le voyage

de reis

rouler

rijden

la frontière

de grens

le péage

de tol

l'arrivée (f)

de aankomst

continuer

doorgaan / doorrijden

avoir mal au coeur

misselijk zijn

garer

parkeren

le bouchon

de file

l'aventure (f)

het avontuur

le départ

het vertrek

le ticket

het kaartje

le panneau

het (verkeers)bord

quitter

verlaten

la sortie

de afrit

la déviation

de omleiding

pleurer

huilen

sortir

uitgaan, naar buiten gaan / naar buiten gaan, uitgaan

la station-service

het tankstation

le retour

de terugkeer / de terugreis

robot