Kaarten: BEDRIJFSECONOMIE HAVO 5 EXAMEN | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/21

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

22 Terms

1
New cards

liquide middelen

geldmiddelen die meteen beschikbaar zijn

2
New cards

marge

verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs

3
New cards

Belegingsfonds

Fonds waarin beleggers geld inleggen om te beleggen in aandelen, obligaties

4
New cards

maatschappelijke behoeften

Behoeften van mensen binnen de samenleving, die bedrijven proberen te vervullen met hun producten of diensten. Zoals wonen gezondheid transportatie etc.

5
New cards

Onderhandse lening

Een lening die wordt afgesloten zonder tussenkomst van een bank of andere financiële instelling. Het is een afspraak tussen twee partijen, bijvoorbeeld tussen familieleden, vrienden, of een bedrijf en een investeerder.

6
New cards

hypothecaire lening

een lening die wordt gebruikt voor de aankoop van onroerend goed, zoals een huis of bedrijfspand.

7
New cards

Obligatielening

een lening waarbij een onderneming of overheid geld leent van meerdere beleggers tegelijk. In ruil daarvoor ontvangen de beleggers obligaties: schuldbewijzen met een vaste rentevergoeding.

8
New cards

rekening-courantkrediet

Een flexibele lening waarbij een bedrijf de mogelijkheid krijgt om tot een afgesproken limiet rood te staan op zijn zakelijke bankrekening. Dit soort krediet wordt vaak gebruikt om tijdelijke tekorten in kas aan te vullen, zoals bij onverwachte uitgaven of om voorraden aan te schaffen.

9
New cards

Consumptief krediet

Een lening die door particulieren wordt gebruikt om consumptiegoederen te kopen, zoals een auto, telefoon of vakantie. Dit kan in de vorm van een persoonlijke lening, waarbij je een vast bedrag leent en maandelijks aflost, of een doorlopend krediet waarbij je flexibel kunt opnemen en aflossen tot een bepaald limiet.

10
New cards

particulieren

mensen als individuele personen die niet namens de overheid of bedrijven optreden

11
New cards

leverancierskrediet

de leverancier levert goederen die pas later door de afnemer hoeven te worden betaald

12
New cards

afnemerskrediet

Lening waarbij de koper eerst betaalt en daarna voldoet de verkoper aan zijn verplichtingen

13
New cards

Interestkosten

rente over een geleend bedrag

14
New cards

Balansposten

de verschillende onderdelen (of regels) op de balans van een onderneming.

15
New cards

Eenmanszaak

Een onderneming met één eigenaar, die persoonlijk aansprakelijk is voor schulden.

16
New cards

vennootschap onder firma (vof)

Een samenwerking tussen twee of meer personen die gezamenlijk een bedrijf voeren en hoofdelijk aansprakelijk zijn.

17
New cards

BV (Besloten Vennootschap)

Een onderneming met rechtspersoonlijkheid waarvan de aandelen niet vrij verhandelbaar zijn en in handen zijn van een kleine, besloten groep aandeelhouders. De aandeelhouders zijn niet privé aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf.

18
New cards

NV (Naamloze Vennootschap)

Een onderneming met rechtspersoonlijkheid waarvan de aandelen vrij verhandelbaar zijn, vaak via de beurs, en waarvan de aandeelhouders niet privé aansprakelijk zijn voor de schulden van het bedrijf.

19
New cards

een rechtspersoonlijkheid

dat een organisatie juridisch als een persoon wordt gezien. Dat wil zeggen dat de organisatie zelf rechten en plichten heeft, zelf contracten kan sluiten, bezittingen kan hebben, en aansprakelijk is voor schulden — los van de mensen die erbij horen.

20
New cards

Stichting

Een organisatie zonder winstoogmerk, opgericht met een bepaald doel, en zonder leden.

21
New cards

Vereniging

Een organisatie met leden, gericht op een gemeenschappelijk doel, waarbij de leden gezamenlijk besluiten nemen.

22
New cards

Private label

Een product wordt gemaakt door een fabrikant, maar verkocht onder de merknaam van een winkel of bedrijf die het product zelf niet heeft geproduceerd.