1/120
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Accrual accounting
Boekhoudtechniek waarbij kosten en opbrengsten geboekt worden op het moment dat ze zich voordoen, niet wanneer er cashverkeer is.
Vermogensboekhouding
Systeem van dubbele boekhouding dat het vermogen van een organisatie op een bepaald moment weergeeft.
Balans
Een momentopname van het vermogen van een entiteit, opgesplitst in activa (bezittingen) en passiva (bronnen van financiering).
Activa
Bezittingen en vorderingen die aangeven hoe het vermogen is aangewend.
Passiva
Eigen vermogen en schulden die aangeven waar het geld vandaan komt.
Balansevenwicht
Totaal activa = totaal passiva; beide zijden tonen hetzelfde vermogen vanuit een andere invalshoek.
Nettovermogen
Het verschil tussen de activa en passiva. Voorbeeld: €75.000 betekent positief eigen vermogen.
Eigen vermogen
Het deel van het vermogen dat aan de entiteit zelf toebehoort, na aftrek van schulden.
Vreemd vermogen
Schulden aan derden zoals banken, leveranciers of oprichters.
Resultatenrekening
Overzicht van opbrengsten en kosten gedurende een periode, geeft inzicht in winst of verlies.
Journaal
Chronologisch overzicht van alle boekhoudkundige verrichtingen.
Grootboek
Verzameling van alle rekeningen waarop de journaalverrichtingen geboekt zijn.
Rekeningstelsel (MAR)
Gestandaardiseerd rekeningenstelsel dat structuur geeft aan boekhoudkundige gegevens.
Boekjaar
Periode waarvoor de boekhouding wordt gevoerd, meestal 1 kalenderjaar.
Inventaris
Overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment.
Proef- en saldibalans
Controle-instrument waarbij gekeken wordt of debet- en creditbedragen in evenwicht zijn.
Boekhoudkundige verwerking
Het omzetten van financiële verrichtingen in boekingen volgens de regels van dubbele boekhouding.
Financieel-economische rapportering
Rapportage over financiële toestand en prestaties van een instelling.
Gebruikers van boekhoudinformatie
Externe (stakeholders, overheid, burgers) en interne (management, beleidsmakers) partijen.
Belang van boekhouding in publieke sector
Transparantie, controle, verantwoording van publieke middelen en ondersteuning van beleid.
Boekhoudprincipe: Ondernemingsentiteit
Elke entiteit (bijv. gemeente, OCMW) moet haar eigen boekhouding voeren, zelfs als er onderlinge verwevenheid is.
Boekhoudprincipe: Geldwaarde
Alle verrichtingen worden uitgedrukt in monetaire termen - niet-monetaire elementen worden niet geregistreerd.
Bestendigheidsprincipe
Boekhoudregels moeten consequent over de tijd worden toegepast om vergelijkbaarheid te garanderen.
Voorzichtigheidsprincipe
Verlies of risico moet geboekt worden zodra het vermoed wordt, winst pas bij realisatie.
Realisatieprincipe
Opbrengsten en kosten worden pas geboekt als ze gerealiseerd zijn, niet bij contractsluiting.
Matchingprincipe
Kosten moeten toegerekend worden aan de periode waarin ze bijdragen tot opbrengsten.
Vergelijkbaarheid
Jaarrekeningen moeten vergelijkbaar zijn over jaren heen, m.b.v. vaste principes en presentatie.
Verkrijgingsprijsprincipe
Activa worden geboekt aan de oorspronkelijke aanschafprijs, niet aan marktwaarde (tenzij bij IFRS).
Waarde correctie: Afschrijving
Daling van waarde van vaste activa over tijd, wegens gebruik of veroudering.
Waardevermindering
Bijzondere waardeverminderingen worden geboekt als activa plotseling minder waard zijn (bv. schade, verlies contract).
Voorzieningen voor risico's en kosten
Reserveringen voor verwachte toekomstige verplichtingen of verliezen.
Vaste activa
Activa met een gebruiksduur > 1 jaar, zoals gebouwen, installaties, materieel.
Vlottende activa
Activa met korte levensduur, zoals voorraden, vorderingen en liquide middelen.
Materiële vaste activa
Tastbare activa, zoals machines, meubilair, voertuigen.
Immateriële vaste activa
Niet-tastbare activa, zoals softwarelicenties en patenten.
Financiële vaste activa
Aandelen of vorderingen met duurzame band (bv. deelnemingen >10%).
Balansrubrieken
Rubrieken worden geordend van minst naar meest liquide (links activa, rechts passiva).
Resultatenrekening: Naar soort
Opdeling van kosten en opbrengsten naar hun aard, zoals personeelskosten, energie, huur.
Resultatenrekening: Naar bestemming
Opdeling naar beleidsdomein of activiteit (bv. onderwijs, cultuur), nuttig voor intern management.
Waarderingsregels
Moeten duidelijk vermeld worden in jaarrekening en worden gecontroleerd op consistentie.
Vereniging zonder winstoogmerk (vzw)
Een juridische entiteit die geen winstdoelstelling heeft en geen winst mag uitkeren aan leden of oprichters.
Stichting
Een rechtspersoon zonder leden, opgericht om een bepaald belangeloos doel na te streven met een afgescheiden vermogen.
Boekhoudplicht vzw's en stichtingen
Afhankelijk van grootte en soort: dubbele boekhouding verplicht voor grote entiteiten; vereenvoudigde voor kleinere.
Indeling volgens grootte
Micro, kleine en (zeer) grote vzw's worden onderscheiden op basis van balans, omzet en personeelsaantallen.
Wetgeving boekhouding vzw
Beïnvloed door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), maar met aanpassingen specifiek voor vzw's.
Jaarrekening vzw
Verplicht voor alle vzw's: omvat balans, resultatenrekening en toelichting. Grote vzw's moeten die neerleggen bij NBB.
Jaarverslag
Een kwalitatieve toelichting bij de jaarrekening waarin o.a. activiteiten en risico's worden besproken (niet altijd verplicht).
Controleplicht
Zeer grote vzw's moeten een commissaris (bedrijfsrevisor) aanstellen die een controleverslag opstelt.
Resultatenverwerking
Geen klassieke winstverdeling zoals bij vennootschappen, wel mutaties in het eigen vermogen.
Mutatiestaat van het eigen vermogen
Overzicht van wijzigingen in het eigen vermogen, bijv. via subsidies of schenkingen.
Schenkingen en legaten
Veelvoorkomende inkomstenbron bij vzw's; kunnen ook in natura zijn (vb. kunstwerken, gebouwen).
Subsidies
Belangrijke bron van niet-ruiltransacties in de non-profitsector; registreren volgens specificaties en voorwaarden.
Kapitaal van vereniging
Inbreng door oprichters; kan met of zonder terugbetalingsverplichting zijn.
Vrijwilligerswerk
Geen financiële boeking, maar wel van belang voor rapportering en werking van vzw's.
Bijzondere boekingen
Voor vzw's gelden soms afwijkende regels bij subsidies, schenkingen of fondsenwerving.
Niet in balans opgenomen verplichtingen
Verplichtingen zoals waarborgen of claims die niet op de balans staan maar wel relevant zijn voor risicoanalyse.
Jaarrekening openbaar maken
Voor grote vzw's verplicht via neerlegging bij de Nationale Bank van België (NBB).
Boekhoudkundige specificiteit
Verschilt van commerciële boekhouding: geen nadruk op winst, wel op verantwoording.
Rekeningstelsel vzw
Aangepast MAR (Minimum Algemeen Rekeningenstelsel) met focus op sociale en beleidsactiviteiten.
Toelichting bij jaarrekening
Essentieel voor inzicht in de werking van de vzw, bijvoorbeeld bij subsidies, kosten per activiteit, of risicobeoordeling.
Budgettaire boekhouding
Boekhoudsysteem van overheden dat focust op ontvangsten en uitgaven, met autorisatie- en opvolgingsfunctie.
Doel budgettaire boekhouding
Controle van publieke middelen: wat mag men uitgeven en waarvoor? Niet gericht op winst, maar op correcte besteding.
Accrual accounting vs. budgettaire boekhouding
Accrual: kosten/opbrengsten op transactiemoment. Budgettair: registratie bij autorisatie/uitgave.
Cash accounting
Simpel systeem dat enkel ontvangsten en uitgaven registreert bij cashverkeer - niet voldoende voor publieke sector.
Begroting
Vooraf goedgekeurd document dat geplande ontvangsten en uitgaven specifieert - kern van budgettaire boekhouding.
Begrotingsprincipes
Bijv. annaliteit (1 jaar geldig), universaliteit (alles moet erin), specialiteit (specifieke bestemming), evenwicht (geen tekort).
Annaliteit
Begroting geldt voor 1 jaar - meerjarenplanning wel mogelijk onder BBC (beleids- en beheerscyclus).
Specialiteit
Elke uitgave moet een specifieke bestemming hebben, zonder mogelijkheid tot verschuiven van kredieten.
Universaliteit
Alle ontvangsten en uitgaven moeten zichtbaar zijn in de begroting, geen compensatie tussen posten.
Evenwichtsvereiste
Begroting mag geen tekort vertonen - verplichtingen en inkomsten moeten in balans zijn.
Publiciteit
Begroting en rekening moeten openbaar zijn - via gemeenteraad, online, Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB).
Budgettaire cyclus
Bestaat uit: begroting opstellen, vastlegging, aanrekening en betaling - elk met eigen boekhoudkundige verwerking.
Vastlegging (voorgenomen verbintenissen)
Budgettaire reservering van kredieten voor toekomstige uitgaven.
Aanrekening (aangegane verbintenissen)
Uitgave wordt geboekt op moment van verplichting - bv. na ontvangen factuur.
Betaling
Laatste stap in cyclus - werkelijk geld verlaat de kas; boeking gebeurt in zowel vermogens- als budgettaire boekhouding.
Begrotingsrekening
Rapport van de budgettaire uitvoering - geeft inzicht in overschotten en tekorten per rubriek.
Integratie vermogens- en budgettaire boekhouding
Beide systemen bestaan naast elkaar en moeten op elkaar afgestemd worden (bv. via mega-grootboek).
Mega-grootboek
Middel om boekingen in vermogens- en budgettaire boekhouding met elkaar te verbinden.
Autorisatiemiddel
Budget dient als machtiging om uitgaven te doen - cruciaal in het overheidsbeheer.
Beheersinstrument
Budget en boekhouding helpen bij controle en bijsturing van het beleid - ondersteunen beleidskeuzes.
Doel financiële rapportering
Informatie verschaffen over de financiële toestand en prestaties van een instelling aan interne en externe belanghebbenden.
Interne gebruikers
Management en beleidsmakers gebruiken de rapportering om beslissingen te nemen, plannen op te stellen en prestaties te evalueren.
Externe gebruikers
Stakeholders zoals burgers, toezichthouders, leveranciers, willen inzicht in verantwoord gebruik van publieke middelen.
Accountability
Verantwoordingsplicht van publieke instellingen tegenover de samenleving - cruciaal in democratische context.
Toezicht
Externe controle op juistheid en volledigheid van financiële informatie - bv. door ABB of provinciegouverneur.
Jaarrekeninganalyse
Onderzoekt de financiële situatie via ratio's, structuuranalyse en tendensanalyse.
Liquiditeitsratio
Geeft weer of een entiteit in staat is haar kortetermijnverplichtingen na te komen (vb: current ratio).
Solvabiliteitsratio
Beoordeelt of de organisatie voldoende langetermijnvermogen heeft om haar schulden te dekken (vb: schuldgraad).
Rentabiliteitsratio
Drukt uit hoe rendabel de organisatie is, bv. opbrengst t.o.v. eigen vermogen.
Verticale analyse
Analyse van de opbouw van een balans of resultatenrekening binnen één jaar - hoe zijn middelen verdeeld?
Horizontale analyse
Vergelijking van cijfers over meerdere jaren - helpt bij trendherkenning.
Benchmarking
Vergelijken van ratio's met soortgelijke instellingen - helpt om prestaties te beoordelen.
Netto bedrijfskapitaal
Werkmiddel voor financiële analyse: verschil tussen vlottende activa en kortlopende schulden.
Niet-ruiltransacties
Inkomsten zonder tegenprestatie (bv. subsidies); belangrijk voor non-profit en publieke instellingen.
Afhankelijkheid van subsidies
Wordt gemeten via ratio: aandeel subsidies, giften en lidgelden in de opbrengsten.
Coherentiecontroles
Uitgevoerde controles op logische samenhang van jaarrekeningcijfers - bv. door Balanscentrale.
Openbare jaarrekening
Jaarrekeningen zijn publiek beschikbaar (bv. via ABB), wat transparantie bevordert.
Rapportering als beheersinstrument
Niet enkel verantwoording, maar ook sturing van beleid via rapportering van prestaties.
Ratioselectie
Afhankelijk van gebruikersdoel: banken focussen op solvabiliteit, bestuur op efficiëntie.
Analytische boekhouding
Vult vermogensboekhouding aan door inzicht te geven in kosten en opbrengsten per activiteit.