Kaarten: BH ds | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/120

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

121 Terms

1
New cards

Accrual accounting

Boekhoudtechniek waarbij kosten en opbrengsten geboekt worden op het moment dat ze zich voordoen, niet wanneer er cashverkeer is.

2
New cards

Vermogensboekhouding

Systeem van dubbele boekhouding dat het vermogen van een organisatie op een bepaald moment weergeeft.

3
New cards

Balans

Een momentopname van het vermogen van een entiteit, opgesplitst in activa (bezittingen) en passiva (bronnen van financiering).

4
New cards

Activa

Bezittingen en vorderingen die aangeven hoe het vermogen is aangewend.

5
New cards

Passiva

Eigen vermogen en schulden die aangeven waar het geld vandaan komt.

6
New cards

Balansevenwicht

Totaal activa = totaal passiva; beide zijden tonen hetzelfde vermogen vanuit een andere invalshoek.

7
New cards

Nettovermogen

Het verschil tussen de activa en passiva. Voorbeeld: €75.000 betekent positief eigen vermogen.

8
New cards

Eigen vermogen

Het deel van het vermogen dat aan de entiteit zelf toebehoort, na aftrek van schulden.

9
New cards

Vreemd vermogen

Schulden aan derden zoals banken, leveranciers of oprichters.

10
New cards

Resultatenrekening

Overzicht van opbrengsten en kosten gedurende een periode, geeft inzicht in winst of verlies.

11
New cards

Journaal

Chronologisch overzicht van alle boekhoudkundige verrichtingen.

12
New cards

Grootboek

Verzameling van alle rekeningen waarop de journaalverrichtingen geboekt zijn.

13
New cards

Rekeningstelsel (MAR)

Gestandaardiseerd rekeningenstelsel dat structuur geeft aan boekhoudkundige gegevens.

14
New cards

Boekjaar

Periode waarvoor de boekhouding wordt gevoerd, meestal 1 kalenderjaar.

15
New cards

Inventaris

Overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment.

16
New cards

Proef- en saldibalans

Controle-instrument waarbij gekeken wordt of debet- en creditbedragen in evenwicht zijn.

17
New cards

Boekhoudkundige verwerking

Het omzetten van financiële verrichtingen in boekingen volgens de regels van dubbele boekhouding.

18
New cards

Financieel-economische rapportering

Rapportage over financiële toestand en prestaties van een instelling.

19
New cards

Gebruikers van boekhoudinformatie

Externe (stakeholders, overheid, burgers) en interne (management, beleidsmakers) partijen.

20
New cards

Belang van boekhouding in publieke sector

Transparantie, controle, verantwoording van publieke middelen en ondersteuning van beleid.

21
New cards

Boekhoudprincipe: Ondernemingsentiteit

Elke entiteit (bijv. gemeente, OCMW) moet haar eigen boekhouding voeren, zelfs als er onderlinge verwevenheid is.

22
New cards

Boekhoudprincipe: Geldwaarde

Alle verrichtingen worden uitgedrukt in monetaire termen - niet-monetaire elementen worden niet geregistreerd.

23
New cards

Bestendigheidsprincipe

Boekhoudregels moeten consequent over de tijd worden toegepast om vergelijkbaarheid te garanderen.

24
New cards

Voorzichtigheidsprincipe

Verlies of risico moet geboekt worden zodra het vermoed wordt, winst pas bij realisatie.

25
New cards

Realisatieprincipe

Opbrengsten en kosten worden pas geboekt als ze gerealiseerd zijn, niet bij contractsluiting.

26
New cards

Matchingprincipe

Kosten moeten toegerekend worden aan de periode waarin ze bijdragen tot opbrengsten.

27
New cards

Vergelijkbaarheid

Jaarrekeningen moeten vergelijkbaar zijn over jaren heen, m.b.v. vaste principes en presentatie.

28
New cards

Verkrijgingsprijsprincipe

Activa worden geboekt aan de oorspronkelijke aanschafprijs, niet aan marktwaarde (tenzij bij IFRS).

29
New cards

Waarde correctie: Afschrijving

Daling van waarde van vaste activa over tijd, wegens gebruik of veroudering.

30
New cards

Waardevermindering

Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt als activa plotseling minder waard zijn (bv. schade, verlies contract).

31
New cards

Voorzieningen voor risico's en kosten

Reserveringen voor verwachte toekomstige verplichtingen of verliezen.

32
New cards

Vaste activa

Activa met een gebruiksduur > 1 jaar, zoals gebouwen, installaties, materieel.

33
New cards

Vlottende activa

Activa met korte levensduur, zoals voorraden, vorderingen en liquide middelen.

34
New cards

Materiële vaste activa

Tastbare activa, zoals machines, meubilair, voertuigen.

35
New cards

Immateriële vaste activa

Niet-tastbare activa, zoals softwarelicenties en patenten.

36
New cards

Financiële vaste activa

Aandelen of vorderingen met duurzame band (bv. deelnemingen >10%).

37
New cards

Balansrubrieken

Rubrieken worden geordend van minst naar meest liquide (links activa, rechts passiva).

38
New cards

Resultatenrekening: Naar soort

Opdeling van kosten en opbrengsten naar hun aard, zoals personeelskosten, energie, huur.

39
New cards

Resultatenrekening: Naar bestemming

Opdeling naar beleidsdomein of activiteit (bv. onderwijs, cultuur), nuttig voor intern management.

40
New cards

Waarderingsregels

Moeten duidelijk vermeld worden in jaarrekening en worden gecontroleerd op consistentie.

41
New cards

Vereniging zonder winstoogmerk (vzw)

Een juridische entiteit die geen winstdoelstelling heeft en geen winst mag uitkeren aan leden of oprichters.

42
New cards

Stichting

Een rechtspersoon zonder leden, opgericht om een bepaald belangeloos doel na te streven met een afgescheiden vermogen.

43
New cards

Boekhoudplicht vzw's en stichtingen

Afhankelijk van grootte en soort: dubbele boekhouding verplicht voor grote entiteiten; vereenvoudigde voor kleinere.

44
New cards

Indeling volgens grootte

Micro, kleine en (zeer) grote vzw's worden onderscheiden op basis van balans, omzet en personeelsaantallen.

45
New cards

Wetgeving boekhouding vzw

Beïnvloed door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), maar met aanpassingen specifiek voor vzw's.

46
New cards

Jaarrekening vzw

Verplicht voor alle vzw's: omvat balans, resultatenrekening en toelichting. Grote vzw's moeten die neerleggen bij NBB.

47
New cards

Jaarverslag

Een kwalitatieve toelichting bij de jaarrekening waarin o.a. activiteiten en risico's worden besproken (niet altijd verplicht).

48
New cards

Controleplicht

Zeer grote vzw's moeten een commissaris (bedrijfsrevisor) aanstellen die een controleverslag opstelt.

49
New cards

Resultatenverwerking

Geen klassieke winstverdeling zoals bij vennootschappen, wel mutaties in het eigen vermogen.

50
New cards

Mutatiestaat van het eigen vermogen

Overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen, bijv. via subsidies of schenkingen.

51
New cards

Schenkingen en legaten

Veelvoorkomende inkomstenbron bij vzw's; kunnen ook in natura zijn (vb. kunstwerken, gebouwen).

52
New cards

Subsidies

Belangrijke bron van niet-ruiltransacties in de non-profitsector; registreren volgens specificaties en voorwaarden.

53
New cards

Kapitaal van vereniging

Inbreng door oprichters; kan met of zonder terugbetalingsverplichting zijn.

54
New cards

Vrijwilligerswerk

Geen financiële boeking, maar wel van belang voor rapportering en werking van vzw's.

55
New cards

Bijzondere boekingen

Voor vzw's gelden soms afwijkende regels bij subsidies, schenkingen of fondsenwerving.

56
New cards

Niet in balans opgenomen verplichtingen

Verplichtingen zoals waarborgen of claims die niet op de balans staan maar wel relevant zijn voor risicoanalyse.

57
New cards

Jaarrekening openbaar maken

Voor grote vzw's verplicht via neerlegging bij de Nationale Bank van België (NBB).

58
New cards

Boekhoudkundige specificiteit

Verschilt van commerciële boekhouding: geen nadruk op winst, wel op verantwoording.

59
New cards

Rekeningstelsel vzw

Aangepast MAR (Minimum Algemeen Rekeningenstelsel) met focus op sociale en beleidsactiviteiten.

60
New cards

Toelichting bij jaarrekening

Essentieel voor inzicht in de werking van de vzw, bijvoorbeeld bij subsidies, kosten per activiteit, of risicobeoordeling.

61
New cards

Budgettaire boekhouding

Boekhoudsysteem van overheden dat focust op ontvangsten en uitgaven, met autorisatie- en opvolgingsfunctie.

62
New cards

Doel budgettaire boekhouding

Controle van publieke middelen: wat mag men uitgeven en waarvoor? Niet gericht op winst, maar op correcte besteding.

63
New cards

Accrual accounting vs. budgettaire boekhouding

Accrual: kosten/opbrengsten op transactiemoment. Budgettair: registratie bij autorisatie/uitgave.

64
New cards

Cash accounting

Simpel systeem dat enkel ontvangsten en uitgaven registreert bij cashverkeer - niet voldoende voor publieke sector.

65
New cards

Begroting

Vooraf goedgekeurd document dat geplande ontvangsten en uitgaven specifieert - kern van budgettaire boekhouding.

66
New cards

Begrotingsprincipes

Bijv. annaliteit (1 jaar geldig), universaliteit (alles moet erin), specialiteit (specifieke bestemming), evenwicht (geen tekort).

67
New cards

Annaliteit

Begroting geldt voor 1 jaar - meerjarenplanning wel mogelijk onder BBC (beleids- en beheerscyclus).

68
New cards

Specialiteit

Elke uitgave moet een specifieke bestemming hebben, zonder mogelijkheid tot verschuiven van kredieten.

69
New cards

Universaliteit

Alle ontvangsten en uitgaven moeten zichtbaar zijn in de begroting, geen compensatie tussen posten.

70
New cards

Evenwichtsvereiste

Begroting mag geen tekort vertonen - verplichtingen en inkomsten moeten in balans zijn.

71
New cards

Publiciteit

Begroting en rekening moeten openbaar zijn - via gemeenteraad, online, Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB).

72
New cards

Budgettaire cyclus

Bestaat uit: begroting opstellen, vastlegging, aanrekening en betaling - elk met eigen boekhoudkundige verwerking.

73
New cards

Vastlegging (voorgenomen verbintenissen)

Budgettaire reservering van kredieten voor toekomstige uitgaven.

74
New cards

Aanrekening (aangegane verbintenissen)

Uitgave wordt geboekt op moment van verplichting - bv. na ontvangen factuur.

75
New cards

Betaling

Laatste stap in cyclus - werkelijk geld verlaat de kas; boeking gebeurt in zowel vermogens- als budgettaire boekhouding.

76
New cards

Begrotingsrekening

Rapport van de budgettaire uitvoering - geeft inzicht in overschotten en tekorten per rubriek.

77
New cards

Integratie vermogens- en budgettaire boekhouding

Beide systemen bestaan naast elkaar en moeten op elkaar afgestemd worden (bv. via mega-grootboek).

78
New cards

Mega-grootboek

Middel om boekingen in vermogens- en budgettaire boekhouding met elkaar te verbinden.

79
New cards

Autorisatiemiddel

Budget dient als machtiging om uitgaven te doen - cruciaal in het overheidsbeheer.

80
New cards

Beheersinstrument

Budget en boekhouding helpen bij controle en bijsturing van het beleid - ondersteunen beleidskeuzes.

81
New cards

Doel financiële rapportering

Informatie verschaffen over de financiële toestand en prestaties van een instelling aan interne en externe belanghebbenden.

82
New cards

Interne gebruikers

Management en beleidsmakers gebruiken de rapportering om beslissingen te nemen, plannen op te stellen en prestaties te evalueren.

83
New cards

Externe gebruikers

Stakeholders zoals burgers, toezichthouders, leveranciers, willen inzicht in verantwoord gebruik van publieke middelen.

84
New cards

Accountability

Verantwoordingsplicht van publieke instellingen tegenover de samenleving - cruciaal in democratische context.

85
New cards

Toezicht

Externe controle op juistheid en volledigheid van financiële informatie - bv. door ABB of provinciegouverneur.

86
New cards

Jaarrekeninganalyse

Onderzoekt de financiële situatie via ratio's, structuuranalyse en tendensanalyse.

87
New cards

Liquiditeitsratio

Geeft weer of een entiteit in staat is haar kortetermijnverplichtingen na te komen (vb: current ratio).

88
New cards

Solvabiliteitsratio

Beoordeelt of de organisatie voldoende langetermijnvermogen heeft om haar schulden te dekken (vb: schuldgraad).

89
New cards

Rentabiliteitsratio

Drukt uit hoe rendabel de organisatie is, bv. opbrengst t.o.v. eigen vermogen.

90
New cards

Verticale analyse

Analyse van de opbouw van een balans of resultatenrekening binnen één jaar - hoe zijn middelen verdeeld?

91
New cards

Horizontale analyse

Vergelijking van cijfers over meerdere jaren - helpt bij trendherkenning.

92
New cards

Benchmarking

Vergelijken van ratio's met soortgelijke instellingen - helpt om prestaties te beoordelen.

93
New cards

Netto bedrijfskapitaal

Werkmiddel voor financiële analyse: verschil tussen vlottende activa en kortlopende schulden.

94
New cards

Niet-ruiltransacties

Inkomsten zonder tegenprestatie (bv. subsidies); belangrijk voor non-profit en publieke instellingen.

95
New cards

Afhankelijkheid van subsidies

Wordt gemeten via ratio: aandeel subsidies, giften en lidgelden in de opbrengsten.

96
New cards

Coherentiecontroles

Uitgevoerde controles op logische samenhang van jaarrekeningcijfers - bv. door Balanscentrale.

97
New cards

Openbare jaarrekening

Jaarrekeningen zijn publiek beschikbaar (bv. via ABB), wat transparantie bevordert.

98
New cards

Rapportering als beheersinstrument

Niet enkel verantwoording, maar ook sturing van beleid via rapportering van prestaties.

99
New cards

Ratioselectie

Afhankelijk van gebruikersdoel: banken focussen op solvabiliteit, bestuur op efficiëntie.

100
New cards

Analytische boekhouding

Vult vermogensboekhouding aan door inzicht te geven in kosten en opbrengsten per activiteit.