraman snijdt 1 personage aan (voorplan) en je ziet een 2e personage frontaal in beeld.
→ Deze techniek wordt vaak gebruikt bij een interview of dialoog.
POV-shot
Point of view
Opname vanuit het standpunt van een personage.
De betrokkenheid is hier het grootst. De kijker verplaatst zich als het ware in het personage en kijkt vanuit diens ogen.
Luistershot
Tegenshot
Een shot van een personage dat luistert naar een ander personage dat spreekt.
Luistershots worden vaak (zeker in non-fictie) achteraf opgenomen omdat er slechts 1 camera aanwezig is op scène.
Het kan gebruikt worden om het patroon van een ander personage te doorbreken.
Hierbij is het vaak veel interessanter om de reacties op iemand te zien.
Insertshot
B-roll
Een shot dat erg vaak gebruikt wordt in non-fictie.
Dit zijn beelden die men kan gebruiken als ‘overlay’ tijdens voice-overs of quotes. Zij nemen de kijker even weg van de persoon die spreekt.
→ Zijn heel vaak een meerwaarde
Panoramische beweging
De camera beweegt van links naar rechts, of van rechts naar links.
De camera draait hierbij horizontaal op de statiefkop. Bij de registratie kan je spelen met verschillende snelheden. Zo is er in de montage keuze over welke pan-snelheid gebruikt kan worden.
Perspectief
Gezichtspunt
De manier waarop je als toeschouwer naar de scène kijkt.
Ooghoogte
Bij deze hoogte bevindt de camera zich op ongeveer gelijke hoogte dan het belangrijkste punt in het onderwerp.
De kijker kan de situatie bekijken alsof die zelf aanwezig is. Door de ‘eerlijke’ weergave van het onderwerp wordt dit gezien als een objectief perspectief.
Compositie
De indeling van het totale beeldvlak binnen het gekozen beeldkader. De elementen die de opbouw van een beeld bepalen.
De compositie van een beeld is het arrangeren van visuele elementen tot een harmonieuze eenheid, zodat het eindresultaat meer is dan het totaal van die elementen.
Het verkregen extra, bestaat uit de emotionele waarden die op de kijker worden overgebracht.
Scherpteverlegging
Wanneer de cameraman, in beeld de scherpte verlegt van 1 naar een ander object.
CCD-sensor
Charge-coupled Device
Een elektronisch apparaat dat wordt gebruikt om licht te detecteren en om te zetten in elektrische signalen.
Het is een type beeldsensor dat vaak gebruikt wordt in digitale camera’s en andere beeldvormingstoepassingen.
CMOS-sensor
Complementary Metal Oxide Semiconductor
Een type beeldsensor dat gebruikt wordt in digitale camera’s, smartphones en andere beeldvormingstoepassingen.
→ zelfde als een CCD-sensor maar heeft meer licht nodig, de CCD-sensor heeft een betere qualiteit.
Crop-factor
Krijg je als de camera een kleinere sensor heeft dan full-frame.
De crop-factor geeft aan hoe groot (of hoe klein) de sensor is ten opzichte van een full-frame sensor.
Brandpuntafstand
De afstand tussen het midden van de lens en de sensor. Dit bepaalt de grootte van de beeldhoek én hoe ver je kunt inzoomen.
De zoomverhouding van een lens, bepaalt de hoeveelheid scherptediepte in beeld.
Wordt altijd in millimeters aangeduid.
Point-and-shoot camera
Compactcamera
Een camera met een niet-verwisselbare lens. De lens is wel vaak zoombaar.
Je kan vanuit 1 camerastandpunt vele shots maken dankzij de zoom.
Nadeel: shots zijn kwalitatief minder scherpe shots.
Prime-lenzen
Lenzen met een vast brandpuntafstand.
Zoom-lens
Een lens zonder vast brandpuntafstand. De zoomlens heeft een flexibel bereik.
Diafragma
Synoniem: Iris
De mate van opening van de lens.
Deze bepaalt hoeveel licht er kan binnenvallen op de sensor.
→ kleiner diafragma geeft scherper/dieper beeld maar ook donkerder
ND-filter
Een filter dat het licht over het gehele zichtbare spectrum gelijkmatig verzwakt, waardoor het filter kleurloos is.
Witbalans
Een berekening van de witwaarde, waarop alle kleuren afgestemd kunnen worden.
Het nemen van een witbalans hangt samen met de registratie van een bepaalde kleurtemperatuur (graden Kelvin).
Sluitertijd
De tijdsduur waarin elk afzonderlijk videoframe wordt vastgelegd.
Het directe effect hiervan is zichtbaar in de bewegingsonscherpte van het vastgelegde beeld.
→ hoe langer sluitertijd hoe meer beweging in beeld (video) (grote sluitertijd)
kleinere sluitertijd vb 1/250 - diafragma open zetten (lager getal)
grotere sluitertijd vb 1/15 - ND-filter gebruiken (om licht te verminderen) of diafragma kleiner zetten
kleinere shutterspeed meer scherpte/detail -> beter voor slowmotion
Formaten
Containers
Bevatten de verschillende componenten van een video: de stroom afbeeldingen, het geluid, etc.
Bestaat uit codecs
Codec
Een coderings-tool die video verwerkt en opslaat in bytes.
Keyframe
Een frame dat is geselecteerd of aangewezen voor specifieke manipulatie of verandering.
→ Vooral om deze frame later makkelijk terug te kunnen vinden. Je plaatst hier een notitie bij met wat er later aangepast moet worden.
Birate
Verwijst naar de snelheid van informatie-overdrachten
synoniem: bitsnelheid
‘Slots’
Televisiezenders zoals VRT verdelen hun programmaschema in ‘slots’ waarin ze definiëren voor welke doelgroep zij een programma wensen.
De verschillende televisie-productiehuizen kunnen dan televisie-formats ‘pitchen’ bij de zender.
Synopsis
Nogsteeds beknopt, maar hierin worden wel de verschillende aspecten van het onderwerp in grote lijnen uitgewerkt en beschreven.
Baseline
Beschrijf je verhaal in 1 of 2 zinnen. Deze omschrijving bevat bij voorkeur het genre, de protagonist en antagonist, de periode en de arena waar het verhaal zich afspeelt.
Shot
1 opname. Van start tot stop camera.
Scène
Een klein stukje film bestaande uit meerdere shots.
Sequentie
Een groep scènes die een eenheid van actie vertonen.
Set-up
Een personage, plaats, ding, concept of metafoor waarvan het belang later in de film pas uitkomt.
Callsheet
Er wordt tot in detail beschreven wat nodig is om een bepaalde scène of verhaal op locatie, of in de studio te filmen.
Draaitijd is kostbaar en daarom worden alle taken van te voren duidelijk gepland en afgesproken.
Storyboard
Een verzameling uitgetekende shots van scènes uit een filmscript zoals de regisseur ze voor ogen heeft.
Gaffer
De persoon die verantwoordelijk is voor het regelen van alles met betrekking tot het licht en de elektriciteit op een set.
Softboxen
Een hulpmiddel dat is bedoeld om het licht van een studiolamp of flitser gelijkmatig te verdelen.
Maxboom
Een groot statief waarop een ballon staat om licht te verspreiden.
Zwarte doeken errond maken het licht gerichter.
Ambient light
Het licht dat aanwezig is als je ergens gaat draaien. Het is dus licht dat binnenvalt in je beeld.
Als je ergens in een huis gaat filmen en er is een raam, gaat het licht daar op elk moment van de dag anders op invallen.
Foley artist
Een persoon die zorgt voor de geluids-effecten in een film of hoorspel.
Zoals voetstappen, piepende deuren of omgevingsgeluiden.
LOG
Een videoformaat waar heel weinig informatie in zit.
LOG-beelden zorgen voor een platte, contrastloze en grijze video.
LUT
Look-up Table
Een soort filter die je bovenop je beeld kunt leggen.
Die LUT kan je zien op monitors waar bijvoorbeeld je klant of je regisseur op meekijkt.
Geeft een beeld van het eindresultaat. Ze moeten de beelden niet in RAW bekijken.
→ In montage zijn beelden wel RAW en moet de LUT er nog opgelegd worden
French flag
Flapje op de cameralens zetten om flares te vermijden
Flares
Kristal-patronen die ontstaan wanneer felle lichtbundels worden gebroken in het glas van de lens.
Kicker light
Een accentlicht dat de randen van een onderwerp benadrukt.
synoniem: rim light
Creëert een highlight dat feller is dan de key light. Staat schuin achter het object/de figuur.
Hair light
Een soort kicker licht. Een spot boven de persoon om diepte te creëren.
J-cut
Geluid van volgend beeld is te horen voor het beeld verandert.
L-cut
Geluid blijft een deel van het volgende beeld afspelen.
Split edit
J-cut & L-cut
→ veel gebruikt in conversaties
→ dromen en flashbacks (effects)
→ transitions en openings
Sound effects
Geluid achteraf opnemen en synchroniseren met beeld.
→ Jack Foley
Foley Artist: iemand die geluiden nabootst in studio
Luminantie
De helderheid van een pixel
Beschreven in bits (0 & 1)
→ hoe meer, hoe beter je kunt beschrijven
0=zwart
1=wit
Bits
Geven de HELDERHEID van een pixel!
Chrominantie
Beschrijven van kleur:
→ amplitude = intensiteit of lichtsterkte
→ frequentie => het verschil in frequentie ervaren we als kleur
→ snelheid:
hoe trager, hoe roder licht
hoe sneller, hoe blauwer licht
Lichtsnelheid
300.000 km/s
Zichtbaar licht
Tussen 400nm en 700nm golflengte
Subtractieve kleurmenging
Printer kleuren
REC.709
Kleurendriehoek met alle kleuren die wij kunnen zien.
Kleur
Wordt beschreven met 20 bits (dubbel van lichtsterkte)
→ 10 voor tint, 10 voor saturatie
30 bits per pixel
20 kleur
10 lichthelderheid
Audio
Luchtdruk, energie
→ 344m/sec
Basisregel sluitertijd
Best het ‘dubbel’ nemen van de framerate (bij een standaard framerate):
vb. 1/50ste van een seconde sluitertijd voor 25 beelden per seconden
Als je in slow motion gaat filmen heb je dubbel het aantal fps nodig en verdubbel je dus ook je shutter.