French Vocabulary Flashcards

French Vocabulary Flashcards on Solidarity, Study Abroad, and Summer Jobs

la solidarité

solidarité

l’engagement

engagement

un bénévole / une bénévole

vrijwilliger

le bénévolat

vrijwilligerswerk

une association

vereniging

une cause

een zaak

un projet solidaire

solidariteitsproject

un SDF

dakloze

un don

een gift

l’injustice

onrecht

le respect

respect

la tolérance

verdraagzaamheid

l’égalité

gelijkheid

la pauvreté

armoede

l’environnement

milieu

une collecte (de fonds, de vêtements…)

inzameling

la discrimination

discriminatie

s’engager (dans / pour)

zich inzetten (voor)

aider quelqu’un

iemand helpen

participer à

deelnemen aan

soutenir une cause

een zaak steunen

faire un don

een gift doen

lutter contre

strijden tegen

se mobiliser

zich mobiliseren

avoir besoin de

nodig hebben

s’investir dans

zich inzetten voor

distribuer

uitdelen

agir

handelen

partager

delen

solidaire

solidair

équitable

rechtvaardig

injuste

onrechtvaardig

engagé(e)

geëngageerd

utile

nuttig

nécessaire

noodzakelijk

avoir du cœur

een goed hart hebben

faire preuve de courage

moed tonen

un séjour

verblijf

un échange scolaire

uitwisselingsproject

un stage

stage

un logement

verblijfplaats

une destination

bestemming

une expérience

ervaring

une habitude

gewoonte

un stéréotype / un préjugé

stereotype / vooroordeel

l’autonomie

zelfstandigheid

l’intégration

integratie

l’ouverture d’esprit

open geest

une barrière linguistique

taalbarrière

un autre mode de vie

een andere levensstijl

enrichissant(e)

verrijkend

accueillant(e)

gastvrij

ouvert(e)

open van geest

autonome

zelfstandig

gagner en maturité

aan volwassenheid winnen

progresser en langues

vooruitgaan in talen

faire de nouvelles rencontres

nieuwe mensen leren kennen

découvrir une autre culture

een andere cultuur ontdekken

sortir de sa zone de confort

uit je comfortzone stappen

s’épanouir

zich ontplooien

se débrouiller

zich uit de slag trekken

un choc culturel

cultuurshock

l’adaptation

aanpassing

se sentir isolé(e)

zich geïsoleerd voelen

être perdu(e)

verloren zijn

avoir le mal du pays

heimwee hebben

faire face à des difficultés

geconfronteerd worden met moeilijkheden

rencontrer des problèmes de communication

communicatieproblemen ondervinden

manquer de repères

houvast missen

un job d’étudiant

studentenjob

une annonce

advertentie

une entreprise

bedrijf

un patron

baas

une tâche

taak

un salaire

loon

un contrat

contract

une expérience

ervaring

une période d’essai

proefperiode

une formation

opleiding

le règlement de travail

arbeidsreglement

les jours fériés

feestdagen

le congé

verlof

l’horaire

uurrooster

le monde de l’entreprise

bedrijfswereld

livrer

leveren

épargner

sparen

gagner de l’argent

geld verdienen

opter pour

kiezen voor

proposer

voorstellen

travailler

werken

postuler

solliciteren

avoir l’esprit d’équipe

teamspeler zijn