1/790
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
already
al
to give birth
bevallen, beviel(en), zijn bevallen
neighbours
de buren
born
geboren
hammer
de hamer, de hamers
youngest
de jongste
to borrow
lenen, leende(n), hebben geleend
to meet
ontmoeten, ontmoette(n), hebben ontmoet
eldest
de oudste
just
pas
Good luck!
succes
for the first time
voor het eerst
to become
worden, werd(en), zijn geworden
pregnant
zwanger
main sentence
de hoofdzin, hoofdzinnen
rest, remaining
de rest
verb
het werkwoord
to present
presenteren
to do homework
het huiswerk
to practice
oefenen
at the same time
tegelijk
happy
blij, blije
to share
delen, deelde(n), hebben gedeeld
fantastic
fantastisch, fantastische
congratulations
gefeliciteerd
to be lucky
geluk hebben, had(den) geluk, hebben geluk gehad
rent
de huur
light
licht, lichte
meter
de meter (m), de meters
modern
modern, moderne
spacious
ruim, ruime
to move (to another house)
verhuizen, verhuisde(n), zijn verhuisd
square
vierkant, vierkante
the neighbourhood
de wijk, de wijken
machine
de automaat, de automaten
message
het bericht, de berichten
clear
duidelijk, duidelijke
somewhere
ergens
to be right
gelijk hebben, had(den) gelijk, hebben gelijk gehad
handy
handig, handige
warmly
hartelijk, hartelijke
I am sorry.
Het spijt me.
help
de hulp
noise
het lawaai
usually
normaal, normale
in time
op tijd
technical
technisch, technische
delay
de vertraging
to push
drukken op, drukte(n) op, hebben gedrukt op
to hold in front of
houden voor, hield(en) voor, hebben gehouden voor
card
de kaart, de kaarten
button
de knop, de knoppen
manner, way
de manier, de manieren
minimal
minimaal, minimale
to charge
opladen, laadde(n) op, hebben opgeladen
pin (code of card)
de pincode, de pincodes
bank card
de pinpas, de pinpassen
display
het scherm, de schermen
to insert
stoppen in, stopte(n) in, hebben gestopt in
ten slotte
finally
veilig, veilige
safe
vervolgens
subsequently
boos, boze
angry
de gast, de gasten
guest
het gesprek, de gesprekken
conversation
hard, harde
hard
last hebben van, had(den) last van, hebben last gehad van
to suffer from
de leeftijd, de leeftijden
age
moe
tired
overmorgen
day after tomorrow
passen op, paste(n) op, hebben gepast op
to keep an eye on
stil, stille
quiet
de uitnodiging, de uitnodigingen
invitation
de verjaardag, de verjaardagen
birthday
vieren, vierde(n), hebben gevierd
to celebrate
zachter (zacht, zachte)
soft
het cadeau, de cadeaus
present, gift
de chocola
chocolate
hetzelfde
the same
hoeven niet, hoefde(n) niet, hebben niet gehoeven
don't have to
de kerk, de kerken
church
Kerst
Christmas
de koning, de koningen
king
meeste (veel)
most
Pasen
Easter
Sinterklaas
Sinterklaas (Dutch holiday)
de sneeuw
snow
vroeg, vroege
early
de wereld
world
de winter
winter
de drank, de dranken
drink, beverage
de friet
French fries
de geit, de geiten
goat
half, halve
half
de ham
ham
het idee, de ideeën
idea
de menukaart, de menukaarten
menu
de ober, de obers
waiter
de pasta
pasta
de rekening, de rekeningen
bill