Studied by 1 person
aan de andere kant van…
de l’autre côté de…
betalen (ik betaal – we betalen)
payer
boos
fâché
comfortabel
confortable
Dat is niet weinig.
Ce n’est pas rien.
de badkamer (de badkamers)
la salle de bains
de benedenverdieping
le rez-de-chaussée
de boekenkast
la bibliothèque (meuble)
de deur (de deuren)
la bibliothèque (meuble)
de dienst (de diensten)
le service
de douche (de douches)
la douche
de eigenaar (de eigenaars)
le propriétaire
de flat (de flats)
l’appartement
de flat (de flats)
la photo
de gang (de gangen)
le couloir
de garage (de garages)
le garage
de hal
le hall
de huur
le loyer
de kaart (de kaarten)
la carte
de kamer (de kamers)
la chambre
de kast (de kasten)
l’armoire
de kelder (de kelders)
la cave
de keuken (de keukens)
la cuisine
de koelkast
Le frigo
de lift (de liften)
l’ascenseur
de living
le séjour
de map (de mappen)
la farde, le classeur
de prijs (de prijzen)
le prix
de salontafel (de salontafels)
la table de salon
de slaapkamer (de slaapkamers)
la chambre à coucher
de stoel (de stoelen)
la chaise
de tafel (de tafels)
la table
de trap (de trappen)
l’escalier
de verdieping (de verdiepingen)
l’étage
de wastafel (de wastafels)
le lavabo
de woonkamer (de woonkamers)
le salon
de zetel (de zetels)
le fauteuil
de zolder (de zolders)
le grenier
denken (ik denk – we denken
penser
donker (>< licht)
sombre
donker (>< licht)
un moment, un instant
Er is plaats voor…
Il y a de place pour…
gezellig
agréable
het appartement (de appartementen)
l’appartement
het bad
le bain
het bed
le lit
het gordijn
le rideau
het huis
la maison
het meubel
le meuble
het nachtkastje
la table de nuit
het park
le parc
het raam
la fenêtre
het terras
la terrasse
het toilet
la toilette
hoog
élevé
hulp aanbieden
offrir de l’aide
huren
louer
ik ben boos op je
je suis fâché de toi
ik ben op zoek naar…
je suis à la recherche de…
Ik ga even met u mee
je viens avec vous
Ik ga op zoek naar…
Je pars à la recherche de…
in de stad rondlopen
faire des tours dans la ville
koken
cuisiner
kopen
acheter
kosten
couter
krijgen
recevoir
laag
bas
lelijk
laid
met uitzicht op…
avec vue sur…
naast
à côté de…
onmiddellijk
immédiat
op de tweede verdieping
au deuxieme étage
opnieuw
formidable
prachtig
formidable
ruim
spacieux
te huur
à louer
te koop
à vendre
tonen
montrer
vers
frais
vinden
trouver
vrij
libre
zien
voir
alleen
seul(ement)
bijn
presque
bouwen
construire
daarom
c’est pourquoi
de autosnelweg
l’autoroute
de financiele steun
le soutien financier
de grond
le sol, terrain
de mens
la personne
de ruimte
l’espace
de steun
le soutien
de tuin
le jardin
de universitaire residentie
la résidence universtaire
de woning
l’habitation
delen
partager
dus
donc
ecologish
écologique
economish
économique
een andere student
un autre étudiant
Note 
Flashcard (95)