Studied by 0 people
Demander son chemin (de weg vragen)
Pardon meneer/mevrouw, kunt u mij de weg wijzen naar de Boulevard Saint-Michel, a.u.b.?
Pardon monsieur/madame, pour aller au Boulevard Saint-Michel, s.v.p.?
U steekt de straat/de spoorwegovergang/het kruispunt over
Vous traversez la rue/le passage à niveau/le carrefour
Het is linksaf/rechtsaf
C’est à gauche/à droite
U gaat rechtdoor
Vous continuez tout droit
Het is vlakbij
C’est tout près
Het is eenvoudig, het is/ligt op 100 meter afstand
C’est simple, c’est à cent mètres
Het is/ligt aan uw rechterhand/linkerhand
C’est sur votre droite/gauche
U neemt de eerste/tweede/derde straat links/rechts
Vous prenez la première/deuxième/troisième rue à gauche/droite
U slaat linksaf/rechtsaf
Vous tournez à gauche/droite
U volgt deze/die straat, boulevard, laan
Vous suivez cette rue/ce boulevard/cette avenue
Het spijt me, ik weet het niet. Ik kom hier niet vandaan
Désolé/je regrette, je ne sais pas. Je ne suis pas d’ici
Hartelijk bedanjkt, meneer/mevrouw
Merci beaucoup, monsieur/madame
Geen dank, meneer/mevrouw
De rien, monsieur/madame
Je steekt de brug over en daarna het plein
Tu traverses le pont et puisla place
Het ziekenhuis is aan de andere kant van de straat
L’hôpital est de l’autre côte de la rue
De potheek is tegenover de bank
La pharmacie est en face de la banque
Het is de tweede straat links, naast de supermarkt
C’est la deuxième rue à gauche, à côte du supermarché
Ziet u de kerk? Na de kerk gaat u rechtdoor
Vous voyez l’église? Apres l’église vous continuez/allez tout droit
Pardon meneer, ik zoek een politiebureau. Bij de rotonde gaat u linksaf
Pardon monsieur, je cherche un bureau de police. Au rond-point vous tournez/prenze/allez à gauche
Zie je de stoplichten? Bij de stoplichten ga je rechtsaf
Tu vois le feux? Aux feux tu tournes/prends/vas à droite
Het is links van het postkantoor
C’est à gauche du bureau de poste
Is er een zwembad in de omgeving? Ja, op 2 km afstand
Il y a une piscine dans les environs? Oui, à deux kilomètres
Note 
Flashcard (121)