1/67
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
l’amour
de liefde
l’amitié
de vriendschap
aimer quelqu’un
houden van iemand
être amoureux/ amoureuse de
verliefd zijn op
l’attraction → être attiré par
de aantrekkingskracht —> aangetrokken zijn door
la passion →être passionné(e)
de passie →gepassioneerd zijn
le désir
het verlangen
la tendresse → être tendre
de tederheid, zachtheid →teder, zacht zijn
la jalousie →être jaloux/jalouse (de)
de jaloersheid →jaloers zijn (op)
l’attention → être attentionné(e)
de aandacht →attent zijn
la fidélité → être fidéle
de trouw(heid) → trouw zijn
le romantisme →être romantique
de romantiek →romantisch zijn
la sincérité →être sincère
de oprechtheid →oprecht zijn
avoir des sentiments pour quelqu’un
gevoelens hebben voor iemand
avoir des papillons dans le ventre
vlinders in de buik hebben
avoir le coup de foudre
liefde op het eerste gezicht ervaren
tomber amoureux/amoureuse de quelqu’un
verliefd worden op iemand
déclarer sa flamme à quelqu’un
z’n gevoelens voor iemand delen
draguer quelqu’un
iemand versieren
trouver l’âme sœur
je zielsverwant vinden
se mettre en couple
een koppel worden
emménager ensemble
gaan samenwonen
être fait(e) pour l’autre
voor elkaar gemaakt zijn
être fou/folle de quelqu’un
gek op iemand zijn
aimer passionnément
hartstochtelijk liefhebben
perdre la tête pour quelqu’un
je verstand verliezen over iemand
être accro à quelqu’un
verslaafd zijn aan iemand
vivre une belle histoire d’amour
een mooi liefdesverhaal beleven
être sur un petit nuage
op wolken leven
se pacser
wettelijk samenwonen
se marier (à la mairie - à l’église) →le mariage
trouwen ( voor de gemeente - voor de kerk) → het huwelijk
briser le cœur de quelqu’un
iemands hart breken
ne plus supporter quelqu’un
iemand niet meer kunnen uitstaan
se disputer
ruzie maken
se faire larguer, plaquer
gedumpt worden
se séparer, rompre '( avec quelqu’un) → la séparation, la rupture
uit elkaar gaan →het uit elkaar gaan, de breuk
divorcer →le divorce
scheiden→de scheiding
tourner la page
de bladzijde omslaan
le bien-être
het welzijn
le compte
het account
la console
de spelconsole
le consommateur, la consommatrice
de gebruiker
l’écran
het scherm
l’influenceur, l’influenceuse
de influencer
l’utilisateur, l’utilisatrice
de gebruiker
équilibré
evenwichtig
sain
gezond
arrêter de
stoppen met
être accro à
verslaafd zijn aan
faire face à
het hoofd bieden aan
partager
delen
résister à la tentation
aan de verleiding weerstaan
se (dé)connecter
zich aanmelden (zich afmelden)