Definities Motivatie

Motivatie

Een innerlijke kracht die het individu stimuleert tot bepaald gedrag.

Fysiologische basis behoeften

Overleven: voedsel, slaap, zuurstof, … Voorbeelden gedrag: eten zoeken, warme kleren, …

Veiligheid en zekerheids behoeften

Bescherming, orde, stabiliteit, … Voorbeelden gedrag: helm dragen, deur op slot, … Instellingen: politie, brandweer, …

Sociale acceptatie en behoeften

Liefde, vertrouwen, erbij horen, … Voorbeelden gedrag: lid worden van een vereniging, vrienden/familie zien, …

Waarderingsbehoeften

Zelfwaardering: positief zelfbeeld, competentie, identiteit, … Waardering door anderen: erkenning, aanzien,… Voorbeelden gedrag: merkkleren kopen, dure smartphone, …

Zelfactualisatie (zelfontplooiing)

Jezelf ontplooien, beste versie worden. Talenten en creativiteit ontwikkelen. Voorbeelden gedrag: reizen, beter worden in je job/hobby, …

Autonomie

Eigen keuzes maken, jezelf kunnen zijn. Bevredigd: vrijheid Gefrustreerd: controle

Verbondenheid

Warme, veilige relaties. Bevredigd: waardering en liefde Gefrustreerd: ruzie/uitsluiting

Competentie

Je bekwaam voelen, succesvol zijn. Bevredigd: haalbare taken en positieve feedback Gefrustreerd: moeilijke taken en negatieve feedback

Prestatiemotivatie

Een soort motivatie om goed te presteren. Bv: hoge schoolresultaten behalen, dieet volhouden, …

Intrinsieke motivatie

Een soort motivatie waarbij je iets zelf doet omdat je het leuk vind.

Flow

Volledig opgaan in een activiteit Bv: elke week naar de bib gaan

Extrinsieke motivatie

Een soort motivatie waarbij je iets doet om iets te bereiken.

Overrechtvaardiging

Wanneer je teveel beloond wordt waardoor je intrinsieke motivatie daalt.

Gecontroleerde motivatie (moetivatie)

Het gevoel dat iets moet.

Autonome motivatie (goesting)

Het gevoel dat je zelf iets kiest. (niet puur voor plezier)

Externe druk

Beloning, straf vermijden, voldoen aan verwachtingen

Interne druk

Schuld/schaamte vermijden, trots willen ervaren

Betekenisvol

Iets nuttig/waardevol vinden

Interesse

Een activiteit graag doen.

Faalangst

Angst om te falen. Het beïnvloedt prestaties.

Verschijningsvormen

cognitief, lichamelijk en gedrag

Doelgebaseerde motivatietheorie

Taakmotivatie, positieve egodoelen, negatieve egodoelen

Taakmotivatie

Gericht op goed uitvoeren en begrijpen. Leidt tot betere prestaties.

Positieve egodoelen

Goede indruk willen maken, trots zijn op jezelf, willen tonen dat je bij de beste hoort

Negatieve egodoelen

Angst om negatief beoordeeld te worden, vermijden dat anderen denken dat je iets niet kan, hangt samen met faalangst