1/77
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
un accueil
een onthaal
un désir
een wens
un équilibre
een evenwicht
un foyer
een gezin
les frais
de kosten
une habitude
de gewoonte
l'immersion
de immersie, onderdompeling
un mode de pensée
een manier van denken
un mode de vie
een manier van leven
un objectif
een doel
une opportunité
een gelegenheid , kans
une ouverture
een opening
une préoccupation
een bezorgdheid
une saveur
een smaak
un sujet de conversation
een gespreksonderwerp
chaleureux,chaleureuse
warm, hartelijk
étranger, étrangère
buitenlands
exigeant, exigeante
veeleisend
hésitant, hésitante
aarzelend
studieux, studieuse
leergierig
accueillir
ontvangen
s'adapter à
zich aanpassen aan
améliorer
verbeteren, beter maken
apporter
brengen , opleveren
envisager (de)
overwegen (om)
évoluer
evolueren
gérer
beheren
héberger
herbergen, huisvesten
se libérer (de)
zich bevrijden (van), beschikbaar komen
nourrir
voeden
rémunérer
belonen , vergoeden
toucher
raken
franchir un pas
een stap zetten
ouvrir son esprit
z'n geest openen
prendre en charge
op zich nemen
sortir de sa zone de confort
uit zijn/haar comfortzone stappen
un accès
een toegang
une annonce
een zoekertje
une assurance
een verzekering
la bouche-à-oreille
de mond-tot-mondreclame
un cafard
een kakkerlak
une charge
een last
un(e) colocataire
een medehuurder, een medehuurster
la colocation
het samenwonen
un contrat de location
een huurcontract
un cout
een kost
une désinfection
een ontsmetting
une fuite (d'eau)
een waterlek
un(e) locataire
een huurder, een huurster
un loyer
een huur
le moisi
de schimmel
une piqure (d'insecte)
een prik, insectenbeet
un(e) propriétaire
een eigenaar, een eigenares
une punaise de lit
een bedwants
un quartier
een wijk
commun, commune
gemeenschappelijk
disponible
beschikbaar
impeccable
onberispelijk
lumineux, lumineuse
licht
partagé, partagée
gedeeld
proche (de)
dichtbij
rénové, rénovée
gerenoveerd
urgent, urgente
dringend
comprendre
omvatten
démanger
jeuken
louer
(ver)huren
refuser
weigeren
se répartir
onder elkaar verdelen
résoudre
oplossen
avoir confiance en
vertrouwen hebben in
être équipé, équipée (de)
uitgerust zijn met
être situé/située (à/ dans/ …)
zich bevinden (in)
faire la connaissance de
kennismaken met
jeter un coup d'œil sur
een blik werpen op
porter de l'intérêt à
interesse tonen in
au premier/deuxième étage
op de eerste (tweede ...) verdieping
au rez-de-chaussée
op de benedenverdieping
aussi vite que possible
zo snel mogelijk