1/3
Dialect en Standaardnederlands, continuüm v dialecten en standaardtaal, dialectgroepen
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Dialecten en Standaardnederlands
Lexicologische verschillen: Woorden
Fonetische verschillen
Diftongering: Eenklank → Tweeklank
Monoftongering: Tweeklank → Eenklank
Verkorting
Verkeerde assimilatieregels
Deletie
Insertie
Morfologische verschillen
Meervouden
Verkleinwoorden
Verbuigingsuitgangen bij verkleinwoorden
Syntactische verschillen
Subjectsverdubbeling
Dubbele negatie
Continuüm van dialecten en standaardtaal
Taalkundig nadeel: Dialecten schieten tekort bij nieuwe naamgevingen
Economisch nadeel: Dialect volstaat niet om buiten eigen dialectgebied werk te vinden
Communicatief nadeel: Dialecten verengt de kring van mensen die begrijpen wat er gezegd wordt
Sociaal nadeel: Dialect heeft minder prestige dan standaardtaal
Dialectgroepen
Zuidwestelijke dialecten (West-Vlaams)
Zuidelijk-centrale dialecten (Oost-Vlaams, Brabants)
Zuidoostelijke dialecten (Limburgs)
Noordelijk-centrale dialecten (Hollands, Utrechts)
Noordoostelijke dialecten (Saksisch)
Friese dialecten
Waarom is het dialect nog het sterkst in West-Vlaanderen
Variatie is beperkt, iedereen verstaat elkaar
Perifere regio
==> weinig in-/uitstroom