neurobiologie hc 7

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/51

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

52 Terms

1
New cards

Conspecifics

Sociale interacties tussen individuen van dezelfde soort.

2
New cards

Gezichtsherkenning

Proces waarbij we gezichten herkennen en emoties begrijpen via visuele, auditieve en houdingsinformatie.

3
New cards

Spiegelen

Onbewust nabootsen van de expressies van anderen; versterkt sociale verbondenheid.

4
New cards

Lichaamshouding en expressie

Wanneer deze overeenkomen, herkennen we emoties beter.

5
New cards

Lichaamsperceptie

Waarneming van het lichaam die bijdraagt aan imitatie, verbondenheid en sociaal leren.

6
New cards

Cognitief model van Bruce en Young

Model dat beschrijft hoe gezichten worden herkend via visuele verwerking en geheugenrepresentaties.

7
New cards

Face Recognition Unit (FRU)

Groep neuronen die reageert op specifieke visuele kenmerken van een bekend gezicht.

8
New cards

Person Identity Node (PIN)

Koppelt visuele informatie van een gezicht aan semantische kennis (wie iemand is).

9
New cards

Directed Visual Processing Route

Route die emoties, lip- en oogbewegingen verwerkt bij onbekende gezichten.

10
New cards

Linker en rechter visuele veld

Linker visuele veld → rechterhersenhelft, rechter visuele veld → linkerhersenhelft.

11
New cards

Optisch chiasma

Plek waar de zenuwbanen van de binnenkant van de retina kruisen.

12
New cards

Primaire visuele cortex

Verwerkt basale visuele kenmerken zoals lijnen en contrast.

13
New cards

Dorsale visuele stroom

Loopt van occipitaal naar pariëtaal; verwerkt locatie en beweging van objecten.

14
New cards

Akinetopsie

Stoornis waarbij men moeite heeft met het waarnemen van beweging (schade aan dorsale stroom).

15
New cards

Ventrale visuele stroom

Loopt van occipitaal naar temporaal; verwerkt object- en gezichtsherkenning.

16
New cards

Agnosie

Stoornis waarbij objecten niet worden herkend ondanks intact zicht.

17
New cards

Neuraal model van Haxby, Hoffman en Gobbini

Model dat beschrijft hoe hersengebieden samenwerken bij gezichtswaarneming.

18
New cards

Core regions

Hersengebieden direct betrokken bij gezichtsherkenning (OFA, FFA, STS).

19
New cards

Extended system

Andere hersengebieden die informatie van core regions verwerken maar niet strikt nodig zijn voor herkenning.

20
New cards

Occipital Face Area (OFA)

Herkent basisstructuur van gezichten; gevoelig voor fysieke veranderingen, niet voor identiteit.

21
New cards

Fusiform Face Area (FFA)

Herkent de identiteit van gezichten; reageert op stabiele kenmerken en alleen op upright faces.

22
New cards

Superior Temporal Sulcus (STS)

Reageert op dynamische veranderingen in gezichten en combineert visuele en auditieve signalen.

23
New cards

Intrapariëtale sulcus

Richt aandacht op gezichten.

24
New cards

Auditory cortex

Verwerkt spraak en koppelt lipbewegingen aan geluid.

25
New cards

Amygdala, insula, limbisch systeem

Betrokken bij emotionele reactie, empathie en herkenning van emoties.

26
New cards

Temporale gebieden

Slaan informatie over identiteit van personen op.

27
New cards

Prosopagnosie

Aandoening waarbij iemand gezichten niet kan herkennen door schade aan de FFA.

28
New cards

Capgras-syndroom

Stoornis waarbij iemand denkt dat bekenden dubbelgangers zijn; herkenning intact, emotionele koppeling verstoord.

29
New cards

Gezichtsemotieherkenning

Gedeeltelijk onafhankelijk van gezichtsidentificatie; betrokken zijn STS en emotiegebieden.

30
New cards

Extrastriate Body Area (EBA)

Gebied in visuele cortex dat reageert op lichamen en lichaamsdelen, niet op gezichten.

31
New cards

Fusiform Body Area (FBA)

Gebied in inferieure temporale cortex dat vooral reageert op volledige lichamen.

32
New cards

EBA-functie

Herkent lichaamsdelen, reageert op grootte en vorm; schade leidt tot problemen met lichaamsherkenning.

33
New cards

FBA-functie

Herkent gehele lichamen, gevoelig voor grootte en vorm; reageert niet op beweging.

34
New cards

Anorexia nervosa en EBA

Minder grijze materie in EBA correleert met verstoorde lichaamsperceptie.

35
New cards

Superior Temporal Sulcus (STS) bij lichaamsperceptie

Herkent biologische bewegingen van mensen, ook met minimale visuele info (biological motion).

36
New cards

Biological motion

Waarnemen van menselijke beweging via lichtpunten op gewrichten in het donker.

37
New cards

V5/MT-gebied

Detecteert algemene beweging, maar onderscheidt niet tussen biologische en niet-biologische beweging.

38
New cards

Joint attention

Gezamenlijke aandacht op een object of plek door oog- en hoofdbewegingen te volgen.

39
New cards

Eye gaze perception

STS reageert op oogbewegingen en hoofdoriëntatie; belangrijk voor begrijpen van sociale aandacht.

40
New cards

Autisme en eye gaze

Mensen met autisme volgen ogen wel maar begrijpen minder goed het sociale doel ervan.

41
New cards

Wijzen

Automatisch volgen van waar iemand naar wijst of kijkt; activeert STS.

42
New cards

Proto-imperative pointing

Wijzen om iets te krijgen (“geef me dat”).

43
New cards

Proto-declarative pointing

Wijzen om iets te delen of laten zien (“kijk daar eens”); ondersteunt joint attention en mindreading.

44
New cards

Traits

Duurzame neigingen in denken en gedrag; vormen iemands persoonlijkheid.

45
New cards

Self-fulfilling prophecy

Verwachtingen beïnvloeden gedrag zodat ze uitkomen.

46
New cards

Stereotypering

Toeschrijven van vaste eigenschappen aan groepen mensen, soms deels correct.

47
New cards

Mooi = goed-effect (halo-effect)

Aantrekkelijke mensen worden als betrouwbaarder en competenter gezien.

48
New cards

Symmetrie en aantrekkelijkheid

Symmetrische, gemiddelde en seksueel dimorfische gezichten worden als mooier ervaren.

49
New cards

Amygdala en betrouwbaarheid

Schade vermindert vermogen om betrouwbaarheid te beoordelen.

50
New cards

Medial orbitofrontal cortex

Gebied betrokken bij oordelen over aantrekkelijkheid en morele goedheid.

51
New cards

Facial width-to-height ratio (fWHR)

Grotere verhouding geassocieerd met agressie en dominantie (testosteron-gerelateerd).

52
New cards

Baby-faced effect

Volwassenen met kinderlijke gezichten worden als niet-agressief en vriendelijker gezien.