Frans - Vocabulaire Juniexamen

DigitaleMethode

une bucket list

een bucketlist

un objectif

het doel

une envie

een zin, behoefte

une opportunité

een kans, opportuniteit

une merveille

een wonder

un accomplissement

een prestatie, verwezenlijking

une coloc(ation)

een colocatie, samenwonen

l'équateur

de evenaar

une voyante

een helderziende

le bénévolat

het vrijwilligerswerk

une gueule de bois

een kater

une montgolfière

een luchtballon

le tour du monde

de wereldreis

la cible

het doel(wit)

le cerveau

de hersenen

un coucher de soleil

een zonsondergang

un voeu

een wens

voire

of zelfs

carrément

echt, helemaal

bouddhiste

boeddhistisch

audacieux

gewaagd

énième

zoveelste

enfantin

kinderachtig

compatible

compatibel, verenigbaar

écossais

Schots

contagieux

besmettelijk

étoilé

sterren-

inoubliable

onvergetelijk

songer à

denken aan

s'envoler

wegvliegen

faire du tri

sorteren

rédiger

opstellen, schrijven

rayer

schrappen

s'évader

ontsnappen

traire

melken

jongler

jongleren

concrétiser

concretiseren

accomplir

beëindigen, afmaken

sortir (en boîte)

uitgaan

jouer au cache-cache

verstoppertje spelen

se tenir à coeur

nauw aan het hart liggen

c'est maintenant ou jamais

het is nu of nooit

les paroles s'envolent et les écrits restent

woorden vliegen weg, geschreven teksten blijven bestaan

à merveille

prachtig, heerlijk, zeer goed

saut à l'élastique

bungeejumpen

les arrhes

het voorschot

le bureau

het bureau

une cabane

een hut

la cave

de kelder

la cheminée

de schoorsteen / de schouw

la chambre (à coucher)

de (slaap)kamer

une confirmation

een bevestiging

le couloir

de gang

la cuisine

de keuken

le débarras

de berging

un emplacement

een ruimte, een ligging

l'entrée

de inkom

l'escalier

de trap

un étage

de eerste verdieping

un gîte

een vakantiehuis

le garage

de garage

le grenier

de zolder

une habitation

een woning

le hall

de inkomhal

un hamac

een hangmat

un hôte

een gast, een gastheer

le jardin

de tuin

le living

de leefruimte / living

une location

een verhuring

une nuitée

een overnachting

la pièce

de kamer

la remise

de berging

une rétribution

een vergoeding

le rez-de-chaussée

het gelijkvloers

une roulotte

een woonwagen

la salle à manger

de eetkamer

la salle de bains

de badkamer

la salle de séjour

de leefruimte / living

le salon

de zitruimte / het salon

le sous-sol

de kelderverdieping

la terrasse

het terras

les toilettes

het toilet

le toit

het dak

un vestiaire

een vestiaire

une vue

een (uit)zicht

équipé

uitgerust

rudimentaire

primitief, grof

confirmer

bevestigen

obtenir

krijgen, verkrijgen

un apprentissage

een opleiding

une combinaison

een combinatie

une croisière

een (boot)tocht

une destination

een bestemming

une durée

een periode, een duur

un environnement

een omgeving

une étape

een tussenstop

une expédition

een tocht

une famille d'accueil

een gastgezin

une frontière

een grens

un globe-trotteur

een (wereld)reiziger