Spaans H2 toetsweek1 2024 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/179

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

180 Terms

1
New cards

de oefening

el ejercicio

2
New cards

pijn doen

doler

3
New cards

het hoofd

la cabeza

4
New cards

de tand

el diente

5
New cards

de neus

la nariz

6
New cards

de mond

la boca

7
New cards

het oog

el ojo

8
New cards

de vinger

el dedo

9
New cards

de arm

el brazo

10
New cards

de borst

el pecho

11
New cards

de buik

la barriga

12
New cards

de knie

la rodilla

13
New cards

aanwijzen/aanduiden

señalar

14
New cards

zo snel mogelijk

lo más rápido posible

15
New cards

de hypochonder

el/la hipocondríaco/-a

16
New cards

ongeneeslijk/onverbeterlijk

sin remedio

17
New cards

het ziekteverchijnsel

el síntoma de enfermedad

18
New cards

de ziekte

la enfermedad

19
New cards

zich slecht voelen/ziek zijn

estar mal

20
New cards

de koorts

la fiebre

21
New cards

de verkoudheid

el resfriado

22
New cards

erg/ernstig

grave

23
New cards

au, au, au

ay, ay, ay

24
New cards

de keel

la garganta

25
New cards

de hoest

la tos

26
New cards

de maag

el estómago

27
New cards

zich bewegen

moverse

28
New cards

zich heel slecht voelen

estar fatal

29
New cards

beter worden/genezen

curarse

30
New cards

zorgen baren/verontrusten

preocupar

31
New cards

de praktijk

la consulta

32
New cards

een afspraak voor consult maken

pedir (i) hora

33
New cards

het kuuroord

el balneario

34
New cards

de patiënt/de patiënte

el/la paciente

35
New cards

zich bevinden

encontrarse

36
New cards

drinken

beber

37
New cards

het gebruik

el uso

38
New cards

teveel

demasiado/-a

39
New cards

de handen

las manos

40
New cards

de kuiltjes

los hoyitos de la cara

41
New cards

de gezondheid

la salud

42
New cards

Wat is er met je aan de hand?

¿Qué te pasa?

43
New cards

Wat is er met u aan de hand?

¿Qué le pasa?

44
New cards

beterschap (jij vorm)

Que te mejores

45
New cards

beterschap (u vorm)

Que se mejore

46
New cards

de griep

la gripe

47
New cards

de diarree

la diarrea

48
New cards

de allergie (voor)

la alergia (a)

49
New cards

ziek

enfermo/-a

50
New cards

verkouden

resfriado/-a

51
New cards

nerveus/zenuwachtig

nervioso/-a

52
New cards

zich goed voelen

estar bien

53
New cards

spreekwoord ter verzachting van pijn (bijvoorbeeld: kusje erop!)

sana, sana, colita de rana

54
New cards

gezond

sano/-a

55
New cards

het staartje

la coleta

56
New cards

de kikker

la rana

57
New cards

de kruidenthee

la infusión de hierbas

58
New cards

de ui

la cebolla

59
New cards

de online apotheek

la farmacia en línea

60
New cards

het begin

el inicio

61
New cards

het tabletje

el comprimido

62
New cards

de hoestsiroop

el jarabe

63
New cards

de tinctuur

la tintura

64
New cards

het jodium

el yodo

65
New cards

de zalf

la crema

66
New cards

de pleister

la tirita

67
New cards

de eenheid

la unidad

68
New cards

het verbandgaas

la gasa

69
New cards

de druppel

la gota

70
New cards

de oogdruppels

el colirio (ev)

71
New cards

vroeger

antes

72
New cards

de bron

la fuente

73
New cards

de mineralen

los minerales

74
New cards

de weelde/de rijkdom

la riqueza

75
New cards

de reden

la razón

76
New cards

de oprichting

la fundación

77
New cards

het water met genezende kracht

el agua medicinal

78
New cards

geneeskrachtig

medicinal

79
New cards

in die tijd

en esa época

80
New cards

de luxe

el lujo

81
New cards

de behandeling/de kuur

la cura

82
New cards

trainen/oefeningen doen

hacer ejercicio

83
New cards

baden

bañarse

84
New cards

het thermale water/de thermale bronnen

las aguas termales

85
New cards

verblijven

alojarse

86
New cards

combineren

combinar

87
New cards

het paradijs

el paraíso

88
New cards

wat ontspannend!

¡qué relax!

89
New cards

dragen

llevar

90
New cards

luisteren

escuchar

91
New cards

hebben

tener

92
New cards

spelen

jugar

93
New cards

surfen

hacer surf

94
New cards

duiken

bucear

95
New cards

gebruiken

usar

96
New cards

eten

comer

97
New cards

cursief

en cursiva

98
New cards

veranderen/transformeren

transformar

99
New cards

het gas

el gas

100
New cards

de damp/de stoom

el vapor