l'atout m
de troef
le cours de langue
de taalcursus
l'échange m
de uitwisseling
l'entretien m
het onderhoud, het gesprek
l'esprit d'équipe m
de groepsgeest
le préjugé
het vooroordeel
le progès
de vooruitgang
le quotidien
het dagelijkse leven
le séjour
het verblijf
l'aisance f
de vlotheid
la confiance
het vertrouwen
les études f
de studie(s)
l'expérience f
de ervaring
la formation
de opleiding
la lettre de motivation
de sollicitatiebrief
la maîtrise
de beheersing
la notion
de notitie
l'opportunité f
de mogelijkheid
acquérir
verwerven
améliorer
verbeteren
décrocher
in de wacht slepen
emmener
meenemen personne
s'épanouir
zich ontplooien
faire face à
het hoofd bieden aan
gérer
omgaan met, beheren
s'investir
zich inzetten
obtenir
behalen
se rendre compte de
beseffen
rédiger
opstellen
autonome
zelfstandig
débrouillard
bijdehand
doué
sterk in
enrichissant
verrijkend
extraverti
extravert
linguistique
taal-
mature
rijp (voor personen)
sociable
sociaal
spontané
spontaan
valorisé
gewaardeerd
être attiré par
aangetrokken worden door
parler couramment
vlot spreken
prendre du recul
afstand nemen
amener
meebrengen personne
emporter
meenemen objet
apporter
meebrengen objet