1/76
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
la agencia de viajes
reisagentschap
el agente de viajes
reisagent
el ama de casa
huisvrouw
el automóvil
wagen
el avión
vliegtuig
el bufete
advocatenkantoor, advocatenpraktijk
la charla
praatje
la clase
klas, les
la clínica dental
tandkliniek
la cocina
keuken
la comida
eten
la comunicación
communicatie, bericht
la consulta médica
medische raadpleging
la cultura
cultuur
el curso
cursus
el deporte
sport
el día
dag
el diseño
design, ontwerp
la economía
economie
el equipo
ploeg, team
la escuela
school
la hora
uur
el horario
uurrooster
el hospital
hospitaal, ziekenhuis
la llamada
oproep (telefoonoproep)
la mañana
de morgen
el mediodía
middag
la noche
nacht
la noticia
nieuws
el paciente
patiënt
el país
land
el participante
deelnemer, deelneemster
la persona
persoon
el plato
gerecht (ook het bord)
la política
politiek
el público
publiek
la puntualidad
stiptheid
la reunión
vergadering
la revista
tijdschrift
la sección
afdeling, rubriek
la semana
week
la sugerencia
suggestie
la tarde
namiddag
el tiempo
tijd
el turno
beurt
el viaje
reis
volar
vliegen
el vuelo
vlucht
abrir
openen
cenar
het avondeten eten
cocinar
koken, eten maken
comer
eten
comunicar
communiceren
controlar
controleren
convencer
overtuigen
cuidar
zorgen voor
dar
geven
entrar
binnengaan
estar
zijn (localizar + el estado anímico)
estudiar
studeren
gustar
houden van, graag hebben
interesar
interesseren
llegar
aankomen
practicar
uitoefenen
preparar
klaarmaken, voorbereiden
recibir
ontvangen
salir
weggaan, uitgaan
tener
hebben, bezitten
vender
verkopen
viajar
reizen
caro
duur
diferente
verschillend
el local
lokaal, ruimte, bedrijfsruimte
primero
eerst, eerste
profesional
beroeps-, professioneel
técnico
technisch
tercero
derde