Biologie H1 vwo 4

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/42

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

43 Terms

1
New cards

Biologie

wetenschap die levende wezens bestudeert.

2
New cards

Organisme

levend wezen dat levensverschijnselen vertoont.

3
New cards

Levensverschijnselen

kenmerken van leven: voortplanting, groei & ontwikkeling, stofwisseling, bewegen, waarnemen.

4
New cards

Levensloop

de periode van geboorte tot dood van één individu.

5
New cards

Levenscyclus

opeenvolging van generaties binnen een soort; blijft bestaan ook als individuen sterven.

6
New cards

Levenloos

iets dat nooit levensverschijnselen heeft gehad (bijv. steen, water).

7
New cards

Dood

organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont.

8
New cards

Stofwisseling (metabolisme)

geheel van chemische reacties in cellen van een organisme.

9
New cards

Emergente eigenschappen

nieuwe eigenschappen die ontstaan op een hoger organisatieniveau (bijv. samenwerking zenuwcellen → bewustzijn).

10
New cards

Interactie

wisselwerking tussen organismen onderling en met de omgeving.

11
New cards

Molecuul

kleinste deeltje met chemische eigenschappen (bijv. DNA, water).

12
New cards

Organel

onderdeel van een cel met specifieke functie (bijv. mitochondrium).

13
New cards

Cel

kleinste eenheid van leven.

14
New cards

Weefsel

groep cellen met gelijke bouw en functie.

15
New cards

Orgaan

deel van organisme opgebouwd uit verschillende weefsels met specifieke taak.

16
New cards

Orgaanstelsel

groep samenwerkende organen (bijv. spijsverteringsstelsel).

17
New cards

Organisme

volledig levend wezen.

18
New cards

Populatie

groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied.

19
New cards

Levensgemeenschap

alle populaties van verschillende soorten in een gebied.

20
New cards

Ecosysteem

geheel van levensgemeenschap + abiotische factoren.

21
New cards

Biosfeer

alle ecosystemen samen; het deel van de aarde waar leven voorkomt.

22
New cards

Cytoplasma

vloeistof in cel met opgeloste stoffen.

23
New cards

Celmembraan

dun vlies om cel, regelt transport van stoffen.

24
New cards

Celwand

stevige laag om plantaardige cel, geeft vorm en steun.

25
New cards

Vacuole

met vocht gevulde ruimte in plantaardige cel; zorgt voor stevigheid en opslag.

26
New cards

Plastiden

korrels in planten (chloroplasten voor fotosynthese, chromoplasten voor kleur, amyloplasten voor zetmeelopslag).

27
New cards

Mitochondriën

energiecentrales van de cel; verbranding van glucose.

28
New cards

Celkern

bevat DNA, regelt alle processen.

29
New cards

Endoplasmatisch reticulum (ER)

netwerk van membranen, betrokken bij transport.

30
New cards

Ribosomen

maken eiwitten.

31
New cards

Golgi-apparaat

bewerkt, sorteert en transporteert eiwitten.

32
New cards

Lysosomen

blaasjes met enzymen voor afbraak.

33
New cards

Diffusie

verplaatsing van deeltjes van hoge naar lage concentratie.

34
New cards

Osmose

verplaatsing van water via semipermeabel membraan van lage naar hoge osmotische waarde.

35
New cards

Actief transport

transport van stoffen tegen concentratiegradiënt in, kost energie.

36
New cards

Semipermeabel

halfdoorlatend; laat bepaalde stoffen (bijv. water) wel, andere niet door.

37
New cards

Hypothese

een veronderstelde verklaring die je kunt toetsen.

38
New cards

Experimentele groep

groep waarbij de onderzochte variabele verandert.

39
New cards

Controlegroep

groep waarbij variabele niet verandert; dient als vergelijking.

40
New cards

Onafhankelijke variabele

factor die de onderzoeker verandert.

41
New cards

Afhankelijke variabele

resultaat dat je meet.

42
New cards

Validiteit

de mate waarin je echt meet wat je wilt meten.

43
New cards

Theorie

samenhangend geheel van verklaringen, ondersteund door veel onderzoek.