Looks like no one added any tags here yet for you.
Plichtethiek
Een ethische stroming die zich richt op het handelen uit plicht en morele regels, onafhankelijk van de gevolgen.
Immanuel Kant
Filosoof die de plichtethiek heeft ontwikkeld, met de nadruk op de categorische imperatief en autonomie.
Categorische imperatief
Het hoogste morele principe volgens Kant, dat stelt dat men moet handelen volgens de regel die men als universeel zou willen zien.
Gevolgethiek
Een ethische stroming die de gevolgen van handelingen als het belangrijkste criterium voor moreel handelen beschouwt.
Utiliteitsbeginsel
Het principe dat het grootste geluk voor zoveel mogelijk mensen moet worden nagestreefd, zoals geformuleerd door Jeremy Bentham en John Stuart Mill.
John Stuart Mill
Filosoof die de utilistische ethiek verder heeft ontwikkeld en de waarde van zelfontplooiing benadrukt.
Deugdenethiek
Een ethische benadering die zich richt op de karaktereigenschappen en motieven van de handelende persoon, zoals beschreven door Aristoteles.
Autonomie
Het vermogen om zelf wetten en morele regels te bepalen, een centraal concept in de plichtethiek van Kant.
Rationeel denken
Het proces van logisch en kritisch nadenken dat essentieel is voor het formuleren van morele principes in de plichtethiek.
Regelutilisme
Een benadering binnen de gevolgethiek die zich richt op het volgen van regels die in de meeste situaties het beste resultaat opleveren.
Handelingsutilisme
Een benadering binnen de gevolgethiek die de gevolgen van individuele handelingen in specifieke contexten beoordeelt.
Zelfontplooiing
Het proces van persoonlijke ontwikkeling en groei, dat door Mill als een waarde op zichzelf wordt beschouwd.
Kritiek op plichtethiek
Bezwaren tegen het absolute karakter van de categorische imperatief en de uitdagingen van conflicterende principes.
Kritiek op gevolgethiek
Vragen over de haalbaarheid van het overzien van consequenties en de mogelijkheid van een 'tirannie van de meerderheid'.