Natuurwetenschappen T1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/40

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

41 Terms

1
New cards

Biochemie

Chemie die de levende organismen bestudeerd

2
New cards

Hydrofiel/polair

Wateroplosbaar

3
New cards

Hydrofoob/ apolair

Niet of slecht oplosbaar in water

4
New cards

Functionele groepen

Je voegt zuurstof toe aan atomen

5
New cards

Biomoleculen

Organische stoffen die door levende organismen worden aangemaakt

6
New cards

Sachariden

Dit zijn suikers die in alle levende organismen voorkomen

7
New cards

Monosachariden

Dit zijn enkelvoudige suikers, ook wel koolhydraten of snelle suikers genoemd

8
New cards

Disachariden

Opgebouwd uit 2 monosachariden die via een condensatiereactie aan elkaar binden

9
New cards

Condensatiereactie

Chemische reactie waarbij water wordt afgesplitst.

10
New cards

Glycosidebinding

Binding tussen beide monosachariden, H en O

11
New cards

Hydrolyse

Bij de afbraak van een disacharide tot 2 monosachariden wordt water toegevoegd

12
New cards

Sucrose ( kristalsuiker)

Dit is opgebouwd uit glucose- en fructosemolecule

13
New cards

Lactose (Melksuiker)

Opgebouwd uit galactose - en glucosemolecule

14
New cards

Maltose (Moutsuiker)

Opgebouwd uit 2 glucosemoleculen

15
New cards

Polysachariden

10-1000 aan elkaar gebonden monosachariden

16
New cards

Polymerisatiereactie

polysachariden wordt gevormd door een opeenvolgende condensatiereactie tussen monosachariden. Hierdoor ontstaat biopolymeer

17
New cards

Zetmeel (trage suikers)

Mengsel van 2 verschillende polysachariden, Amylose en Amylopectine

18
New cards

Glycogeen (dierlijk zetmeel)

Sterk vertakt biopolymeer

19
New cards

Cellulose (ketens glucose)

Meest voorkomende polysacharide dat bestaat uit lange lineaire ketens, lijkt op amylose, niet verteerbaar zonder behulp van micro-organismen

20
New cards

Voedingsvezels

Diverse groep van onverteerbare koolhydraten, afkomstig van celwand van planten

21
New cards

Lipiden 

Vetten zijn een organische verbinding die in water onoplosbaar zijn

22
New cards

Triglyceriden

Opgebouwd uit glycerol en vetzuren

23
New cards

Glycerol

Keten van 3 koolstofatomen met op elk koolstofatoom een alcoholgroep

24
New cards

Vetzuren

Lange hydrofobe koolwaterstofketens die eindigen op een zuurgroep

25
New cards

Verzadigde vetzuren

Enkelvoudige bindingen tussen koolstofatomen

26
New cards

Onverzadigde vetzuren

1 of meer dubbele bindingen tussen koolstofatomen

27
New cards

Hydrogenatie

Er worden waterstofatomen toegevoegd aan de dubbele bindingen waardoor ze enkelvoudig worden 

28
New cards

Fosfolipiden

Glycerol bindt 2 vetzuren en 1 negatief geladen fosfaatgroep

29
New cards

Steroïden

Basis is een skelet dat bestaat uit 4 koolstofringen die verbonden zijn

30
New cards

Cholesterol

Zorgt voor de geslachtshormonen 

31
New cards

Anabole steroïden

Dit is doping en zorgt voor de spiergroei, bekendste is testosteron

32
New cards

Essentiële voedingsstoffen

Het lichaam kan geen vitaminen aanmaken. Dit gebeurt dan via de opnamen van voeding

33
New cards

Proteïnen (eiwitten)

Meest diverse groep van biomoleculen en komen voor in alle levende organismen

34
New cards

Aminozuren

Dit is de bouwsteen of monomeren van eiwitten

35
New cards

Essentiële aminozuren

De 9 overblijvende aminozuren die je lichaam zelf niet kan aanmaken, het wordt via voeding opgenomen

36
New cards

Peptidebinding

Gevormde binding tussen beide aminozuren

37
New cards

Dipeptide

De gevormde keten die beschikt over een vrije zuurgroep op het ene aminozuur en een vrije aminogroep op het andere aminozuur

38
New cards

Denaturatie

Proces waarbij proteïnen hun structuur en functie verliezen

39
New cards

Emzymen

Zorgen ervoor dat de noodzakelijke chemische reacties in het lichaam sneller verlopen zonder dat ze zelf verbruikt worden

40
New cards

Katalysator

Stof die de reactie sneller laat gebeuren

41
New cards

Sleutel-slotprincipe

De vorm van emzymen is zo specifiek dat alleen 1 bepaald substraat aan emzym kan binden