1/109
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Attention, les enfants
opgelet kinderen
On commence
we beginnen
écoutez bien
luister goed
regardez bien
kijk goed
à vous maintenant
nu is het aan jullie
en avant
vooruit!
au travail
aan het werk!
dépêchez-vous
haast jullie
dépêche-toi
haast je
vite
snel
voici
alstublieft (iets geven)
merci
dank u wel
s’il vous plaît
alstublieft
Tu es sûr(e)
ben je zeker
vous êtes sûr(e)s
zijn jullie zeker
oui
ja
non
neen
je (le) sais
ik weet het
je (le) comprends
ik begrijp het
je ne (le) sais pas
ik weet het niet
je ne (le) comprends pas
ik begrijp het niet
qu’est-ce qu’il y a
wat is er?
je ne t’entends pas, parle plus fort
ik hoor je niet, spreek luider
je peux t’aider
kan ik je helpen?
Prêts/ Prêtes
Klaar?
Que dis-tu
Wat zeg je?
Parle clairement
Spreek duidelijk
Réponds à la question
Antwoord op de vraag
Tu n’as pas compris
Heb je het niet begrepen?
Tu ne comprends pas
Begrijp je het niet?
Tu ne le sais pas
Weet je het niet?
Vous avez compris
Hebben jullie het begrepen?
Vous ne comprenez pas
Begrijpen jullie het niet?
Qu’est-ce que tu ne comprends pas
Wat begrijp je niet?
Qu’est-ce qui ne va pas
Wat gaat er niet?
C’est correct
Is het juist?
Ce n’est pas tout à fait correct. Qui veut aider? Qui veut corriger?
Het is niet helemaal juist. Wie wil helpen? Wie wil verbeteren?
Que veut dire
Wat wil … zeggen?
Assieds-toi
Ga zitten (naam van de leerlingen)
Asseyez-vous
Ga zitten (kinderen)
Entrez
Ga binnen
Vous pouvez entrer
Jullie mogen naar binnen gaan
Sortez
Ga naar buiten
Vous pouvez sortir
Jullie mogen naar buiten gaan
Allez-y
Ga maar/ vooruit/ doe maar
Mettez-vous en rang
Ga in de rij staan
Montez (les escaliers)
Ga naar boven (ga de trappen op)
Descendez (les escaliers)
Ga naar beneden (ga de trappen af)
Ecoutez bien le dialogue
Luister goed naar het dialoogje
Regardez
Kijk
Coupez
Knip
Collez
Plak
Dessinez
Teken
Coloriez
Kleur
Déchirez en deux
Scheur in twee
Chantez
zing
Mimez
Beeld uit
Tapez des pieds
Stamp met de voeten
Frappez des mains
Klap met de handen
Ouvrez les yeux
Doe de ogen open
Fermez les yeux
Sluit de ogen
Levez-vous
Sta recht (kinderen)
Lève-toi
Sta recht (naam van een leerling)
Lancez le dé
Werp de dobbelsteen
Devinez
Raad (eens)
Montrez votre gomme
Toon jullie gom
Qui vient jouer le dialogue sans livre? Je vais aider (souffler)
Wie komt het dialoogje spelen zonder boek? Ik ga helpen (influisteren)
Lisez à haute voix
Lees luidop
Lisez à voix basse
Lees stilletjes
Lis à partir de la ligne
Lees vanaf regel…
Traduisez
Vertaal
Prenez votre gomme
Neem jullie gom
Prenez le manuel à la page
Neem het handboek op pagina …
Mettez tout sur le banc
Leg alles op je bank
Mettez tout dans le banc
Steek alles in je bank
Mettez-vous par deux
Ga per twee staan/zitten
Faites des groupes de trois
Maak groepjes van drie
Vous pouvez travailler ensemble
Jullie mogen samenwerken
Encore une fois
Nog eens!
ouvrez vos livres à la page
open jullie boeken op pagina…
Faites l’exercice numéro
Maak oefening nummer …
Retournez vos feuilles
Sla jullie bladen om
Mettez les livres de côté
Leg de boeken aan de kant!
Rangez vos livres
Berg jullie boeken op!
Ouvre la porte/ la fenêtre, s’il te plaît
Doe de deur/het raam open, alsjeblieft
Ferme la porte/ la fenêtre, s’il te plaît
Doe de deur/het raam dicht, alsjeblieft
Efface le tableau
Veeg het bord af
Qui vient effacer le tableau
Wie komt het bord afvegen?
Prends le frotteur
Neem de bordenwisser
Allume la lumière
Doe het licht aan
Éteins la lumière
Doe het licht uit
Va chercher les boissons
Ga de drankjes halen
Qui mange chaud
Wie eet warm?
Levez la main
Steek je hand op
Faites attention
Let op / aandacht
Faites attention à l’orthographe
Let op de spelling
Faites attention à la prononciation
Let op de uitspraak
Répétez
Herhaal
Au suivant
Het is aan de volgende
Venez ici
Kom hier