Kaarten: Affaire Conclue - Module 4 ( 2024 - 2025 ) | Quizlet

geld

l'argent (m.)

contant geld, baar geld

l'argent liquide (m.) / le liquide

contant geld hebben

avoir du liquide

contant geld, baar geld

des espèces (f.pl.)

(bank)biljet

un billet

stuk, geldstuk

une pièce

(munt)stuk, munteenheid, valuta; kleingeld, wisselgeld

la monnaie

het wisselgeld teruggeven

rendre la monnaie

vreemde valuta, buitenlands geld

la monnaie étrangère

geld-, munt-

monétaire

vreemde valuta, buitenlands geld

une devise

euro

l'euro (m.)

Het is 15 euro.

Ça fait 15 euros.

pond

la livre (sterling) (£)

dollar

le dollar ($)

kapitaal, fonds

un fonds

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF)

le Fonds monétaire international (FMI)

kapitaal

un capital (des capitaux)

erfgoed, familiegoed, patrimonium; vermogen, fortuin

un patrimoine

het cultureel erfgoed

le patrimoine culturel

het bedrijfsvermogen van een onderneming

le patrimoine d'une entreprise

som

une somme

som, (totaal)bedrag

un montant

het verschuldigde bedrag

le montant dû

(een factuur) betalen

payer / régler (une facture)

met de (bank)kaart, overschrijving, per cheque betalen

payer par carte bancaire, par virement, par chèque

contant (=in baar geld), in cash betalen

payer en liquide / en espèces

contant (=onmiddelijk) betalen

payer (au) comptant

contactloos betalen

payer sans contact

betaling

un paiement

betaalmiddel

un moyen de paiement

betaalterminal

un terminal de paiement

betaling met smartphone

un paiement mobile

betaling met een mobiele app

un paiement via une application mobile

betaling via gezichtsherkenning

un paiement par reconnaissance faciale

betaling met vingerafdruk

un paiement par empreinte digitale

bankkaart

une carte bancaire (C.B.)

debetkaart

une carte de débit

kredietkaart

une carte de crédit

prepaidkaart

une carte prépayée

geheime / vertrouwelijke code

un code secret / confidentiel

(de code, het bedrag) invoeren

introduire/insérer/taper (le code, le montant)

QR-code

un code QR

de QR-code scannen

scanner le code QR

bankgegevens

les coordonnées (f. pl.) bancaires

virtuele munt

la monnaie virtuelle

digitale munt

la monnaie digitale

cryptovaluta, cryptomunt

la cryptomonnaie

De bitcoin is het bekendste voorbeeld van cryptovaluta

Le bitcoin est l'exemple de cryptomonnaie le plus connu

digitaal

numérique

Het digitaal register bewaart al uw bitcoin-transcties op één plaats

Le registre numérique conservera toutes vos transactions bitcoin en un seul endroit

computernetwerk

un réseau d'ordinateurs

(gegevens) opslaan, bewaren

stocker (les données)

(cryptomunten) bezitten

détenir (des cryptos)

crypto-houder / bitcoin-houder

un détenteur de cryptomonnaies / de bitcoin

(cryptomunten) uitwisselen, (in crypto handelen)

échanger (des cryptos)

uitwisselingsplatform

une platforme d'échange

koers

un cours

wisselkoers

un taux de change

volatiliteit, instabiliteit

la volatilité

volatiel, wisselend

volatile

de koers van de bitcoin is zeer volatiel

Le cours du bitcoin est très volatile.

schommeling, wisseling, wijziging

une variation

een koersschommeling

une variation de cours

schommelen, wisselen, wijzigen

varier

schommeling

une fluctuation

schommelen

fluctuer

risico

un risque

een laag / gering risico

un faible risque

wagen, op het spel zetten

risquer

gewaagd, riskant, gevaarlijk

risqué, risquée

veiligheid, zekerheid

la sécurité

veilig, zeker

sûr, sûre

beveiliging, fraudebestendig maken

la sécurisation

beveiligd, veilig, beschermd

sécurisé, sécurisée

fraude, bedrog, oplichterij

une fraude

vals, bedrieglijk

frauduleux, frauduleuse

oplichter, oplichtster

un fraudeur, une fraudeuse

slachtoffer (van fraude)

une victime (de fraude)

hacking

le piratage

hacken

pirater

de website van die vliegtuigmaatschappij werd gehackt

Le site web de cette compagnie aérienne a été piraté

budget, begroting

un budget

(een budget) beheren

gérer (un budget)

beheer, management

une gestion

inkomen, inkomsten, salaris

un revenu

(geld)middelen, bron(nen) van inkomsten

des ressources (f. pl)

salaris

un salaire

uitkering, toelage, steun

une allocation

werkloosheidsuitkering

une allocation de chômage

kinderbijslag

les allocations familiales

(schade)vergoeding, uitkering

une indemnité

werkloosheidsuitkering

une indemnité de chômage

(een salaris, een uitkering, ...) ontvangen

toucher / recevoir (un salaire, une allocation ...)

geld verdienen

gagner de l'argent

(goed) zijn brood verdienen, (goed zijn geld verdienen)

gagner (bien) sa vie

(geld) opbrengen

rapporter (de l'argent)

veel (geld) opbrengen

rapporter gros

(x euro) netto opbrengen

rapporter (x euro) net (adv)

fortuin, vermogen, bezit, rijkdom

une fortune