Looks like no one added any tags here yet for you.
der, die, das
lidwoord
dies-
deze, dit
welch-
welke
solch-
zulke
jed-
ieder
jen-
die, dat
all-
alle (alleen mv)
beid-
beide (alleen mv)
sämtlich-
verscheidene / verschillende
mach-
menig
ein-
een
kein-
geen
mein-
mijn
dein-
jouw
sein-
zijn
ihr- (ev)
haar
unser-
onze
euer-
jullie
ihr- (mv)
hun
Ihr-
uw