Kaarten: L’art de tout célébrer - vocabulaire | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/242

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

243 Terms

1
New cards

la fête des Mères

Moederdag

2
New cards

la fête des Pères

Vaderdag

3
New cards

l'Épiphanie, la fête des Rois

Driekoningen

4
New cards

la fête du Travail

de dag van de Arbeid

5
New cards

la joie

de vreugde

6
New cards

le jour férié

de feestdag

7
New cards

la journée du Patrimoine

Erfgoeddag, Open Monumentendag

8
New cards

le patrimoine

Het erfgoed

9
New cards

la kermesse

De kermis

10
New cards

le lundi de Pâques

Paasmaandag

11
New cards

le lundi de Pentecôte

Pinkstermaandag

12
New cards

la lutte

Het gevecht

13
New cards

Mardi gras= la veille du mercredi des Cendres et dernier jour du carnaval

vastenavond ('Vette Dinsdag')

14
New cards

la messe de minuit

de middernachtsmis

15
New cards

l'occasion (f)

de gelegenheid

16
New cards

à l'occasion de

ter gelegenheid van

17
New cards

la Pentecôte

Pinksteren

18
New cards

le Réveillon (de Noël)

kerstavond

19
New cards

le Réveillon (du nouvel an)

oudejaarsavond

20
New cards

la Saint-Sylvestre

oudejaarsavond

21
New cards

la Saint-Nicolas

Sinterklaas

22
New cards

la soirée

het feest, de fuif

23
New cards

la sortie

het uitje

24
New cards

la Toussaint

Allerheiligen

25
New cards

aller au restaurant

uit eten gaan

26
New cards

être (quatre)

(met zijn vieren) zijn

27
New cards

Nous sommes 24 en classe.

Wij zijn met z'n 24 in klas.

28
New cards

faire la fête

feesten, fuiven

29
New cards

faire le pont

de brug maken

30
New cards

s'éclater

vieren, uit de bol gaan

31
New cards

s'amuser (follement)

feesten, fuiven, zich rot amuseren

32
New cards

se déguiser (en fée)

zich (als fee) verkleden

33
New cards

se régaler

smullen, zichzelf verwennen, je hart ophalen

34
New cards

sortir en boîte

uitgaan (in een discotheek)

35
New cards

souhaiter

wensen

36
New cards

À ta / votre santé !(= quand on trinque)

Op uw gezondheid!(= als we het glas heffen)

37
New cards

Bienvenue !

Welkom!

38
New cards

Bon amusement !

Veel plezier!

39
New cards

Bonne fête !

Gelukkige feestdag! Een leuk feest gewenst!

40
New cards

Heureux / Joyeux anniversaire !

Gelukkige verjaardag!

41
New cards

Meilleurs vœux !

Beste wensen!

42
New cards

Joyeuses Pâques !

Vrolijk paasfeest!

43
New cards

l'anneau (m)

de ring

44
New cards

la boule disco

de discobal

45
New cards

la bûche de Noël

de kerstbûche

46
New cards

la carte (virtuelle)

de (e-)kaart

47
New cards

le timbre

de postzegel

48
New cards

la commande

de bestelling

49
New cards

la commémoration

de herdenking

50
New cards

les coordonnées

de contactgegevens

51
New cards

la crèche

de kerststal, de kribbe

52
New cards

l'emballage cadeau (m)

de geschenkverpakking

53
New cards

l'eau gazeuse (f) - l'eau pétillante (f)

het spuitwater

54
New cards

le feu d'artifice

het vuurwerk

55
New cards

la fève

de boon

56
New cards

la foule

de menigte

57
New cards

la galette dorée

de taart

58
New cards

la galette des rois

de driekoningentaart

59
New cards

le gâteau

het gebak(je)

60
New cards

la guirlande

de slinger

61
New cards

l'illumination (f)

de verlichting

62
New cards

l'invité(e)

de genodigde

63
New cards

la liste d'achats

de boodschappenlijst

64
New cards

les muguets (m)

de meiklokjes

65
New cards

la nappe (en papier)

het (papieren) tafelkleed

66
New cards

la nounou

de oppas

67
New cards

l'œuf en chocolat (m)

een paasei

68
New cards

l'occasion (f)

de gelegenheid

69
New cards

le photomaton

de fotocabine, de photobooth

70
New cards

la piste de danse

de dansvloer

71
New cards

le rendez-vous

de afspraak

72
New cards

le repas de fête

het feestmaal

73
New cards

la salle des fêtes

de feestzaal

74
New cards

le sapin de Noël

de kerstboom

75
New cards

la serviette

het servet

76
New cards

la soirée

het feestje, het avondje

77
New cards

la star du jour

de ster van de dag

78
New cards

la surprise

de verrassing

79
New cards

le thé glacé

de ijsthee

80
New cards

la tenue

de outfit

81
New cards

le vin (blanc, rosé, rouge)

de (witte, rosé, rode) wijn

82
New cards

les vins AOC (= appellation d'origine contrôlée)

De wijnen met de afkorting AOC verwijzen naar bepaalde voorschriften die in Frankrijk zijn vastgesteld om de kwaliteitsnorm voor bepaalde producten zoals wijn te definiëren.

83
New cards

agréable

aangenaam, gezellig

84
New cards

amusant(e)

leuk, plezierig

85
New cards

animé(e)

druk, geanimeerd

86
New cards

convivial(e), conviviaux, conviviales

gezellig

87
New cards

couronné(e)

gekroond

88
New cards

déguisé(e)

verkleed, vermomd

89
New cards

éternel, éternelle

eeuwig(durend)

90
New cards

formidable

fantastisch

91
New cards

habillé(e)

gekleed

92
New cards

incontournable

onmisbaar, essentieel

93
New cards

inoubliable

onvergetelijk

94
New cards

irrésistible

onweerstaanbaar

95
New cards

joyeux, joyeuse, gai, gaie

vrolijk

96
New cards

nickel

prima, super

97
New cards

pas terrible

niet zo goed, niet geweldig

98
New cards

succulent

overheerlijk

99
New cards

surprenant(e)

verrassend

100
New cards

surprenant, étonnant

verrassend