aanlandige wind
wind vanaf zee. heet ook zeewind.
aflandige wind
wind vanaf land. heet ook landwind.
afzetmarkt
het aantal klanten dat producten wil kopen.
analfabetisme
het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.
arbeidsextensief
een bedrijf dat weinig arbeid nodig heeft.
arbeidsmigrant
iemand die zijn eigen woongebied verlaat door gebrek aan werk en geld.
artsendichtheid
het aantal artsen per duizend inwoners.
autonomie
de vrijheid van een land of gebied om eigen wetten en regels te bepalen. heet ook zelfbestuur.
basisbehoefte
iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg).
beroepsbevolking
mensen die betaald werk willen doen.
bevolkingsdichtheid
het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer.
bevolkingsspreiding
de verdeling van mensen over een land of gebied.
bilaterale hulp
hulp die het ene land direct aan het andere land geeft.
bnp per inwoner
het gemiddelde inkomen per inwoner, berekend door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied.
braindrain
het wegtrekken van hoogopgeleide mensen uit een gebied waardoor de kennis uit dat gebied verdwijnt.
bruto nationaal product (bnp)
totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld.
buitenlandse investering
investering van buitenlandse bedrijven in een land.
centrumland
land dat behoort tot de rijke landen in de wereld.
corruptie
het omkopen van mensen of het verduisteren van geld.
deelstaat
Gebied binnen een land dat voor een deel zelfbestuur (autonomie) heeft. Er is een hoofdstad, er zijn ministeries en er zijn eigen wetten en regels.
delta
gebied vlak voor de monding, waar de rivier zich vertakt in vele rivierlopen.
duurzame hulp
hulp waar een land blijvend iets aan heeft. heet ook structurele hulp.
economische crisis
periode waarin de economische groei laag is of waarin de economie krimpt.
etnische groep
een groep mensen met een andere cultuur dan de andere bevolkingsgroepen in een land.
etnische minderheid
etnische groep die in een land in de minderheid is.
export/exporteren
levering van goederen en diensten aan een ander land. heet ook uitvoer/uitvoeren.
federatie
Land dat is verdeeld in deelstaten
import/importeren
het invoeren van goederen en diensten uit een ander land.
informele sector
ongeschoold, slechtbetaald werk in de dienstensector. heet ook vluchtsector.
infrastructuur
alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.
invoerrechten
belasting op producten die een land worden ingevoerd.
kennismigrant
arbeidsmigrant die vanwege zijn kennis verhuisd.
kolonie
een gebied in een ander werelddeel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land.
mangrove
boom die in zout water leeft langs de tropische kusten.
moesson
halfjaarlijks van richting wisselende wind.
multiculturele samenleving
het samenleven van mensen uit verschillende culturen.
multilaterale hulp
hulp van landen die via internationale organisaties aan andere landen wordt gegeven.
multinational
bedrijf met vestigingen in verschillende landen.
natuurlijke hulpbronnen
Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.
neokolonialisme
de afhankelijkheid van arme landen ten opzichte van rijke landen na de kolonisatie. arme landen leveren grondstoffen aan en zijn afnemers van industrieproducten uit rijke landen.
niet-gouvernementele organisatie
organisatie die onafhankelijk van de overheid (engels: government) ontwikkelingshulp geeft.
noodhulp
hulp om te kunnen overleven bij een hongersnood of een andere ramp.
ontwikkelingshulp
steun die arme landen krijgen om hun levensomstandigheden te verbeteren.
ontwikkelingskenmerk
kenmerk waarmee je de armoede of rijkdom in een land kunt meten.
ontwikkelingssamenwerking
Samenwerken met arme landen om hen te helpen hun eigen levensomstandigheden te verbeteren.
periferie
Hier: gebied met laag inkomen, waar de vernieuwing en modernisering nog weinig zijn doorgedrongen.
politiek systeem
manier waarop een staat wordt bestuurd.
primate city
megastad die ver boven de andere steden in een land uitsteekt.
regionale ongelijkheid
verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied.
ruimtelijke ordening
het maken van plannen voor de inrichting van een gebied.
savanne
landschap in de tropen met lange grassen, afgewisseld met groepjes bomen en struiken.
sociale ongelijkheid
verschillen in welvaart tussen de verschillende groepen mensen in een gebied.
sociale structuur
de opbouw van een samenleving in groepen.
steppe
droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
structurele hulp
duurzame hulp.
tariefmuur
invoerrechten (geld dat je moet betalen om een product in te voeren).
tropen
warme luchtstreek rond de evenaar tussen 23,5 C N.B. en 23,5 C Z.B.
tropisch regenwoud
dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen.
vrije wereldhandel
Handelssysteem waarbij alle landen in de wereld met elkaar handel kunnen drijven, zonder dat ze elkaar belemmeren met bijvoorbeeld tariefmuren.
werkloos(heid)
deel van de beroepsbevolking dat op zoek is naar werk.
zelfvoorzienend
Land waarin voldoende voedsel voor de eigen bevolking wordt geproduceerd en dat dus geen voedsel hoeft te importeren.
zuigelingensterfte
het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar sterft (per duizend levendgeborenen).