engels britisch schools ns uff voc

history

geschiedenis

mathematics

wiskunde

biology

biologie

French

Frans

English

Engels

geography

aardrijkskunde

art

kunst / tekenen

chemistry

chemie / scheikunde

physics

fysica / natuurkunde

physical education (PE)

lichamelijke opvoeding (LO)

music

muziek

economics

economie

religious education

godsdienst

freethinkers (moral education / ethics)

zedenleer / ethiek

ballpoint

balpen

pencil

potlood

fountain pen

vulpen

felt pen

viltstift

marker

markeerstift

ruler

lat

setsquare

geodriehoek

geometry setsquare

meetkundige geodriehoek

protractor

gradenboog

compasses

passer

pencil sharpener

puntenslijper

rubber (UK)

gom

eraser (US)

gom

glue stick

lijmstift

pencil case

pennenzak

schoolbag

boekentas / schooltas

sticky tape

plakband

hole punch

perforator

stapler

nietmachine

course book

leerboek

binder

map / ringmap

correction fluid

correctievloeistof

correction mouse

correctiemuis

pen eraser

inktwisser

scissors

schaar

chalk

krijt

A-level(s)

eindexamen (Brits schoolsysteem)

a degree

diploma

grades

cijfers

a field trip

schooluitstap

mixed school

gemengde school

diversity

diversiteit

to commute

pendelen

the underground / the tube

de metro

the breakfast club

ontbijtclub

kindergarten

kleuterschool

crafting

knutselen

break / break time

pauze

playtime

speeltijd

refectory / canteen

refter / kantine

absence

afwezigheid

being ill

ziek zijn

a blackboard

krijtbord

an interactive whiteboard

digitaal bord / smartboard

Would you like to tidy up the classroom?

Willen jullie de klas opruimen?

She helps us cross the street.

Ze helpt ons oversteken.

Can/could you pass me the paint?

Kan je me de verf doorgeven?

What’s the time? / What time is it?

Hoe laat is het?

It’s a quarter to nine in the morning (a.m.)

Het is kwart voor negen ’s ochtends.

The students wear a uniform.

De leerlingen dragen een schooluniform.

The students are wearing a uniform.

De leerlingen dragen op dit moment een schooluniform.

We start with the registration of the absences.

We beginnen met de registratie van de afwezigheden.

The children are playing with their friends on the playground.

De kinderen spelen spelletjes met hun vrienden op de speelplaats.

I eat lunch in the canteen.

Ik eet lunch in de kantine.

I’m eating lunch …

Ik ben aan het lunchen…

The class starts at a quarter past one.

De les begint om 13.15 uur.

I walk home.

Ik wandel naar huis.

I’m walking home.

Ik wandel nu naar huis.

I go home on foot.

Ik ga te voet naar huis.