Week 1+2 FA-BA 204 - Biologische Geneesmiddelen

5.0(1)
studied byStudied by 1 person
5.0(1)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/29

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

30 Terms

1
New cards

Wat is RNA splicing?

Het uitknippen van intronen uit pre-mRNA

2
New cards

Wat is een promotor?

Plek in het DNA waar RNA-polymerase kan binden om transcriptie te starten

3
New cards

Wat is de transcription start site?

Plek in het DNA waar RNA-polymerase begint met de RNA synthese

4
New cards

Wat is de translation start site?

Plek op het mRNA waar het ribosoom begint met translatie

5
New cards

Wat is pre-mRNA?

mRNA dat nog intronen bevat

6
New cards

Wat is mRNA?

Messenger RNA dat de genetische code voor eiwitsynthese naar de ribosomen brengt

7
New cards

Wat is tRNA?

Transfer RNA dat de juiste aminozuren naar het ribosoom brengt

8
New cards

Wat zijn intronen?

Niet-coderende sequenties in DNA/pre-mRNA

9
New cards

Wat zijn exonen?

Coderende sequenties in DNA/mRNA

10
New cards

Wat is de poly-A-staart?

Een lange keten adenine aan de 3’ kant van mRNA die de stabiliteit verhoogt

11
New cards

Wat is de 5’ untranslated region?

Regio voor het startcodon die de translatie reguleert

12
New cards

Wat is een codon?

Drie nucleotiden in mRNA die coderen voor een aminozuur

13
New cards

Wat doen ribosomen?

Eiwitsynthese door aminozuren te koppelen

14
New cards

Wat is de C-terminale kant?

Het einde van een eiwit waar de vrije carboxylgroep zit

15
New cards

Wat is de N-terminale kant?

Het begin van een eiwit waar de vrije aminogroep zit

16
New cards

Wat zijn signaalpeptiden?

Korte aminozuursequenties die bepalen naar welk deel van de cel het eiwit wordt getransporteerd

17
New cards

Wat doet het endoplasmatisch reticulum?

Helpt bij eiwitvouwing

18
New cards

Wat doet het golgi-apparaat?

Modificatie en verpakking van eiwitten voor transport

19
New cards

Noem een voorbeeld van een posttranslationele modificatie

Fofsorylering, glycosylering, ubiquitinatie, actylering, disulfidebrugvorming

20
New cards

Wat zijn de verschillen tussen prokaryote en eukaryote cellen?

Prokaryote cellen hebben geen celkern en hebben circulair DNA.
Eukaryote cellen hebben wel een celkern en hebben lineair DNA.

21
New cards

Wat is een plasmide?

Een klein circulair stuk DNA dat in bacteriën voorkomt

22
New cards

Wat is een protein tag?

Een aminozuursequentie die zuivering en detectie van een eiwit makkelijker maken

23
New cards

Wat is een open reading frame?

Het start tot het stopcodon

24
New cards

Wat is een enhancer?

Een stuk DNA dat de transcriptie van een gen kan verhogen

25
New cards

Wat is miRNA?

MicroRNA is een niet-coderend RNA-molecuul dat de genexpressie reguleert

26
New cards

Wat is het verschil tussen cDNA en genomisch DNA?

cDNA heeft geen intronen.

27
New cards

Reverse transcriptase

Een enzym dat van mRNA cDNA kan maken.

28
New cards

DNA ligase

Kan DNA fragmenten aan elkaar plakken.

29
New cards

Uit welke stappen bestaat PCR?

Denaturatie, annealing en elongatie.

30
New cards

Wat heb je nodig voor PCR?

DNA template, foward primer, reverse primer, DNA polymerase, dATP, dTTP, dGTP en dCTP.