1/312
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
already
al
always
altijd
approximately
ongeveer / zo'n
everybody
iedereen
everywhere
overal
famous
beroemd
fantastic
fantastisch
he has
hij heeft
he is
hij is
heavy
zwaar
his
z'n
I am
ik ben
I have
ik heb
it has
het heeft
it is
het is
light
licht
me
me
my
m'n
no ...
geen
nobody
niemand
not
niet
nothing
niks
nowhere
nergens
often
vaak
our
onze / ons
she has
ze heeft
she is
ze is
somebody
iemand
something
iets
somewhere
ergens
the part
het deel
the piece
het stuk
their
hun
them
ze
there are
er zijn
there is
er is
they are
ze zijn
they have
ze hebben
to expect
verwachten
to wait (for)
wachten (op)
we are =
we zijn
we have
we hebben
well-known
bekend
What else?
Wat nog meer?
What kind of
wat voor
which
welk(e)
you (plural) are
jullie zijn
you (plural) have =
jullie hebben
you are =
je bent
you have
je hebt
your
je
your (plural)
jullie
Langs
Past
volgens
according to
To put (set)
zetten
To put (lay)
leggen
More and more
steeds meer
About
Over
Very
Heel / erg
many / much / a lot (of)
Veel
to take care of
Zorgen (voor)
To change
Veranderen
To change
de verandering
In front of
Voor
Behind
Achter
Before
Voor
After
Na
The hole
Het gaat (het gaatje)
Both
Allebei
The city
De stad (de steden)
The border
De grens
Quiet
Rustig
Compared to
Vergeleken met
To happen
Gebeuren
Not any more
Niet meer
Not yet
Nog niet
Leren
To study / to learn
Because of / due to
Vanwege. / wegens
A couple of / a few
Een paar
To look like
Lijken op
To look a certain way
Zien er .... Uit
When (present tense)
Toen
Again
Weer
Different (various)
Verschillende
Different (other)
Andere
The place
De plek
Most (of the)
De meeste
The noise
Het lawaii
Het lawaai
The sound
Het geluid
Of / from (a person or thing)
Van
To (a place)
Naar
Or
Of
If
Of
Healthy
Gezond
The health
De gezondheid
So
Dus
Well...
Nou
To sound
Klinken
Only / Alone
Alleen