Looks like no one added any tags here yet for you.
Bevruchting
De samensmelting van een zaadcel met een eicel.
Vruchtbare periode
De periode waarin er een kans is op bevruchting, meestal rond de eisprong.
Eisprong
Het vrijkomen van een eicel uit de eierstok.
Zaadlozing
De uitstoot van sperma uit de vagina, waarin miljoenen zaadcellen zitten.
Mitose
Een soort celdeling waarbij een cel zich deelt in twee identieke dochtercellen.
Embryogenese
De ontwikkeling van een embryo in de eerste 8 weken van de zwangerschap.
Foetale periode
De periode van de embryoontwikkeling van week 9 tot de geboorte.
Blastocyst
Een vroege fase in de embryonale ontwikkeling, gekenmerkt door cellen die beginnen te differentiëren.
Nidatie
Het proces waarbij de blastocyst zich hecht aan het baarmoederslijmvlies.
Placenta
Een orgaan dat de verbinding tussen het moederlichaam en het embryo mogelijk maakt voor uitwisseling van stoffen.
HCG (humaan choriongonadotrofine)
Een hormoon geproduceerd door de placenta, belangrijk voor het behoud van de zwangerschap.
Gastrulatie
Het proces waarbij de blastocyst ontwikkelt in een gastrula, welke drie kiemlagen vormt.
Keizersnede
Een operatieve methode voor de bevalling waarbij de baby via de buikwand ter wereld wordt gebracht.