Dierkunde

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/56

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

57 Terms

1
New cards

Homeostase

Het vermogen van een organisme om een stabiel intern milieu te behouden ondanks externe veranderingen.

2
New cards

Cephalisatie

Concentratie van zenuwweefsel en zintuigen aan de voorzijde van het lichaam, typisch voor bilateraal symmetrische dieren.

3
New cards

Fenotypische kenmerken

Waarneembare eigenschappen van een organisme die bepaald worden door genetische en omgevingsfactoren.

4
New cards

Analoog kenmerk

Kenmerken die op elkaar lijken bij verschillende soorten, maar niet door een gemeenschappelijke voorouder zijn ontstaan (convergente evolutie) volgens evolutietheorie.

5
New cards

Prion

Abnormaal gevouwen eiwit dat andere eiwitten kan misvormen en ziekten zoals Creutzfeldt-Jakob veroorzaakt.

6
New cards

Spina bifida

Aangeboren afwijking waarbij de neurale buis niet volledig sluit, wat leidt tot zenuwschade en lichamelijke beperkingen.

7
New cards

Gastrulatie

Het proces waarin tijdens de embryonale ontwikkeling de drie kiemlagen (ectoderm, mesoderm en endoderm) ontstaan.

8
New cards

Hermafrodiet

Organisme dat zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen heeft.

9
New cards

Neurulatie

Vorming van de neurale buis waaruit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) ontstaat.

10
New cards

Reductiedeling (meiose)

Celdeling waarbij het aantal chromosomen wordt gehalveerd, essentieel voor geslachtscellen.

11
New cards

Mucosa

Slijmvlies dat de binnenkant van organen zoals darmen en luchtwegen bekleedt.

12
New cards

Kwantitatieve kenmerken

Eigenschappen die in gradaties variëren en beïnvloed worden door meerdere genen en omgevingsfactoren.

13
New cards

Pseudocoelomaat

Dier met een lichaamsholte (pseudocoeloom) die niet volledig omgeven is door mesoderm.

14
New cards

Mesolecithaal

Eicel met een matige hoeveelheid dooier, zoals bij amfibieën.

15
New cards

Eukaryoot

Organisme met cellen die een echte celkern en organellen bevatten.

16
New cards

Mesomeer

Intermediaire celgrootte of structuur tijdens ontwikkeling.

17
New cards

Cnidoblast

Gespecialiseerde cel bij neteldieren die netelcellen (nematocysten) bevat.

18
New cards

Notochord

Flexibele staaf die ondersteuning biedt in embryonale stadia, bij gewervelden vervangen door de wervelkolom.

19
New cards

Germinatieve cellen

Cellen die betrokken zijn bij voortplanting en de vorming van gameten (zaadcellen en eicellen).

20
New cards

Open circulatiesysteem

Bloedsomloop waarbij bloed vrij in lichaamsholten stroomt en niet volledig door bloedvaten wordt omgeven.

21
New cards

Proto-nefron

Primitief excretiesysteem bij sommige ongewervelden, functionerend als een eenvoudige nier.

22
New cards

Hydrozoa

Klasse binnen de neteldieren (Cnidaria), waaronder kwallen en hydra’s vallen.

23
New cards

Myofilamenten

Eiwitstructuren in spiercellen, bestaande uit actine en myosine, die samentrekkingen mogelijk maken.

24
New cards

Diploblast

Organisme met twee kiemlagen (ectoderm en endoderm), zoals neteldieren (Cnidaria).

25
New cards

Haploïd

Cel met een enkelvoudige set chromosomen (n), zoals gameten (eicellen en zaadcellen).

26
New cards

QWBA

(Quantitative Whole-Body Autoradiography) Techniek om de verdeling van radioactieve stoffen in het lichaam te meten.

27
New cards

Open field test

Gedragstest bij dieren om angst en exploratief gedrag in een open ruimte te meten.

28
New cards

I.M. (Intramusculair)

Toedieningswijze waarbij een stof direct in de spier wordt geïnjecteerd.

29
New cards

Gavage

Techniek waarbij vloeistoffen direct in de maag van een dier worden toegediend via een sonde.

30
New cards

Transgene muis

Muis waarin genetisch materiaal is ingebracht om specifieke genen te bestuderen.

31
New cards

Barbituraat

Groep van kalmerende middelen die de activiteit van het zenuwstelsel onderdrukken.

32
New cards

IVC (Individually Ventilated Cages)

Speciale kooien voor laboratoriumdieren met een apart ventilatiesysteem.

33
New cards

Jejunum

Middelste deel van de dunne darm, betrokken bij de opname van voedingsstoffen.

34
New cards

Metabole kooi

Experimentele kooi waarmee de stofwisseling van een dier nauwkeurig kan worden gemeten.

35
New cards

Grooming

Verzorgingsgedrag bij dieren, zoals vachtverzorging of schoonlikken.

36
New cards

Cupping

Techniek waarbij een vacuüm op de huid wordt gecreëerd, vaak gebruikt in alternatieve geneeskunde.

37
New cards

Barnes maze

Gedragstest bij knaagdieren om ruimtelijk leervermogen en geheugen te meten.

38
New cards

Syncytium

Meerkerninge celstructuur die ontstaat door samensmelting van meerdere cellen of door kernen die zich delen zonder celmembraanvorming.

39
New cards

Nefron

Functionele eenheid van de nier die zorgt voor filtratie en uitscheiding van afvalstoffen via urine.

40
New cards

Sinoatriale knoop

Natuurlijke pacemaker van het hart die het hartritme reguleert door elektrische impulsen te genereren.

41
New cards

Myofibrillen

Eiwitstructuren in spiercellen die verantwoordelijk zijn voor spiercontracties.

42
New cards

Monotremata

Groep van eierleggende zoogdieren, waaronder het vogelbekdier en de mierenegel.

43
New cards

Mucosa

Slijmvlies dat de binnenkant van organen zoals de darmen en luchtwegen bekleedt.

44
New cards

Trachea

Luchtpijp die zuurstof naar de longen transporteert.

45
New cards

Ecdysis

Proces van vervelling bij geleedpotigen en reptielen.

46
New cards

Pseudocoeloom

Lichaamsholte die niet volledig door mesoderm is omgeven, zoals bij rondwormen.

47
New cards

Homeobox

Groep genen die betrokken is bij de regulatie van embryonale ontwikkeling en lichaamsbouw.

48
New cards

Mesoderm

Middelste kiemlaag in embryo’s waaruit spieren, botten en bloedvaten ontstaan.

49
New cards

Zygote

Eerste cel die ontstaat na de samensmelting van een eicel en een zaadcel.

50
New cards

Wire suspension test

Test bij dieren (meestal knaagdieren) om spierkracht en coördinatie te meten.

51
New cards

Ileum

Het laatste deel van de dunne darm dat voedingsstoffen en vitamine B12 absorbeert.

52
New cards

Telemetry

Het meten en verzenden van fysiologische gegevens op afstand, vaak gebruikt bij dierenexperimenten.

53
New cards

Stylet

Scherpe, naaldachtige structuur die sommige parasieten of insecten gebruiken om te voeden.

54
New cards

Chitine

Polysacharide die het exoskelet van geleedpotigen en de celwand van schimmels vormt.

55
New cards

Deuterostoma

Groep dieren (zoals stekelhuidigen en chordaten) waarbij de anus zich vóór de mond ontwikkelt tijdens de embryonale fase.

56
New cards

Hirudinea

Klasse van bloedzuigers binnen de ringwormen.

57
New cards

Cestoda

Klasse van lintwormen die parasitair leven in de darmen van gewervelden.