les 8 economie: kostenminimaliserende inputbeslissing gegeven outputniveau

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/29

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

30 Terms

1
New cards

voor wat staan K en L bij een grafiek voor isokwanten?

L= arbeid en K=kapitaal

<p>L= arbeid en K=kapitaal</p>
2
New cards
<p>van wat hangt q=productie af in deze grafiek?</p>

van wat hangt q=productie af in deze grafiek?

van L en K

3
New cards
<p>voor wat staat volgende formule?</p>

voor wat staat volgende formule?

gemiddelde product van arbeid→ totale product per eenheid arbeid

4
New cards

hoe kan men de marginale productiviteit in een schema meten?

door de raaklijn op de curve te meten

<p>door de raaklijn op de curve te meten</p>
5
New cards

wat is een variabele meeropbrengst?

een stijging in marginaal product in het begin van arbeid, maar daarna dalend

<p>een stijging in marginaal product in het begin van arbeid, maar daarna dalend</p>
6
New cards

wat is het verband tussen marginale en gemiddelde arbeidsproduct?

een gemiddelde grootheid kan slechts stijgen (dalen) als de marginale grootheid groter (kleiner) is dan het gemiddelde

<p>een gemiddelde grootheid kan slechts stijgen (dalen) als de marginale grootheid groter (kleiner) is dan het gemiddelde</p>
7
New cards

Voor wat staan q ; GPL ; MPL in volgende grafiek?

  • q= productie

  • GPL= gemiddeld productie

  • MPL= Marginaal productie

8
New cards
<p>hoe weet je dat de rode curve over de gemiddelde productie gaat en de zwarte over de marginale productie?</p>

hoe weet je dat de rode curve over de gemiddelde productie gaat en de zwarte over de marginale productie?

Als de rode curve stijgt en de andere curve er boven ligt, dan moet de curve de curve die bovenaan de andere ligt, de marginale curve zijn. Hetzelfde geldt voor als de curves dalen (want gemiddelde kan enkel stijgen als de marginale groter is dan het gemiddelde)

9
New cards
<p>wat kan je zeggen over het K=kapitaal van volgende curves?</p>

wat kan je zeggen over het K=kapitaal van volgende curves?

het kapitaal ligt vast/is constant

10
New cards
<p>wat kan je zeggen over de productie volume van de volgende curve?</p>

wat kan je zeggen over de productie volume van de volgende curve?

de productie volume beweegt niet/blijft constant

11
New cards

wat zijn perfecte substituten?

substituten waarbij de marginale substitutievoet niet wijzigt

<p>substituten waarbij de marginale substitutievoet niet wijzigt </p>
12
New cards

wat zijn perfecte complementen?

het zijn aanvullende complementair goederen

<p>het zijn aanvullende complementair goederen</p>
13
New cards
<p>wat kan je zeggen bij volgende grafiek?</p>

wat kan je zeggen bij volgende grafiek?

Er zijn 12 professionele arbeiders nodig voor 120 product te maken, waarvan er voor dezelfde hoeveelheid product 20 jobstudenten nodig zijn

14
New cards
<p>wat kan je zeggen bij volgende grafiek?</p>

wat kan je zeggen bij volgende grafiek?

Als men 100 fietsen wil maken, dan heeft men 200 keer rubber nodig en 100 keer staal, maar als er meer staal dan rubber, of andersom, is, kan men niet 100 fietsen maken

15
New cards
<p>welk punt op de grafiek moet men nemen om kostenminimaliserend te werken?</p>

welk punt op de grafiek moet men nemen om kostenminimaliserend te werken?

punt A

16
New cards

wat leren schaalopbrengsten ons?

hoe het totale product wijzigt bij een gelijke proportionele toename (landa) van alle productiefactoren

17
New cards

wat wil een constante schaalopbrengst zeggen?

bij een totale productie, waarbij men de inputfactoren verdubbeld, is de output productie ook verdubbelt

<p>bij een totale productie, waarbij men de inputfactoren verdubbeld, is de output productie ook verdubbelt</p>
18
New cards

wat is afnemende schaalopbrengst?

stel dat men de input factoren verdubbelt, dan zijn de outputfactoren toegenomen, maar minder dan die verdubbeling

<p>stel dat men de input factoren verdubbelt, dan zijn de outputfactoren toegenomen, maar minder dan die verdubbeling</p>
19
New cards

wat is toenemende schaalopbrengst?

stel dat men de input factoren verdubbelt, dan zullen de output factoren meer zijn toegenomen, dan de verdubbeling van de inputfactoren

<p>stel dat men de input factoren verdubbelt, dan zullen de output factoren meer zijn toegenomen, dan de verdubbeling van de inputfactoren</p>
20
New cards
<p>wat kan je zeggen over de schaalopbrengst bij volgende grafieken?</p>

wat kan je zeggen over de schaalopbrengst bij volgende grafieken?

  • grafiek 1: toenemende schaalopbrengst (10→15 en 6→9 = vermenigvuldiging met 1.5, dus q x 1.5= 150 MAAR→ q=160, dus toenemende schaalopbrengst)

  • grafiek 2: afnemende schaalopbrengst ((10→15 en 6→9 = vermenigvuldiging met 1.5, dus q x 1.5= 150 MAAR→ q=140, dus afnemende schaalopbrengst)

21
New cards

wat betekent in de economie “korte termijn”?

variabelen die niet bewegen

22
New cards
<p>in volgende formule, wat wordt bedoelt met wL+rK?</p>

in volgende formule, wat wordt bedoelt met wL+rK?

wL= wage/Loon voor arbeid

rK= rente voor kapitaal

23
New cards

van wat hangt “korte termijn” af?

van industrie tot industrie (sommige arbeid traag beweging, andere kapitaal traag beweging)

24
New cards

op welk termijn spelen schaalopbrengsten een invloed?

Lange termijn

25
New cards
<p>wat kan je lezen op volgende grafiek?</p>

wat kan je lezen op volgende grafiek?

mogelijkhedencurve→ bij een aantal aan arbeiders, kan men een max aantal product maken (proberen zo efficiënt mogelijk te maken=op de lijn)

26
New cards

wat is het verband tussen productie- en kostenfunctie bij variabele meeropbrengst?

de grafieken spiegelen elkaar

<p>de grafieken spiegelen elkaar</p>
27
New cards

hoe weet je dat de blauwe curve (bovenste grafiek) een korte termijn functie is?

dit zie je doordat de tekening begint boven de oorsprong (=vaste kost KF)

28
New cards
<p>waarom is het onmogelijk dat de raaklijnen in bovenstaande grafiek  negatief zouden zijn (marginale kost)?</p>

waarom is het onmogelijk dat de raaklijnen in bovenstaande grafiek negatief zouden zijn (marginale kost)?

omdat het produceren van 1 extra eenheid meer input/arbeid zal vereisen

29
New cards
<p>hoe weet je dat de gemiddelde kost in punt C het laagst is?</p>

hoe weet je dat de gemiddelde kost in punt C het laagst is?

vanuit de oorsprong, de eerste rechte trekken die tegen de lijn aankomt

30
New cards
<p>wat kan je zeggen over volgende grafiek?</p>

wat kan je zeggen over volgende grafiek?

  • de isokostenlijn laat zien wat de laagst mogelijke totale kosten zijn om 100 producten te maken

  • marginale tchnische substitutievoet is gelijk aan de RICO van de isokostenlijn