Le détritus
het afval
La campagne - le campagnard
het platteland - iemand die op het platteland woont
Le trottoir
het voetpad
La ville
de stad
Le panneau de signalisation
het verkeersbord
La banlieue
de buitenwijk
Le passant/le piéton
de voetganger
La foule
de massa
La chaussée
de steenweg
Le tapage nocturne
het nachtlawaai
Le palais de justice
het gerechtsgebouw
Le bureau de poste
het postkantoor
Un hôtel de ville
een stadhuis
L'office de tourisme (m.)
de toeristische dienst
La caserne de pompiers
de brandweerkazerne
Le monument aux morts commémoratif
de herdenkingsplaats
Le kiosque à journaux
de krantenwinkel
Le gratte-ciel / la tour
de wolkenkrabber
La maison de retraite
het bejaardentehuis
Le hameau
het gehucht (klein dorpje)
La promiscuité
De prostitué
Les déjections canines
de hondenkak
Le quartier mal desservi
de louche wijk
L'église et son clocher
de kerk en zijn klokkentoren
La station-service
het benzinestation
Le périphérique/le ring
de ringweg
Le bled / le trou perdu
het boerengat
Les impôts locaux trop élevés
de hoge belastingen
Le pigeon
de duif
Les émeutes f.
de rellen
Le feu tricolore
het verkeerslicht
La dégradation des biens publics
het vandalisme
Un pavé
een kassei
Le passage piéton
de oversteekplaats
Un bidonville
een sloppenwijk
Le citadin
de stedeling
Un horodateur/ un parcmètre
een parkeermeter
le réverbère
de straatlantaarn
Le banlieusard
buitenwijk bewoner
La caniveau/la rigole
gootje
La bouche d'égout/de métro
Trap naar beneden, onder de grond naar de riool of métro
Le riverain
bewonder naast rivier
Un arrondissement
een stadsdeel
La délinquance
de criminaliteit
Le SFD
de dakloze
Le quartier
de wijk
Un arrêt de bus
een bushalte
Une piste cyclable
een fietspad
Un carrefour
een kruispunt
Une enseigne
een uithangbord
Faire la manche
bedelen
La voie ferrée
de spoorweg
La patrouille de police
de politiepatrouille
Le rond-point
de rotonde
La vitrine
de etalage
Un rempart
de stadsomwalling