1/18
Flashcards of key vocabulary from a French Literature lecture, covering the Middle Ages, Renaissance, and Classicism.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
De Middeleeuwen
De historische periode in Frankrijk waarin literatuur voornamelijk mondeling werd overgedragen vanwege lage alfabetiseringspercentages, sterk beïnvloed door religie, en de opkomst van volkstalen in het schrijven zag.
Heldendicht (Epos)
Heroïsche verhalen, zoals La Chanson de Roland en Le Roman de Renard, die verhalen vertellen over ridders, epische veldslagen en zoektochten.
Hoofse Roman
Een genre dat platonische relaties tussen een ridder en een adellijke dame benadrukt, met de nadruk op geïdealiseerde liefde.
Chrétien de Troyes
Een belangrijke schrijver uit de Middeleeuwen, bekend om het schrijven van verhalen over Koning Arthur en de Ridders van de Ronde Tafel, vol ridderlijkheid en hoofse liefde.
Marie de France
Een 12e-eeuwse schrijfster bekend om korte verhalen en fabels, vaak handelend over thema's als liefde, ridders en magie; beroemd om Lanval.
François Villon
Een 15e-eeuwse dichter bekend om soms ondeugende of brutale gedichten, waaronder Le Testament, reflecterend op zijn eigen leven en hedendaagse gebeurtenissen.
De Renaissance
Een periode van culturele en artistieke wedergeboorte in Europa van de 14e tot de 16e eeuw, die een overgang markeert van de Middeleeuwen naar de moderne tijd, met een hernieuwde interesse in kunst, wetenschap en filosofie.
Humanisme
Een filosofisch standpunt dat het menselijk potentieel benadrukt en zich richt op kunst, wetenschap en filosofie.
François Rabelais (1494–1553)
Een bekende Franse Renaissance-schrijver, beroemd om zijn werk Gargantua et Pantagruel.
Michel de Montaigne (1533–1592)
Een filosoof en essayist, beschouwd als een van de meest invloedrijke denkers van de Renaissance, vooral bekend om Les Essais.
Sonnet
Een kort gedicht bestaande uit veertien regels verdeeld over vier strofen (twee kwatrijnen en twee terzetten).
Classisisme
Een artistieke en literaire beweging in het 17e-eeuwse Frankrijk die terugkeerde naar de waarden van de klassieke oudheid, waarbij orde, helderheid en grandeur werden benadrukt.
Striktheid en Helderheid (Stricteness and Clarity)
Een belangrijk kenmerk van het classicisme, precisie in structuur en uitdrukking, strevend naar absolute helderheid en vermijden van overmatige versiering.
Evenwicht (Balance)
Een belangrijk element in het classicisme waarbij kunstenaars een evenwicht zochten tussen emotie en rede, extremen vermijden en streven naar harmonie.
Navolging van de Oudheid (Imitation of Antiquity)
Een kenmerk van het classicisme dat inspiratie putte uit de Griekse en Romeinse oudheid, waarbij auteurs als Aristoteles en Vergilius als modellen werden gezien.
Eenheid van Tijd (Unity of Time)
Een van de regels van Aristoteles, die stelt dat een toneelstuk binnen 24 uur moet plaatsvinden om de geloofwaardigheid te behouden.
Eenheid van Plaats (Unity of Place)
Een van de regels van Aristoteles, die voorschrijft dat een toneelstuk op een enkele locatie moet plaatsvinden zonder scènewisselingen.
Eenheid van Handeling (Unity of Action)
Een van de regels van Aristoteles, die vereist dat een toneelstuk slechts één hoofdplotlijn heeft zonder subplots.
Jean Racine (1639–1699)
Een belangrijke Franse toneelschrijver bekend om tragedies zoals Phèdre en Andromaque, gekenmerkt door diepe inzichten in menselijke emoties en poëtische taal.