Digitale Methode - U4 - 4.2.3. Fears & phobias

a creepy crawly

kruipende insecten, griezelige beesten

distressed

overstuur, van streek

goosebumps

kippenvel

horrified

met afschuw vervuld, geschokt

imminent

dreigend

irrational

absurd, onzinnig, irrationeel

my heart skipped/missed a beat

mijn hart stond stil

petrified

verstijfd, versteend, verlamd (van angst)

terrifying

angstaanjagend

the heebie-jeebies

de kriebels, rillingen

to be afraid of one's own shadow

bang voor zijn eigen schaduw zijn

to be on pins and needles

op hete kolen zitten

to be scared stiff

stijf van schrik, angst zijn

to dodge (danger)

ontwijken, vermijden

to make one's blood run cold

koude rillingen geven

to send shivers up/down someone's spine

koude rillingen geven

to shake like a leaf

bibberen van schrik

to skate on thin ice

zich op glad ijs begeven

vigilant

waakzaam, oplettend, alert

vigilant

waakzaam

with bated breath

met ingehouden adem, vol spanning