Nask 1 H5 Begrippen

Absorberen (licht)

Opnemen van licht

Diffuse terugkaatsing

Weerkaatsing van lichtstralen, waarbij de lichtstralen ongeordend alle kanten op bewegen

Hoek van inval

Hoek tussen een lichtstraal die op een spiegel valt en de normaal

Hoek van terugkaatsing

Hoek tussen een lichtstraal die door een spiegel wordt teruggekaatst en de normaal

Lichtbron

Een lichtbron is alles wat licht uitstraalt

Lichtbundel

Enorm veel lichtstralen samen

Lichtstraal

Een lichtstraal geeft aan welke weg het licht volgt. Een lichtstraal is recht, omdat licht langs rechte lijnen beweegt.

Normaal

Lijn die loodrecht op een spiegel staat

Randstraal

Lichtstraal die net niet door een voorwerp wordt tegengehouden

Schaduw

Gebied waar lichtstralen niet kunnen komen

Spiegelbeeld

Beeld dat je ziet als je in een spiegel kijkt

Spiegelende terugkaatsing

Weerkaatsing van lichtstralen waarbij de lichtstralen net zo geordend bewegen als in de oorspronkelijke lichtbundel

Straling

Verzamelnaam van alle soorten straling: microgolven, infrarode straling, licht, ultraviolette straling en röntgenstraling.

Virtueel beeld

Een beeld dat niet echt is

Fluoresceren

Stoffen laten oplichten door uv-straling

Infrarode straling

Soort licht dat mensen niet kunnen zien en dat in spectrum ligt naast rood licht.

Ioniserende straling

Straling die moleculen kapot kan maken

Mengkleur

Kleur licht die bestaat uit verschillende spectraalkleuren

Prisma

Doorzichtig driehoekig stuk glas of kunststof

Spectraalkleur

Kleur licht die je niet meer verder kunt splitsen

Spectroscoop

Instrument met daarin een prisma dat licht splitst in spectraalkleuren

Spectrum

Reeks kleuren die ontstaat als wit zonlicht wordt gesplitst

Thermogram

Warmtebeeld

Ultraviolette straling

Soort licht dat mensen niet kunnen zien en dat in het spectrum ligt naast violet licht

Beeldafstand

Afstand tussen beeld en lens

Beeldpunt

Plaats waar de constructiestralen elkaar snijden na de lens

Brandglas

Positieve lens waarmee je zonlicht in één punt kunt concentreren.

Brandpunt

Lichtstralen (evenwijdig aan de hoofdas) die door een bolle lens vallen en die na de lens samenkomen in het brandpunt

Brandpuntsafstand

Afstand tussen het midden van de lens en het brandpunt

Constructiestralen

Twee lichtstralen die nodig zijn om een beeld van een voorwerp te construeren

Construeren

Bepalen met een tekening

Convergente lichtbundel

Groep lichtstralen die naar één punt gaan, andere naam voor convergente lichtbundel.

Divergente lichtbundel

Groep lichtstralen die uit elkaar lopen, andere naam voor divergente lichtbundel

Evenwijdige lichtbundel

Groep lichtstralen op gelijke afstand van elkaar.

Hoofdas

Lijn die door het midden van een lens gaat en die loodrecht op de lens staat.

Lens

Schijfje van doorzichtig glas of kunststof

Licht breken

Licht van richting doen veranderen

Negatieve lens

Een negatieve (of holle) lens is in het midden dunner dan aan de rand. Een holle lens heeft een convergerende werking.

Reëel beeld

Beeld dat je kunt afbeelden op een scherm

Voorwerpafstand

Afstand tussen voorwerp en lens

Accomoderen

Platter en boller maken van de ooglens.

Bijziend

Alleen voorwerpen dichtbij sherp kunnen zien

Glasachtig lichaam

Vulling in het midden van het oog

Hoornvlies

Buitenste gedeelte van je oogbol

Iris

Gekleurde deel van je oog

Netvlies

Vlies achter in je oog waarop binnenvallende lichtstralen een beeld vormen

Ooglens

Bolle lens aan de voorzijde van je oog

Pupil

De pupil is een donkere opening in je oog waardoor het licht je oog binnenvalt. De pupil regelt de hoeveelheid licht die in je oog valt.

Verziend

Alleen voorwerpen veraf scherp kunnen zien