Unit 7: vocabulary (exam)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall with Kai
GameKnowt Play
New
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/122

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

English

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

123 Terms

1
New cards

a chuckle

onderdrukt lachen

2
New cards

chit-chat

geklets

3
New cards

good looks

er goed uitzien

4
New cards

boyfriend material

een jongen die je wel als partner wilt

5
New cards

audacity

durf, lef

6
New cards

chat-up lines/ pick-up lines

openingszinnen

7
New cards

chivalry

ridderlijkheid

8
New cards

decorum

etiquette

9
New cards

to get on well (with someone)

goed kunnen opschieten met iemand

10
New cards

mutual

wederzijds

11
New cards

to go on a date (with someone)

een afspraakje hebben met iemand

12
New cards

to make the first move

de eerste stap zetten

13
New cards

to be on the same wavelength

op dezelfde golflengte zitten

14
New cards

bold

vrijpostig, brutaal

15
New cards

cheesy, corny

melig, clichématig

16
New cards

crude

grof, bot, lomp

17
New cards

insincere

onoprecht

18
New cards

soppy

sentimenteel, klef

19
New cards

to charm

charmeren, beklonen

20
New cards

to have a soft spot for someone

een zwak hebben voor iemand

21
New cards

to fancy someone

iemand aantrekkelijk vinden

22
New cards

to have the hots for someone

je seksueel aangetrokken voelen tot iemand

23
New cards

to have a crush on someone

(smoor)verliefd zijn op iemand

24
New cards

to only have eyes for

alleen oog hebben voor één iemand

25
New cards

to fall for someone

voor iemand vallen

26
New cards

to fall head over heels for someone

halsoverkop verliefd zijn op iemand

27
New cards

to completely fall in love

halsoverkop verliefd worden

28
New cards

gay

homoseksueel

29
New cards

LGBTI+

een letterwoord om seksuele, gender- en geslachtsdiversiteit aan te duiden: 
L= lesbisch, G= gay (homo), B= bi+, T= trans(gender), I= intersekse

30
New cards

queer

een manier om je genderidentiteit en/of seksualiteit te benoemen

31
New cards

straight

hetero seksueel

32
New cards

to deal with (feelings)

omgaan met (emoties)

33
New cards

enchanted, thrilled, mesmerised

verrukt, gecharmeerd

34
New cards

anxious, distressed, troubled

bezorgd, bekommerd, verontrust

35
New cards

baffled, flabbergasted, shocked

ontsteld, geschokt, verbijsterd

36
New cards

exasperated, outraged, resentful

geërgerd, verontwaardigd

37
New cards

hesitant, insecure, uncertain

aarzelend, onzeker

38
New cards

ardent, fervent, passionate

gepassioneerd, vurig

39
New cards

a play

een toneelstuk

40
New cards

an act

een akte, bedrijf

41
New cards

a scene

een scène

42
New cards

a playwright

een toneelschrijver

43
New cards

a script

een toneeltekst

44
New cards

a stage direction

een toneelaanwijzing, tekst die zegt wat een acteur moet doen

45
New cards

an aside

een terzijde, een opmerking die enkel het publiek hoort

46
New cards

a prologue

een proloog, een voorwoord

47
New cards

an epilogue

een epiloog, een nawoord

48
New cards

a performance

een opvoering, uitvoering

49
New cards

the opening night

de première

50
New cards

the audience

het publiek

51
New cards

a theatre-goer

een theaterbezoeker

52
New cards

a seat

een stoel, een plaats

53
New cards

to book tickets

tickets reserveren

54
New cards

a box office / ticket office

een loket, een bespreekbureau

55
New cards

a box office success

een kaskraker

56
New cards

sold out

uitverkocht

57
New cards

an interval / intermission

een pauze in een toneelstuk

58
New cards

an applause

een applaus

59
New cards

a standing ovation

een staande ovatie

60
New cards

to applaud

to applaudiseren

61
New cards

to take a curtain call

terugkomen op het toneel om applaus in ontvangst te nemen

62
New cards

a rave review

een uiterst lovende recensie

63
New cards

an actor / actress

een acteur / actrice

64
New cards

to act

acteren

65
New cards

a leading role

een hoofdrol

66
New cards

to play the lead

de hoofdrol spelen

67
New cards

to learn your lines

je tekst leren

68
New cards

an audition

een auditie

69
New cards

to audition

auditie doen

70
New cards

a rehearsal

een repetitiek

71
New cards

to rehearse

repeteren

72
New cards

a dress rehearsal

een generale repetitiek

73
New cards

a character

een personage

74
New cards

to play a part

een rol spelen in een toneelstuk

75
New cards

a director

een regisseur

76
New cards

a producer

een producent, de verantwoordelijke voor de zakelijke kant van de productie

77
New cards

a production

een productie

78
New cards

a stage

een podium, toneel

79
New cards

backstage

achter de schermen, achter de coulissen

80
New cards

the set /the scenery

het decor

81
New cards

a set designer

een decorontwerper

82
New cards

a costume designer

een kostuumontwerper

83
New cards

a lighting designer

een lichtontwerper

84
New cards

a prompter

souffleur

85
New cards

to prompteen

souffleren

86
New cards

a propeen

rekwisiet, attribuut

87
New cards

a dressing room

een kleedkamer

88
New cards

a fued

een vete

89
New cards

albeit

hoewel/ maar /… (context!!)

90
New cards

an alternative

een alternatief, een andere weg/mogelijkheid

91
New cards

ambitious

ambitieus

92
New cards

apparent

duidelijk / zichtbaar

93
New cards

appreciation

appreciatie, dankbaarheid

94
New cards

to assign

verdelen, aanduiden

95
New cards

to assure

verzekeren

96
New cards

a category

een categorie

97
New cards

a chapter

een hoofdstuk

98
New cards

a colleague

een collega

99
New cards

to couple

samen met / iets toevoegen / twee dingen samen nemen

100
New cards

devoted

toegewijd