Kaarten: c'est parti 5 défi 2 mission 1 | Quizlet

het vrijwilligerswerk

le bénévolat

een vrijwilliger, vrijwilligster

un bénévole, une bénévole

een (kerst)bal

une boule (de Noël)

een kerststronk

une buche de Noël

een wenskaart

une carte de voeux

een viering

une célébration

een kerststal

une crèche (de Noël)

de kalkoen (gevuld kastanjes)

la dinde (aux marrons)

een gift

un don

een (donzen) slaapzak, een dekbed

un duvet

een explosie, een ontploffing

une explosion

de eindejaarsfeesten

les fêtes de fin d'année

een snoepje, iets lekkers

une friandise

een slinger

une guirlande

een hangar

un hangar

een draagmand

une hotte

een oester

une huitre

een speeltje, een stuk speelgoed

un jouet

de volgende dag, 's anderendaags

le lendemain

een ramp, een ongeluk

un malheur

een kerstmarkt

un marché de Noël

de sponsoring

le parrainage

de kerstman

le père Noël, papa Noël

een maaltijd met de familie

un repas en famille

kerstavond

le réveillon de Noël

een ritueel

un rituel

de drie koningen

les Rois mages

een spar (kerstboom)

un sapin (de Noël)

de gerookte zalm

le saumon fumé

een hoop

un tas

een wens

un voeu

braaf, wijs

sage

vieren

célébrer

tegenkomen, kruisen

croiser

zetten, (neer)leggen

déposer

verdwijnen

disparaitre

uitdelen

distribuer

verdwijnen, ontsnappen (aan)

s’échapper à

inpakken

emballer

vieren

fêter

haten

haïr

reconstrueren, herstellen

reconstituer

zich engageren

s'engager

(ge)lijken op elkaar

(se) ressembler

samenkomen

se réunir

(elkaar) toewensen

(se) souhaiter

alsof

comme si

alles geven

donner sa chemise

op de hoogte zijn van iets

être au courant de quelque chose

Vrolijk kerstfeest!

Joyeux Noël!

Beste wensen!

Meilleurs voeux!

z'n schoentje zetten

mettre son soulier

hard werken

ne pas compter son temps