1/53
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Als je woordjes van Engels wilt kennen, moet je herhalen, herhalen en nog eens herhalen.
Repetitio.
Uur na uur na uur zagen we hetzelfde.
Repetitio.
Pip en de p-p-pareldieven.
Repetitio.
Je hebt mensen en mensen.
Repetitio.
Niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets.
Anafoor.
Ziek, zwak en misselijk.
Tricolon.
Bloed, zweet en tranen.
Tricolon.
Dat wordt lachen, gieren, brullen.
Climax.
Of ik van sporten hou? Vechtsporten, wielrennen, hardlopen, volleybal, ik vind er niks aan!
Anticlimax.
Dat is een hele uitdaging! (Dat is een groot probleem!)
Eufemisme.
Ik mag ook nooit iets!
Hyperbool.
President Trump heeft wel iets te besteden.
Understatement.
Heel veel vakantie, voor heel weinig geld!
Antithese.
Roeien is een sport waarbij je, als je hard traint, snel achteruit gaat.
Paradox.
Mediamarkt, ik ben toch niet gek!
Litotes.
Hoe vaak moet ik nu nog zeggen dat je niet door me heen moet praten?
Retorische vraag.
Je moet niet leven om te werken, maar werken om te leven.
Chiasme.
Ze was zo mooi van ver, maar ver van mooi.
Chiasme.
(Als iemand te laat komt in de les) ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik alvast ben begonnen.
Ironie.
(Als iemand zich niet goed inzet) ga vooral zo door, dan kom je er wel.
Sarcasme.
(Als iemand een vraag stelt) Ik kan beter een stel apen gaan lesgeven. Die snappen het nog eerder dan jullie.
Cynisme.
Ze is een schat van een meid.
Metafoor (vergelijking met verbindingswoord)
Nou zeg, bedankt voor je commentaar, alsof je een emmer leeggooit!
Metafoor (vergelijking met verbindingswoord)
Vliegen is het nieuwe roken.
Metafoor (vergelijking met verbindingswoord)
Vlekken verdwijnen als sneeuw voor de zon.
Metafoor (vergelijking met verbindingswoord)
Dat kwam wel een beetje uit de lucht vallen!
Metafoor (zuivere metafoor)
Als scheidsrechter moet je een dikke huid hebben, want je krijgt veel kritiek.
Metafoor (zuivere metafoor)
De inrichting ademde rust en orde.
Metafoor (personificatie)
Papier is geduldig.
Metafoor (personificatie)
Schreeuwende kleuren.
Metafoor (synesthesie)
Een bittere conclusie.
Metafoor (synesthesie)
Een scherpe geur.
Metafoor (synesthesie)
Hé krullen, is je moeder thuis?
Metoniem (deel in plaats van geheel)
Weer zo’n stropdas die het beter weet…
Metoniem (deel in plaats van geheel)
Nederland verloor van Duitsland in 1974.
Metoniem (geheel in plaats van deel)
De school ging op excursie.
Metoniem (Het abstracte in plaats van het concrete)
Heel Noordlaren loopt uit voor de eerste marathon op natuurijs.
Metoniem (Het abstracte in plaats van het concrete)
Hij verdient een goede boterham met acteren.
Metoniem (Het concrete in plaats van het abtracte) |
Weinig hersens hebben.
Metoniem (Het concrete in plaats van het abtracte)
Wie lust er nog een glaasje?
Metoniem (voorwerp in plaats van inhoud)
Wie wil er nog een kopje?
Metoniem (voorwerp in plaats van inhoud)
De vampier werd gedood door het vlijmscherpe hout.
Metoniem (stof in plaats van voorwerp)
Tijdens de puberteit vindt er een ware revolutie plaats in het brein van het kind.
Metoniem (enkelvoud in plaats meervoud)
Zoek het op in de Van Dale.
Metoniem (eponiem)
Help, mijn iPhone gaat niet meer aan!
Metoniem (eponiem)
Voor de wind is het gunstig zeilen.
Spreekwoord (onder de juiste omstandigheden gaan dingen gemakkelijk.)
Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
Spreekwoord (men treft pas maatregelen ná het ongeluk.)
Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in.
Spreekwoord (als iemand een ander iets wil aandoen, ondervindt hij er zelf last van.)
Te veel hooi op de vork nemen.
Zegswijze (te veel tegelijk doen.)
Met de gebakken peren zitten.
Zegswijze (met onaangename gevolgen blijven zitten.)
Iemand een koekje van eigen deeg geven.
Zegswijze (iemand iets op dezelfde manier betaald zetten.)
Zo dood als een pier.
Gezegde (zonder twijfel dood.)
Met hart en ziel.
Gezegde (met volledige inzet.)
Lelijk als de nacht.
Gezegde (erg lelijk.)