Correlationele onderzoeksmethoden

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/71

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

72 Terms

1
New cards

Populatie

alle individuen die een onderzoeker wil analyseren en waarover hij conclusies wil trekken, wel kostbaar

2
New cards

Steekproef

een groep individuen uit de geselecteerde populatie

3
New cards

Sampling design

het proces waarbij de steekproef wordt getrokken uit de populatie waarin de onderzoeker geïnteresseerd is

4
New cards

Simple random sampling

alle deelnemers in de populatie hebben een gelijke kans om in de steekproef opgenomen te worden

5
New cards

Stratified sampling

de populatie wordt ingedeeld in strata, uit elk stratum wordt een volledig willekeurige steekproef getrokken

6
New cards

Convenience sampling

deelnemers die direct beschikbaar en binnen handbereik zijn, de steekproef wordt niet willekeurig getrokken

7
New cards

Beschrijvende statistiek

de waargenomen gegevens in de steekproef worden beschreven en samengevat, men wilt begrijpen hoe gegevens zijn georganiseerd en gestructureerd

8
New cards

Gemiddelde

de som van de waarden delen door een reeks getallen

9
New cards

Mediaan

de middelste waarde die de gegevens opsplitst in de laagste en hoogste 50%

10
New cards

Modus

de score die het vaakst voorkomt

11
New cards

Spreidingsmaten

de mate van spreiding van de gegevens rond het gemiddelde, dit om te begrijpen hoe dicht of ver de waargenomen waarde van het gemiddelde ligt

12
New cards

Variantie

maatstaf voor de spreiding van waarden

13
New cards

Standaarddeviatie

gestandaardiseerde maatstaf voor de spreiding van waarden, wortel van de variantie

14
New cards

Inferentiële statistiek

er worden conclusies getrokken over het fenomeen dat in de steekproef is waargenomen voor de gehele populatie

15
New cards

Significantieniveau

de waarde van alfa, hiermee kan men de kritieke waarde bepalen

16
New cards

Kritieke waarde

de 5% meest extreme gemiddelden die kunnen worden gevonden als H0 waar is → als de p-waarde buiten deze waarde valt is er onvoldoende bewijs H0 te verwerpen

17
New cards

T-waarde

een waarde die kijkt of een verschil tussen twee gemiddelden betekent dat er echt iets aan de hand is, of dat het gewoon toeval kan zijn

18
New cards

P-waarde

de waarschijnlijkheid van de gegevens die in de steekproef worden gevonden, gegeven dat H0 waar is

19
New cards

Betrouwbaarheidsinterval schatting

bij een 95% interval zou in 95% van de gevallen de werkelijke waarde binnen het interval vallen → hoe groter de steekproef, hoe kleiner het interval

20
New cards

Categorische variabelen

variabelen die kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën of afzonderlijke groepen, ze zijn gebaseerd op kwalitatieve eigenschappen

21
New cards

Kwantitatieve variabelen

variabelen die worden gemeten op een schaal of continuüm

22
New cards

Experimenteel design

de onderzoeker manipuleert één variabele om het effect ervan op een andere variabele te onderzoeken, de manipulatie is twee of meer interventies die door de onderzoeker worden uitgevoerd

23
New cards

Quasi-experiment

een experimenteel design zonder willekeurige steekproeven, deelnemers worden gegroepeerd op basis van een kenmerk→ hoge externe validiteit en lage interne validiteit

24
New cards

Correlationeel design

de onderzoeker onderzoekt variabelen zonder manipulatie en kijkt naar eventuele verbanden

25
New cards

Pearson’s r coëfficiënt

de maatstaf voor de lineaire relatie tussen twee kwantitatieve variabelen

26
New cards

Standaardfout

de variantie in steekproefwaarden van r als je steeds nieuwe steekproeven van N uit dezelfde populatie zou blijven trekken

27
New cards

Power

de kans dat H0 correct wordt verworpen als H1 waar is

28
New cards

Type 1-fout

het ten onrechte verwerpen van H0 op basis van een significant statistisch resultaat, terwijl de nulhypothese in werkelijkheid waar is

29
New cards

Cross-validatie

het verdelen van de dataset in twee helften en de analyse van de eerste dataset vergelijken met de analyse van de tweede dataset → wanneer er geen effecten worden gevonden in de tweede set, is er sprake van een type 1-fout

30
New cards

Replicatie

het herhalen van dezelfde procedure van een onderzoek om te kijken of dezelfde resultaten zich voordoen

31
New cards

Bonferroni-correctie

hoe meer statistische tests worden uitgevoerd, hoe lager de orginele alfa-waarde wordt → het oorspronkelijke alfaniveau wordt gedeeld door het aantal tests en wordt dus lager

32
New cards

Gekwadrateerde correlatie

de maatstaf voor de gemeenschappelijke variantie tussen X en Y, deze variantie geeft aan hoe goed je de ene variabele kunt voorspellen met behulp van de andere variabele, uitgaande van een lineair verband tussen beide

33
New cards

Indirect verband

X kan Z veroorzaken en Z veroorzaakt Y of vice versa

34
New cards

Spurieus verband

Z kan zowel X als Y veroorzaken

35
New cards

Multiple R-square

de totale variantie van Y dat je lineair kan voorspellen uit X, dit is de voorspelde variantie/de totale variantie

36
New cards

Z-scores

het aantal standaarddeviaties dat een score afwijkt van het gemiddelde

37
New cards

b

variabelen hebben een betekenisvolle meeteenheid

38
New cards

B

variabelen geen betekenisvolle meeteenheid hebben, elke waarde die niet zinvol kan worden beschreven in een toename of afname van een eenheid

39
New cards

F-test

een test die wordt gebruikt om te testen of de onafhankelijke variabele(n) een significant deel van de variantie van de afhankelijke variabele kunnen verklaren

40
New cards

SSregression

hoeveel de voorspelde scores afwijken van het gemiddelde

41
New cards

SSresidu

hoeveel de individuele scores afwijken van de voorspelde scores, dit wordt niet voorspeld door middel van X

42
New cards

Multipele regressie

onderzoekt hypothesen over de invloed van meerdere onafhankelijke variabelen op een enkele kwantitatieve afhankelijke variabele

43
New cards

Confounder

een variabele die een effect heeft op de afhankelijke variabele en die ook gerelateerd is aan of varieert met de andere onafhankelijke variabele, waarin je primair geïnteresseerd bent

44
New cards

Controlevariabelen

variabelen waarin je niet primair geïnteresseerd bent, maar je wilt wel rekening houden met de mogelijke invloed van deze variabelen op de primaire relatie die je interesseert

45
New cards

Mediatieanalyse

controle of het effect van X op Y via een andere variabele verloopt

46
New cards

Homoscedasticiteit

de verdeling van Y, gegeven X, is hetzelfde voor elke X

47
New cards

Verklaarde variantie

de mate van variantie in Y die wordt verklaard/voorspeld door X1 en X2

48
New cards

Onverklaarde variantie

de mate van variantie in Y die niet wordt verklaard/voorspeld door X1 en X2 → 1 - verklaarde variantie

49
New cards

Semi-partiële correlatie

de unieke variantie die wordt verklaard door X1, terwijl X2 constant wordt gehouden → vergeet niet te kwadrateren

50
New cards

Partiële correlatie

de variantie die wordt verklaard door X1, gecontroleerd voor X2 → deze wordt dus niet meegenomen en kan worden gezien als een effectgrootte

51
New cards

Zero-order correlatie

de variantie die wordt verklaard door X1, waarbij X2 wordt meegenomen

52
New cards

Statistische significantie

geeft aan of het statistische effect of verband die in de steekproef is gevonden, zodanig groot is dat ‘toeval’ uitgesloten kan worden

53
New cards

Praktische significantie

geeft aan of de correlatie in de praktijk belangrijk of relevant is → effect-size maten

54
New cards

Adjusted r

de aangepaste schatting van de verklaarde variantie die rekening houdt met het feit dat de r-square zelf overschat wordt, daarom is de adjusted r altijd lager dan de r-square

55
New cards

Geneste modellen

modellen met een eenvoudig model waarbij steeds meer predictoren worden toegevoegd → alle predictoren van het kleinere model komen ook voor in het grotere model, het grotere model zal altijd beter verklaren

56
New cards

Hiërarchische regressieanalyse

stapsgewijze toevoeging van clusters van variabelen aan het model

57
New cards

Nulmodel

een model die geen predictoren bevat, intercept en r-square zijn altijd nul

58
New cards

Dummy variabelen

variabelen die alleen de waarden 0 of 1 kan aannemen, wordt gebruikt wanneer categorische variabelen als predictoren aan het model worden toegevoegd

59
New cards

Interactie

de sterkte van de relatie tussen twee variabelen is afhankelijk van een derde variabelen → ook wel moderatie genoemd

60
New cards

X2 als moderator

beïnvloedt de richting of sterkte van de relatie tussen Y en X1, de helling die Y voorspelt op basis van X1 verschilt afhankelijk van de scores op de variabele X2

61
New cards

X2 als mediator

verklaart de relatie tussen Y en X1

62
New cards

Probing

de procedure die wordt gebruikt om effectvragen te beantwoorden, het wordt uitgevoerd wanneer er een significant interactie-effect tussen variabelen is

63
New cards

Multicollineariteit

wanneer de correlatie tussen onafhankelijke variabelen zeer hoog is, dus wanneer de predictoren veel gemeenschappelijke variantie hebben → moeilijk om unieke bijdrage te bepalen

64
New cards

Variance inflation factor

een veelgebruikte maatstaf voor multicollineariteit → collinearity statistics

65
New cards

Problematische multicollineariteit

de absolute correlatie tussen een predictor en ten minste één van de andere predictoren is 0

66
New cards

Binaire logistische regressie

een manier die wordt gebruikt om gegevens te analyseren waarvan de afhankelijke variabele binair of een dichotome categorische variabele is

67
New cards

Wald-test

een statistische hypothesetest die wordt gebruikt om te bepalen of de parameters van een model statistisch verschillen van bepaalde veronderstelde waarden

68
New cards

Pseudo r-kwadraatmaten

ruwe maten die aangeven hoe goed een model verschillen in de afhankelijke variabelen verklaart

69
New cards

Classificatietabel

gebruikt wanneer we willen bepalen hoe goed onze voorspellingen in de steekproef zijn

70
New cards

Cox & Snell

heeft als nadeel dat het nooit 1 kan worden: 0 < Cox & Snell < 1

71
New cards

Block test

of het toevoegen van predictoren de voorspelling significant verbetert

72
New cards

Nagelkerke R-kwadraat

kan wel de waarde van 1 aannemen en is ook altijd hoger dan Cox & Snell