Kunststromingen Woordenschat

De rococo

1730-1760

De totaalkunst

Een totaalkunst is een kunststijl die voorkomt in verschillende soorten kunst. Bijvoorbeeld: de rococo zie je in meubels, gebouwen en schilderijen.

De toegepaste kunst

Toegepaste kunst is kunst die gebruikt wordt om gewone voorwerpen mooier te maken. Bijvoorbeeld: de stoelen in het paleis van Versailles.

De interieurskunst

Interieurkunst is kunst die het binnenkant van een gebouw versiert. Bijvoorbeeld: een barometer, stoelen of spiegelkamers in Versailles.

Asymmetrisch

Asymmetrie betekent dat de twee helften van iets niet hetzelfde zijn.

Verguld

Verguld betekent dat er een dun laagje goud op zit.

Dynamisch

Dynamisch betekent dat iets eruitziet alsof het beweegt.

Organische vormen

Organische vormen zijn vormen die je in de natuur ziet, zoals planten of dieren. Ze zijn het tegenovergestelde van rechte vormen.

De residentie

Een residentie is een verblijfplaats of woning, vaak van een belangrijke persoon.

De romantiek

Einde 18e eeuw - 19e eeuw

Subjectieve ervaringen

Ervaringen die persoonlijk zijn, dus anders voor iedereen.

Geïdealiseerd

Iets mooier of beter maken dan het eigenlijk is.

Nostalgie

Terugverlangen naar of het mooier maken van het verleden.

Oriëntalisme

Het verheerlijken van het Oosten, zoals het Midden-Oosten of Noord-Afrika.

Nationalisme

Het verheerlijken van je eigen land of volk.

Anekdotisch

Een kunstwerk dat gebaseerd is op een persoonlijk verhaal.

Het neoclassicisme

1750-1850

Propaganda

Een manier van communiceren om mensen te beïnvloeden of hun mening te veranderen.

Complementaire kleuren

Kleuren die recht tegenover elkaar staan op de kleurencirkel, zoals oranje en blauw.

Tertiaire kleuren

Kleuren die ontstaan door een mengeling van een kleur met een secundaire kleur.

Contouren

De lijnen die de buitenkant van een vorm aangeven.

Statisch

Ziet eruit alsof het stilstaat, zonder beweging (tegenovergestelde van dynamisch).

De symmetrie

Als twee helften van iets precies hetzelfde zijn aan beide kanten van een middenlijn.

Mythologie

Verhalen van vroeger (vooral Grieks en Romeins) om dingen in de natuur uit te leggen.

Heroïsch

Iets wordt afgebeeld als dapper of heldhaftig.

Triomfbogen

Een grote boog die gebouwd werd om overwinningen of keizers te vieren.

Geometrische grondplan

Een plattegrond die bestaat uit wiskundige vormen zoals vierkanten en cirkels.

Dramatiek

Iets wat heftig, meeslepend of emotioneel is.

Anatomie

De studie van hoe het menselijk lichaam eruitziet en werkt.

Eclecticisme

Een stijl waarin ideeën of vormen uit verschillende kunststijlen worden gecombineerd.

Het realisme

1840-1880

Naturalisme

Een kunststijl die verdergaat dan realisme, waarbij alles heel precies en wetenschappelijk werd afgebeeld.

Tableau vivant

Tableau vivant is een kunstwerk dat een levend beeld probeert weer te geven

Stilleven

Een schilderij of kunstwerk met levenloze voorwerpen (zoals fruit, vazen…).

Sociaal realisme

Het sociaal realisme is een tak uit het realisme die zich toespitst op de sociale een maatschappelijke situatie in

Het impressionisme

Vanaf 1850

Revolutionair

Iets dat zorgt voor een grote en plotselinge verandering.

Anarchie

Een manier van denken waarbij men geen regering of leiders wil.

Avant-garde

Een groep kunstenaars die vernieuwend willen zijn en nieuwe kunstvormen maken.

Academie

Een instelling in Frankrijk die bepaalde regels maakte over wat als 'echte kunst' werd gezien.

Postimpressionisme

Een kunststijl na het impressionisme. Deze kunstenaars gebruikten nog kleur en licht, maar legden meer nadruk op structuur, symboliek en hun eigen gevoelens.

En plein-air

Een landschap schilderen in de openlucht, buiten dus.

Reflecties

Weerspiegelingen van licht op oppervlakken zoals water.