1/29
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
voor wat staan K en L bij een grafiek voor isokwanten?
L= arbeid en K=kapitaal
van wat hangt q=productie af in deze grafiek?
van L en K
voor wat staat volgende formule?
gemiddelde product van arbeid→ totale product per eenheid arbeid
hoe kan men de marginale productiviteit in een schema meten?
door de raaklijn op de curve te meten
wat is een variabele meeropbrengst?
een stijging in marginaal product in het begin van arbeid, maar daarna dalend
wat is het verband tussen marginale en gemiddelde arbeidsproduct?
een gemiddelde grootheid kan slechts stijgen (dalen) als de marginale grootheid groter (kleiner) is dan het gemiddelde
Voor wat staan q ; GPL ; MPL in volgende grafiek?
q= productie
GPL= gemiddeld productie
MPL= Marginaal productie
hoe weet je dat de rode curve over de gemiddelde productie gaat en de zwarte over de marginale productie?
Als de rode curve stijgt en de andere curve er boven ligt, dan moet de curve de curve die bovenaan de andere ligt, de marginale curve zijn. Hetzelfde geldt voor als de curves dalen (want gemiddelde kan enkel stijgen als de marginale groter is dan het gemiddelde)
wat kan je zeggen over het K=kapitaal van volgende curves?
het kapitaal ligt vast/is constant
wat kan je zeggen over de productie volume van de volgende curve?
de productie volume beweegt niet/blijft constant
wat zijn perfecte substituten?
substituten waarbij de marginale substitutievoet niet wijzigt
wat zijn perfecte complementen?
het zijn aanvullende complementair goederen
wat kan je zeggen bij volgende grafiek?
Er zijn 12 professionele arbeiders nodig voor 120 product te maken, waarvan er voor dezelfde hoeveelheid product 20 jobstudenten nodig zijn
wat kan je zeggen bij volgende grafiek?
Als men 100 fietsen wil maken, dan heeft men 200 keer rubber nodig en 100 keer staal, maar als er meer staal dan rubber, of andersom, is, kan men niet 100 fietsen maken
welk punt op de grafiek moet men nemen om kostenminimaliserend te werken?
punt A
wat leren schaalopbrengsten ons?
hoe het totale product wijzigt bij een gelijke proportionele toename (landa) van alle productiefactoren
wat wil een constante schaalopbrengst zeggen?
bij een totale productie, waarbij men de inputfactoren verdubbeld, is de output productie ook verdubbelt
wat is afnemende schaalopbrengst?
stel dat men de input factoren verdubbelt, dan zijn de outputfactoren toegenomen, maar minder dan die verdubbeling
wat is toenemende schaalopbrengst?
stel dat men de input factoren verdubbelt, dan zullen de output factoren meer zijn toegenomen, dan de verdubbeling van de inputfactoren
wat kan je zeggen over de schaalopbrengst bij volgende grafieken?
grafiek 1: toenemende schaalopbrengst (10→15 en 6→9 = vermenigvuldiging met 1.5, dus q x 1.5= 150 MAAR→ q=160, dus toenemende schaalopbrengst)
grafiek 2: afnemende schaalopbrengst ((10→15 en 6→9 = vermenigvuldiging met 1.5, dus q x 1.5= 150 MAAR→ q=140, dus afnemende schaalopbrengst)
wat betekent in de economie “korte termijn”?
variabelen die niet bewegen
in volgende formule, wat wordt bedoelt met wL+rK?
wL= wage/Loon voor arbeid
rK= rente voor kapitaal
van wat hangt “korte termijn” af?
van industrie tot industrie (sommige arbeid traag beweging, andere kapitaal traag beweging)
op welk termijn spelen schaalopbrengsten een invloed?
Lange termijn
wat kan je lezen op volgende grafiek?
mogelijkhedencurve→ bij een aantal aan arbeiders, kan men een max aantal product maken (proberen zo efficiënt mogelijk te maken=op de lijn)
wat is het verband tussen productie- en kostenfunctie bij variabele meeropbrengst?
de grafieken spiegelen elkaar
hoe weet je dat de blauwe curve (bovenste grafiek) een korte termijn functie is?
dit zie je doordat de tekening begint boven de oorsprong (=vaste kost KF)
waarom is het onmogelijk dat de raaklijnen in bovenstaande grafiek negatief zouden zijn (marginale kost)?
omdat het produceren van 1 extra eenheid meer input/arbeid zal vereisen
hoe weet je dat de gemiddelde kost in punt C het laagst is?
vanuit de oorsprong, de eerste rechte trekken die tegen de lijn aankomt
wat kan je zeggen over volgende grafiek?
de isokostenlijn laat zien wat de laagst mogelijke totale kosten zijn om 100 producten te maken
marginale tchnische substitutievoet is gelijk aan de RICO van de isokostenlijn