Frans in 2500 woorden - 2.8

0.0(0)
studied byStudied by 1 person
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/57

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

58 Terms

1
New cards

een bal, een kogel

une balle

2
New cards

blauw

bleu

3
New cards

een waardebon, een bon

un bon

4
New cards

een kapitein, een aanvoerder

un capitaine

5
New cards

breken, stukmaken

casser

6
New cards

breken

se casser

7
New cards

vertegenwoordigen, betekenen

constituer

8
New cards

opbouwen

se constituer

9
New cards

een vriend

un copain

10
New cards

bedekken

couvrir

11
New cards

zich bedekken

se couvrir

12
New cards

beschikken over, schikken

disposer (de)

13
New cards

een economie

une économie

14
New cards

kussen

embrasser

15
New cards

elkaar kussen

s'embrasser

16
New cards

verwijderen, uitdoen, ontvoeren

enlever

17
New cards

een hoop, een verwachting

un espoir

18
New cards

vriendelijk

gentil

19
New cards

wonen

habiter

20
New cards

een eer

un honneur

21
New cards

een ziekenhuis

un hôpital

22
New cards

aangeven, aanduiden

indiquer

23
New cards

een speler

un joueur

24
New cards

een rechter

un/une juge

25
New cards

loslaten

lâcher

26
New cards

zwaar

lourd

27
New cards

een trede

une marche

28
New cards

het stappen, de werking

la marche

29
New cards

militair

militaire

30
New cards

een helft

une moitié

31
New cards

de neus

le nez

32
New cards

naakt

nu

33
New cards

een standpunt, een positie

une position

34
New cards

verduidelijken

préciser

35
New cards

een bewijs

une preuve

36
New cards

een product

un produit

37
New cards

een leraar, een professor

un professeur

38
New cards

voordeel halen uit, profiteren van

profiter de

39
New cards

een werkelijkheid, een realiteit

une réalité

40
New cards

regionaal

régional

41
New cards

weer rechttrekken, opnemen

relever

42
New cards

weer overeind komen

se relever

43
New cards

opmerken

remarquer

44
New cards

een seizoen

une saison

45
New cards

hallo

salut

46
New cards

een groet, een saluut

un salut

47
New cards

springen

sauter

48
New cards

vastdrukken, straktrekken

serrer

49
New cards

dicht tegen elkaar gaan zitten, gaan staan

se serrer

50
New cards

een site, een plaats

un site

51
New cards

een avond, een avondvoorstelling

une soirée

52
New cards

een show

un spectacle

53
New cards

bedriegen

tromper

54
New cards

zich vergissen (van)

se tromper (de)

55
New cards

een verbond, een unie

une union

56
New cards

groen

vert

57
New cards

een weg, een rijbaan

une voie

58
New cards

een gebied, een zone

une zone